Kosten levensonderhoud

Kosten levensonderhoud
Burgerschap - economische dimensie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidsbevorderaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kosten levensonderhoud
Burgerschap - economische dimensie

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je.....
..2 voorbeelden van kosten van  levensonderhoud benoemen
..2 voorbeelden van huishoudelijke uitgaves benoemen
..in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen vaste lasten en variabele kosten
..4 onderdelen benoemen die op een een begroting staan
..kun je voordelen van budgetteren uitleggen
..een begroting maken van je eigen inkomsten en uitgaven 

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel geld heb je per maand
nodig om zelfstandig van te leven?

Slide 3 - Woordweb

Welke kosten heb je dan elke maand?

Slide 4 - Open vraag

Kosten levensonderhoud (doel 1 en 3)
Vaste lasten zoals:  
**Wonen - huur of hypotheek
                     - inboedel-, en/of opstal verzekering,                              
                     - Internet, Tv, kabel, telefoon, 
                     - Gem. belastingen, 
                     - Energiekosten,
**Persoonlijke -Diverse verzekeringen, Ziektekosten, WA, uitvaart, etc.
                                - Contributies, abonnementen, 
                                - Vervoer

Slide 5 - Tekstslide

Gas, water, licht, huur/hypotheek vallen onder:
A
woonlasten
B
persoonlijke lasten
C
verzekeringen
D
heffingen

Slide 6 - Quizvraag

Welke (gemeentelijke) heffingen en belastingen ken jij ?

Slide 7 - Woordweb

Heffingen en belastingen (Gemeentelijke)

- Afvalstoffenheffingen (vuilnis) 
- Rioolheffing of zuiveringsheffing  (onderhoud en     aanleg van riolen)
- Waterschapsbelasting (dijken en afwatering)
- Onroerend Zaak / Goed (WOZ, bij eigen woning) 
- Parkeren
- Honden

Slide 8 - Tekstslide

Variabele kosten (doel 2 en 3)
Huishoudelijke uitgaven:
- eten en drinken, 
- toiletartikelen, - schoonmaakmiddelen-materialen,
- pers. verzorging, b.v. kapper, - cadeautjes, - bankkosten, 
- verz. huisdieren, - zakgeld, - collectes

Slide 9 - Tekstslide

Welke verzekering is verplicht ?
A
Ziektekosten en Inboedel en Opstal
B
Ziektekosten en W.A.
C
Ziektekosten, W.A. en Uitvaart
D
Geen enkele

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn huishoudelijke uitgaven?

Slide 11 - Woordweb

Reserveringskosten of...een spaarpotje
Naast je vaste lasten heb je ook variabele uitgaves zoals:
* Kleding en schoenen
* Inrichting huis
* Eigen bijdrage medicijnen
* Vakantie
* extra sparen
*..............

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat komt er binnen? 
  • Salaris, loondienst of ondernemer
  • Bijverdiensten
  • Uitkering
  • Vakantiegeld
  • Bijstand
  • Kinderbijslag
  • Toeslagen
  • Alimentatie, belastingteruggave, rente op spaargeld


Slide 14 - Tekstslide

Het loonstrookje 
Verschillend  per werkgever, verandert onder invloed van CAO en wetgeving.
* Naam werkgever en werknemer en BSN werknemer
* Periode zoals de maand waarin gewerkt is
* Bruto maandsalaris ( netto is het loon wat uitbetaald wordt)
* Brutoloon is opgebouwd uit: basisloon, overwerk, vakantiegeld, bonussen, dertiende maand
* Evt. onkostenvergoedingen, verrekeningen en inhoudingen -- woon-werkverkeer, koffie/thee
*Loonheffingen, voor loonbelasting, volksverzekeringen, werknemersverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage ZKV ( worden aan overheid en ziektekostenverzekeraar afgedragen)
* heffingskorting ( belastingvoordeel)
* Pensioen

Slide 15 - Tekstslide

Premies voor de AOW en de WW worden ook door de werkgever betaald en vallen onder:
A
onkostenvergoeding
B
burgerservice
C
pensioenpremie
D
loonheffing

Slide 16 - Quizvraag

De bijstand
Voor mensen die onvoldoende inkomen hebben of geen vermogen en geen recht hebben op andere uitkering. 

De aanvrager moet laten zien dat hij/zij 4 weken lang zich heeft ingespannen om werk te zoeken/vinden.

Mensen met eigen vermogen of eigen huis krijgen geen bijstand.

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaat er uit?
- Vaste lasten
- Variabele lasten (Huishoudelijke uitgaven)
- Reserveringsuitgaven
Wat houd je per maand over???

Kasboek bijhouden ------> Begroting maken.

Slide 18 - Tekstslide

Begroting per maand/jaar (doel 5)
Inkomsten
Uitgaven
salaris/uitkering/bijstand
huur / hypotheek
bijverdiensten
Energiekosten
kinderbijslag
Verzekeringen
Toeslagen
belastingen
Vakantiegeld
huishoudgeld
reserveringen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Op welke kosten kun je het makkelijkste bezuinigen?

Slide 21 - Open vraag

Lesdoelen behaald??
Kun je..
..2 voorbeelden van kosten van  levensonderhoud benoemen
..2 voorbeelden van huishoudelijke uitgaves benoemen
..in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen vaste lasten en variabele kosten
..4 onderdelen benoemen die op een een begroting staan
..voordelen van budgetteren uitleggen

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht in de klas
Maak een begroting van je eigen inkomsten en uitgaven per maand. 



Slide 23 - Tekstslide