adverbs&adjectives

Lesson plan
Read novel
Grammar--> lesson 3.4: adjectives and adverbs
Speaking assignment in Magister.learn

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Lesson plan
Read novel
Grammar--> lesson 3.4: adjectives and adverbs
Speaking assignment in Magister.learn

Slide 1 - Tekstslide

Let's read!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Grammar
adjectives and adverbs
Please find page 112 in your book.

Slide 3 - Tekstslide

What are your skills or talents?
I can .... . or I am....

Slide 4 - Open vraag

Vergelijk
The beautiful house
The extremely beautiful house.

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: adjective.


Zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

The beautiful house.
Bijwoorden: adverb

zegt iets over:
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
ander bijwoord
hele zin

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
He finished the painting at a fast pace.

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoord
She sings beautifully.

Slide 8 - Tekstslide

Ander bijwoord
You can sing truly beautifully.

Slide 9 - Tekstslide

Hele zin
Luckily, I now understand adverbs.

Slide 10 - Tekstslide

Om adverb te maken:
woord+ ly
beautiful- beautifully
proud- proudly

Slide 11 - Tekstslide

Let op de uitzonderingen
p. 136 in the Study Boxes

Slide 12 - Tekstslide

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 13 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
This horse is ...
A
quickly
B
quick

Slide 14 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
fastly
B
fast

Slide 15 - Quizvraag

speaking cards
 All Right pp. 274-281.
Used in pairs:
1A-1B, 1C-1D, 2A-2B, 2C-2D, 3A-3B, 4A-4B
Used in a group of four 5A-5B-5C-5D.

Slide 16 - Tekstslide