In land A is het gemiddelde bruto-inkomen € 25.000. Men betaalt gemiddeld 20% belasting. Van het netto-inkomen wordt 75% geconsumeerd.
a. Bereken hoeveel euro men in land A consumeert.
- gemiddeld netto-inkomen = 80% van 25.000 = € 20.000.
- consumptie = 75% van 20.000 = € 15.000.
Door hoogconjunctuur stijgt het gemiddeld bruto inkomen met 10%. Omdat er in dit land een progressief belastingsysteem is, stijgt het gemiddelde belastingpercentage naar 25%.
b. Laat met een berekening zien dat de consumptie % minder toeneemt dan het inkomen.
- bruto-inkomen wordt: 1,1 × 25.000 = € 27.500. Netto-inkomen = 75% van 27.500 = € 20.625.
- consumptie = 75% van 20.625 = € 15.468,75, stijging (15.468,75–15.000)/15.000×100% = 3,1%.