In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Ken je hoofdstuk 6 nog?
Slide 1 - Tekstslide
Voedingsstoffen
Slide 2 - Tekstslide
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitamines
Bouwstoffen
Brandstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Waar hoort suiker bij?
Kan onder de huid worden opgeslagen?
Brandstoffen
Bouwstoffen
Slide 3 - Sleepvraag
Welke onderdelen van de cel zijn vooral van vetten gemaakt? En welke van koolhydraten?
A
Vetten: celmembraan en andere membranen
Koolhydraten: DNA / RNA
B
Vetten: celmembraan en Ribosomen
Koolhydr.: mitochondriën
C
Vetten: mitochondriën
Koolhydraten: DNA / RNA
D
Vetten: celmembraan en andere membranen
Koolhydr.: Mitochondriën
Slide 4 - Quizvraag
Eiwitten
- Vind je overal in de cel
- Bestaan uit aminozuren
- Maken je Ribosomen met informatie op RNA, dat weer overgeschreven is van DNA
- Zijn een soort machines, 'doen' alles in je cel (elke functie zijn eigen eiwit)
Slide 5 - Tekstslide
Bloedarmoede betekent dat je te weinig rode bloedcellen kunt aanmaken. Dit komt doordat je te weinig van dit element binnenkrijgt:
A
calcium
B
magnesium
C
ijzer
D
kalium
Slide 6 - Quizvraag
Baby's
Slide 7 - Tekstslide
Waarom moet je baby's eigenlijk altijd dikker aankleden dan volwassenen?
A
Omdat ze een grotere oppervlakte hebben vergeleken met hun inhoud
B
omdat ze een kleinere oppervlakte hebben vergeleken met hun inhoud
C
omdat hun cellen nog niet veel mitochondriën hebben
D
omdat hun cellen langzamer werken
Slide 8 - Quizvraag
Er zijn bij een baby nog onvoldoende bacteriën om voedingsstoffen te verteren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Casus: Een baby krijgt antistoffen tegen verschillende ziekteverwekkers via moedermelk omdat zijn immuunsysteem nog niet voldoende is ontwikkeld. Is de baby ook nog immuun als hij geen moedermelk meer drinkt?
A
Ja, als je eenmaal antistoffen hebt dan hou je ze ook
B
Nee, antistoffen worden weer afgebroken
C
Nee, de baby poept de antistoffen ook weer uit.
Slide 10 - Quizvraag
Diëtist
Evan werkt als diëtist in het voedingsteam van een ziekenhuis. Tijdens zijn werk komt hij met veel aspecten van voeding in aanraking. De internist heeft Evan gevraagd aanwezig te zijn bij de controle van een patiënt met een resorptiestoornis. Bij deze stoornis worden te weinig of geen voedingsstoffen uit het voedsel opgenomen in het bloed. De benodigde voedingstoffen moeten dan via een infuus in de bloedbaan worden toegediend.
Slide 11 - Tekstslide
Bij de patiënt met een resorptiestoornis (zie vorige dia) functioneert dit orgaan niet goed meer:
A
Lever
B
Nieren
C
Dunne darm
D
Dikke darm
Slide 12 - Quizvraag
Na de controle wordt Evan gevraagd een recept te schrijven voor de samenstelling van de infuusvloeistof. Voedingstoffen in een normale maaltijd zijn onder andere: zetmeel, eiwitten, glucose, vezels en aminozuren. Noteer welke van deze voedingstoffen Evan in het recept moet opnemen.
A
Eiwitten en glucose
B
Vezels en aminozuren
C
Glucose, eiwitten, vezels en zetmeel
D
Glucose en aminozuren
Slide 13 - Quizvraag
Omdat vetten slecht oplosbaar zijn, maken de darmen daarvan kleine bolletjes, die eerst in de ... terechtkomen.
A
Lymfevaten van de darm
B
Darmader
C
Poortader
D
Darmslagader
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer je medicijnen slikt, neemt de werking ervan een tijdje na het slikken af. Het medicijn wordt afgebroken. Welk orgaan is hiervoor verantwoordelijk?
Slide 15 - Open vraag
Enzymen
Slide 16 - Tekstslide
Voor de teruggang van de koraalriffen worden diverse oorzaken genoemd. Door het broeikaseffect is de temperatuur van het water hoger dan de optimumtemperatuur. De verstoring van de fotosynthese zou veroorzaakt kunnen worden doordat de betrokken enzymen niet meer optimaal werken. Waardoor vermindert enzymwerking als de temperatuur hoger is dan de optimumtemperatuur?
A
omdat enzymen dan minder snel werken
B
omdat je enzymen altijd moet bewaren bij -20 graden
C
omdat er meer enzymen denatureren bij hogere temperatuur
D
omdat enzymen alleen werken bij de optimumtemperatuur
Slide 17 - Quizvraag
Via welke vaten worden stikstofverbindingen (mineralen) naar de bladeren van een boom vervoerd? En via welke vaten worden suikers vanuit de boombladeren naar de wortel vervoerd?
A
stikstofverbindingen en suikers via de bastvaten
B
stikstofverbindingen en suikers via de houtvaten
C
stikstofverbindingen via de bastvaten en suikers via de houtvaten
D
stikstofverbindingen via de houtvaten en suikers via de bastvaten
Slide 18 - Quizvraag
Genetische modificatie
Slide 19 - Tekstslide
Er zijn mensen die bezwaren hebben tegen het gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen, omdat ze bang zijn dat de ingebouwde genen ongewenste effecten hebben in de cellen van het lichaam van de mens. Verklaar dat het zeer onwaarschijnlijk is dat genen van genetisch gemodificeerde tomaten in cellen van een mens terechtkomen.