oefenen 7.1 en 7.2






Oefenen H7
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les






Oefenen H7

Slide 1 - Tekstslide

Is melk een dierlijk voedingsmiddel?
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsstoffen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Is een hamburger een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Is een slagroom een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Worden reservestoffen aangegeven met een letter (bijvoorbeeld C, A en B)?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Is sojamelk een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Kan één voedingsstof uit meerdere voedingsmiddelen bestaan?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Kan voedingsvezel een onderdeel zijn van een voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Er wordt aangeraden om niet te veel producten met veel zout, veel suiker of veel vet te eten.
Is dat omdat je er een voedselvergiftiging van kunt krijgen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is suiker een voorbeeld van een mineraal?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Een opgeslagen voedingsstof die niet meteen nodig is, is een reserve stof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Je lichaam heeft voor 4 taken voedingsstoffen nodig. Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Voor energie
B
Voor nieuwe cellen
C
Voor uitscheidingsstoffen
D
Om gezond te blijven

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor vetverbranding?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?
A
Beschermende stoffen
B
Reserve stoffen
C
Brandstoffen
D
Bouwstoffen

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel gram zout heb je ongeveer per dag nodig?
A
0 gram
B
6 gram
C
25 gram
D
100 gram

Slide 16 - Quizvraag

Er zijn 6 groepen voedingsmiddelen welke hoort er niet bij?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Frisdranken
D
Vitaminen

Slide 17 - Quizvraag

Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen bouwstoffen

Slide 18 - Quizvraag

Welke groep voedingsstoffen leveren geen energie op?
A
eiwitten
B
water
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 19 - Quizvraag

Waar hangen eetgewoonten van af? Noem er 3.

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?

Slide 21 - Open vraag

Wat zijn voedingsvezels?

Slide 22 - Open vraag

In welke drie groepen kun je voedingsmiddelen verdelen?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Wanneer verbruik je energie?

Slide 25 - Open vraag

Wat is de eenheid van energie?

Slide 26 - Open vraag

Waar hangt de hoeveelheid energie die je nodig hebt vanaf?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Hoe ontstaat een gaatje?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

In je voeding zit voedingsvezel.
In welke voedingsmiddelen zit voedingsvezel?
A
In dierlijke voedsel
B
In plantaardig voedsel
C
In beide
D
In geen van beide

Slide 31 - Quizvraag

Wat zijn voedingsvezels?
A
Wat je gewend bent te eten, hoe je eet en wanneer je dat doet
B
Alles wat je eet of drinkt
C
Bruikbare bestandsdelen van voedingsmiddelen
D
Alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel, die de spieren in je darmen activeren

Slide 32 - Quizvraag

Voedingsvezels
  • Geen voedingsstof!
  • Celwand van de plantencel

Slide 33 - Tekstslide

Wat is de functie van de schijf van vijf?
A
Het helpt je niet dik te worden
B
Het geeft aan hoe je gezond leeft
C
Het helpt je om gezond en gevarieerd te eten
D
Het maakt menu's om gezond te eten

Slide 34 - Quizvraag