Taboe woorden economie

Taboe woorden economie
Welkom klas 2AL
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taboe woorden economie
Welkom klas 2AL

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen
Kort filmpje INTERNATIONALE HANDEL
Herhaling begrippen van hoofdstuk 8
Vragen ronde
Uitleg Taboe woorden
Start Taboe woorden opdracht!
Evaluatie !
Leerdoelen behaald?



Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen voor vandaag
1.Aan het einde van deze les kan ik de begrippen uit hoofdstuk 8 in je eigen woorden uitleggen en toepassen.

2.Aan het einde van deze les kan ik in groepjes samenwerken om Taboe-woorden te bedenken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

  • Internationale handel is de
      handel tussen landen.
Internationale handel

Slide 5 - Tekstslide

  • Vrijhandel betekent de
      invoer en uitvoer zonder
      belemmering door
      protectie.
Vrijhandel

Slide 6 - Tekstslide

  • Invoerrechten zijn een
      belasting op
      importproducten van
      buiten de EU.
  • Hierdoor worden deze
     duurder.
Invoerrechten

Slide 7 - Tekstslide

Handelsbalans
Op de Handelsbalans staat de geldwaarde van de import en export van goederen.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe stromen goederen en geld bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe stromen diensten en geld bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland

Slide 10 - Sleepvraag

Handelsbalans
Op de Handelsbalans staat de geldwaarde van de import en export van goederen.

Slide 11 - Tekstslide

Open economie
Nederland heeft een open economie

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 12 - Tekstslide

Gesloten economie
Noord-Korea heeft een gesloten economie

Of Noord-Koreanaar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China.
B
Duitsland koopt van Nederland.
C
Brussel koopt van Londen.
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven.

Slide 14 - Quizvraag

Als jij een smartphone in China koopt, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenbalans
D
Als export op de dienstenbalans

Slide 15 - Quizvraag

Als jij een weekend naar een hotel in Londen gaat, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenbalans
D
Als export op de dienstenbalans

Slide 16 - Quizvraag

Als een Nederlander transport regelt voor een Duits bedrijf, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenbalans
D
Als export op de dienstenbalans

Slide 17 - Quizvraag

Als een Engelse supermarkt Nederlandse kaas verkoopt, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenbalans
D
Als export op de dienstenbalans

Slide 18 - Quizvraag

De uitleg
Opdracht:
Verdeel de leerlingen in groepen van 2 leerlingen maximaal.
Kies minimaal 10 woorden uit (pak hiervoor je boek erbij om de 
Schrijf elk woord in het midden van je papiertje. Daar om heen schrijf je de taboewoorden op. Gebruik hiervoor de begrippenlijst

We spelen 3 rondes van max 4 min
Elk groepje geeft hun set kaartjes door aan het aangrenzende groepje, zonder dat de begrippen zichtbaar zijn. De kaartjes worden omgekeerd neergelegd.


timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

Instructies TABOE WOORDEN
Resultaat: De Taboe woorden opdracht is af

Hoe: Gebruik je moeilijke woorden schrift/begrippen schrift om de taboewoorden goed op te schrijven per begrip.
Hulp: Je mag je docent om hulp vragen als je er niet uitkomt
Klaar: Tel je aantal goed uitgelegde begrippen (elk 1 punt waard)
Wat: Jullie gaan de opdrachten in tweetallen maken, jullie krijgen een vellen papier (half a4tje), jullie schrijven de begrip en de taboe woorden erom heen.




Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie
Hoeveel punten heeft elk groepje?

Hoe ging het?

Welke begrippen waren lastig?

Wat kon er beter?

Wat vonden jullie ervan?

Slide 21 - Tekstslide

Zijn de leerdoelen behaald?
1.Aan het einde van deze les kan ik de begrippen uit hoofdstuk 8 in je eigen woorden uitleggen en toepassen.

2.Aan het einde van deze les kan ik in groepjes samenwerken om Taboe-woorden te bedenken.

Slide 22 - Tekstslide

De opdracht
1.Bedenk minimaal 6 Taboe-woorden bij de gekozen begrippen. Schrijf elk begrip met 6 taboe-woorden je papiertje op.
2. Elk groepje van 2 a 3 leerlingen geeft hun set kaartjes door aan het aangrenzende groepje, zonder dat de begrippen zichtbaar zijn. De kaartjes worden omgekeerd neergelegd.

timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

De opdracht
• In elke groepje wordt één leerling uitgekozen als spreker (dit kan de docent doen of de leerlingen per groepje zelf). Deze leerling trekt een kaartje en bekijkt het begrip zonder dit te tonen aan de anderen. De spreker probeert vervolgens het begrip uit te leggen zonder de 'Taboe-woorden' te gebruiken.
• De andere leerling “de rader” probeert het begrip te raden middels de uitleg van de spreker.
• De derde leerling, is de notulist en noteert het aantal pogingen dat nodig was om het begrip te raden en tevens welke uitleg heeft geleid tot de juiste antwoord.

Slide 24 - Tekstslide

Na elk geraden begrip gaan de leerlingen wisselen van rol. Indien alle eigen kaartjes zijn gebruikt, dan kunnen de groepjes kaartjes van een ander groepje lenen. Het spel gaat door totdat een vooraf bepaald aantal kaartjes/woorden (bijvoorbeeld 10 stuks) geraden zijn. Het winnende groepje is degene dat daarvoor de minste pogingen nodig had.

Slide 25 - Tekstslide

Gekozen begrip Taboe woorden
Importeren Internationale handel, invoer, Douane, Importeurs, invoerrechten
Exporteren Verkopen, handelen, uitvoer, verzenden naar het buitenland, internationale verkoop
Vrijhandel Handelsbelemmeringen, onbeperkt handel, open markt, handelsactiviteiten, vrije verkeer, beperkingen
Gesloten Economie Importeren, exporteren, internationale handel, Buitenlandse investeringen, Wereldmarkt en Handel met andere landen.



Slide 26 - Tekstslide