zelfstandig 11.2

zelfstandig 12.2

Bekijk eerst de informatie op de volgende slide.

Van welke factoren is de schiltemperatuur afhankelijk?

Via welke organen verlies je water?

Waarom varieert de schiltemperatuur meer dan de kerntemperatuur?

www.bioplek.org

Koolhydraatstofwisseling

Bij een hoog bloedsuikergehalte zetten levercellen glucose uit het bloed om in glycogeen (onder invloed van insuline uit de alvleesklier)= glycogenese

Koolhydraatstofwisseling

Bij een laag bloedsuikergehalte zetten levercellen glycogeen om in glucose en geven dat af aan het bloed (onder invloed van glucagon uit de alvleesklier)

Bloedsuikerspiegel

Koolhydraatstofwisseling

Wanneer de glycogeenvoorraad onvoldoende is voor de energiebehoefte wordt door de lever glucose gemaakt uit andere voedingsstoffen = gluconeogenese

Vetten

Aminozuren

Ook belangrijke rol bij 

Vetstofwisseling 

Bv ombouwen van vetzuren, maken van cholesterol en lipoproteïnen zodat vetten vervoerd kunnen worden).

Eiwitstofwisseling

De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren -> transaminering

Eiwitstofwisseling

9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.

Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’). 

Eiwitstofwisseling

Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.

Eiwitstofwisseling

Koolstofskelet wordt verbrand, omgezet naar glucose (gluconeogenese) of vet (lipogenese)

Iemand heeft net gesport, waardoor er veel glucose uit het bloed is verbrand. Leg met homeostase uit hoe de bloedsuikerspiegel weer op het juiste niveau wordt gebracht.

Leg uit waarom het op peil houden van de bloedsuikerspiegel een vorm is van negatieve terugkoppeling.

Omschrijf de vetstofwisseling.

Omschrijf de eiwitstofwisseling.

Enkele stoffen in het lichaam van de mens:
essentiële aminozuren, glucagon, glucose en ureum. Welke van deze stoffen worden in de lever gevormd?

1. essentiële aminozuren en glucagon
2. essentiële aminozuren en ureum
3. glucagon en glucose
4. glucose en ureum

Bij een bepaalde ziekte komen gelijktijdig de volgende verschijnselen voor:
1) de urine is donkergeel tot bruin gekleurd
2) het oogwit is geel gekleurd
3) de ontlasting is bleek van kleur

Waardoor zullen deze verschijnselen waarschijnlijk veroorzaakt zijn?

1. doordat de galwegen verstopt zijn
2. doordat de urineleiders verstopt zijn
3. doordat de nieren rode bloedcellen doorlaten
4. doordat de lever te veel ureum afgeeft

biologiepagina.nl

maak de opdrachten...

16 t/m 19

Klaar? inlezen 11.3 of verder werken aan po