1.6 Laag Nederland

Welkom bij paragraaf 1.6
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij paragraaf 1.6

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 1.5
We gaan nu klassikaal een aantal herhalingvragen maken 

Slide 2 - Tekstslide

H1 Hoe lang duurt een ijstijd gemiddeld?
A
30.000 jaar
B
50.000 jaar
C
70.000 jaar
D
100.000 jaar

Slide 3 - Quizvraag

H2 Hoe noemen we heuvels die door de ijstongen zijn achtergelaten in Nederland?
A
Stuwwallen
B
Terpen
C
Duinen
D
Zuid-Limburg

Slide 4 - Quizvraag

H3 Wat is een 'smeltwaterdal'?

Slide 5 - Open vraag

H4 Wat weet je van de zandgronden?

Slide 6 - Woordweb

Lesdoelen 
1 Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.
2. Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei
3. Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of Laag Nederland ligt. 

Slide 7 - Tekstslide

Ontstaan veen
Na laatste ijstijd, steeg zeespiegel
Achter de duinen bleef zeeklei liggen..  (werd moeras)

moeras -> veen

Slide 8 - Tekstslide

Open duinen, waddenzee: zeeklei
Gesloten duinenrij: moeras
-> veen op klei

Slide 9 - Tekstslide

Ontstaan van veen 
1. Planten gaan dood
2. Dode plantenresten komen in moeras
3. Onder water is geen zuurstof
4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg
5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.
6. In hoog Nederland = hoogveen
6. In laag Nederland = laagveen 

Slide 10 - Tekstslide

Ontstaan zeeklei
1. Zeewater stroomt door de duinen het land in
2. Water blijft staan
3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.
4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei
5. Zeeklei is heel vruchtbaar

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

0

Slide 13 - Video

De eerste NL in Laag NL hadden het idee dat ze in de waddenzee woonden. Bij vloed nat en bij eb droog. Daardoor maakten zij *terpen

Terp = door mens gemaakte heuvel tegen bescherming van water. 
Een terp

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Enkele begrippen
- Buitendijkse kant: de kant aan zee, waar de sedimentatie nog door ging.

Wadden: De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Polders in Nederland

Slide 19 - Tekstslide

Polder
Een gebied omringd door dijken waarbinnen de waterstand wordt geregeld. 

Vroeger deden ze dat met molens.
Tegenwoordig doen ze dat met gemalen (elektrische pompen)

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

0

Slide 22 - Video

Een polder is een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt. 
Er zijn 3 soorten polders; iedere polder heeft een andere onstaanswijze en kenmerkende hoogteligging

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Droogmakerij (méér dan -2 meter onder NAP)





Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bekende droogmakerijen

1 Flevoland
2 Haarlemmermeer (Schiphol)

Slide 27 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een polder en een droogmakerij?

Slide 28 - Open vraag

Waarvoor werd een 'ringvaart' gebruikt?

Slide 29 - Open vraag

Leg uit hoe het Haarlemmermeer drooggelegd is.

Slide 30 - Open vraag

Bekijk nogmaals dia 22 met de afbeelding. Hoe heet de dikke rand om deze droogmakerij?
A
Een dijk
B
Een terp
C
Een polder
D
Een ringvaart

Slide 31 - Quizvraag