3.3 Van moordaanslag naar wereldoorlog

Schrijf het antwoord op de vragen in je schrift.
a: Noem 2 oorzaken van W.O.1.
b: Hoe en waarom wilden de Duitsers een tweefrontenoorlog voorkomen?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijf het antwoord op de vragen in je schrift.
a: Noem 2 oorzaken van W.O.1.
b: Hoe en waarom wilden de Duitsers een tweefrontenoorlog voorkomen?

Slide 1 - Tekstslide

planning
  • Elke les begin je gelijk met het beantwoorden van de vraag/vragen.
  • Vragen filmpje bespreken
  • Uitleg paragraaf.
  • Vraag beantwoorden in lessonup.
  • Huiswerk maken en bespreken.
  • Afsluiten les.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe een moordaanslag kon leiden tot een wereldoorlog.
Ik kan uitleggen welke indirecte oorzaken en wat de directe oorzaak van W.O. 1 zijn.
Ik kan uitleggen welke soorten oorzaken en gevolgen er zijn.
Ik kan uitleggen hoe het tijdsverloop was van de aanslag in 1914 t/m het uitbreken van W.O.1

Slide 3 - Tekstslide

vragen filmpje
Beantwoord de volgende vragen over het filmpje:
a. Door welke gebeurtenis/directe oorzaak ontstond W.O.1?
b. Door welke indirecte oorzaken (oorzaken op langere termijn) ontstond W.O.1?
c. Waarom werd W.O.1 niet zoals eerdere oorlogen niet een korte en snelle oorlog?
d. Leg uit waarom vrouwen gingen werken in W.O.1.
e. Leg uit waarom er propaganda tijdens W.O. 1 werd gebruikt door de oorlogvoerende landen.

Slide 4 - Tekstslide

soldaten in een loopgraaf tijdens WW1
Gavrilo Princip een Serviër die de moord pleegt die de aanleiding/directe oorzaak zou vormen voor de Eerste Wereldoorlog.

Slide 5 - Tekstslide

Indirecte oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
  • Franse wraakgedachte
  • Militarisme
  • Nationalisme
  • Modern imperialisme
  • Nationaliteitenprobleem veelvolkeren staten
  • Wapenwedloop Engeland <=> Duitsland
  • Bondgenootschappen

Slide 6 - Tekstslide

Spanningen in Europa
  •  1910: Spanningen in Europa oorlog hangt in de lucht.
  • Op de Balkan waren al kleine oorlogen in 1912, 1913. 
  • 28 juni 1914: Directe oorzaak/ aanleiding W.O.1 terroristische moord op Franz Ferdinand troonopvolger Oostenrijk-Hongarije door Serviër Princip in Sarajevo Bosnië. Veel Serviërs vonden dat Bosnië bij Servië moest horen en niet bij Oostenrijk-Hongarije.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten oorzaken en gevolgen:
  • Sociaaleconomische oorzaken en gevolgen hebben te maken met hoe mensen aan producten komen (denk aan onderwerpen als landbouw, industrie, handel, werkgelegenheid, inkomsten), maar ook met de groepen in de samenleving en hoe die met elkaar omgaan. Honger kan een oorzaak zijn voor een revolutie bijvoorbeeld.
  • Bij politiek-bestuurlijke oorzaken en gevolgen gaat het over machtsverhoudingen. Bijv. tijdens de Franse Revolutie werd de koning  afgezet en werd Frankrijk een republiek. 
  • Cultureel-mentale oorzaken en gevolgen gaan over gebruiken en gewoontes, waarden en normen. Kunst, muziek, literatuur, religie en tradities horen hierbij. De Reformatie was een cultureel-mentale oorzaak van de Nederlandse Opstand.
  • Directe en indirecte oorzaken/gevolgen=> Directe oorzaken: deze spelen zich vlak voor een gebeurtenis af of oorzaken op korte termijn. De meest directe oorzaak is de aanleiding. Dat is de spreekwoordelijke ‘druppel die de emmer doet overlopen’. Indirecte oorzaken: deze spelen al op langere termijn. Direct gevolg bijvoorbeeld een tsunami met veel schade. Indirect gevolg zoute water maakt landbouwgrond lang onvruchtbaar.
  • Bedoelde en onbedoelde gevolgen. Een bedoeld gevolg is gepland, een onbedoeld gevolg niet.

Slide 8 - Tekstslide

Sociaal economische oorzaken en gevolgen
Politiek bestuurlijke oorzaken en gevolgen
Cultureel-mentale oorzaken en gevolgen
Directe oorzaken en gevolgen
Indirecte oorzaken en gevolgen
Bedoelde en onbedoelde gevolgen
Moord op Franz-Ferdinand 
Nationalisme
Militarisme
Keizerrijk Oostenrijk-Hongarije verdwijnt, Oostenrijk Republiek.
Spaanse griep maakt veel slachtoffers in Europa 1918
Veel propaganda tekeningen in WO1
WO1 ontstaat na moord op kroonprins Oostenrijk-Hongarije

Slide 9 - Sleepvraag

Opdracht
Maak in tweetallen een in uit 8 stappen bestaande historische tijdsvolgorde van gebeurtenissen vanaf de aanslag in 1914 t/m het uitbreken van W.O.1.
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Van aanslag tot W.O.1
  1. 28 juni 1914: Moord op Franz-Ferdinand kroonprins Oostenrijk-Hongarije door Serviër Princip
  2. Oostenrijk-Hongarije eist van Servië onderzoek door Oostenrijkse soldaten in Servië. Die weigerde, want zag wel in dat het dan bezetting zou worden door Oostenrijk. Duitsland steunde Oostenrijk-Hongarije
  3. Rusland belooft Servië te helpen tegen Oostenrijk-Hongarije en gaat zijn troepen mobiliseren. Frankrijk steunt bondgenoot Rusland.
  4. Duitsland geeft Oostenrijk-Hongarije toestemming om Servië aan te vallen. 28 juli 1914 Oostenrijk-Hongarije valt Servië aan.
  5. 30 juli 1914: Frankrijk gaat Rusland helpen en gaat net als Rusland  leger mobiliseren
  6. 1 augustus 1914:  Duitsland verklaart aan Frankrijk en Rusland de oorlog en valt aan.
  7. 4 augustus 1914: Duitsland valt zonder oorlogsverklaring neutrale België, Luxemburg binnen om zo Frankrijk aan te kunnen vallen via het Von Slieffenplan.
  8. 4 augustus 1914: Engeland had verdrag met België, Luxemburg en vat de Duitse inval op als schending neutraliteit van België, Luxemburg en verklaart de oorlog aan Duitsland=> De Eerste Wereldoorlog is een feit.

Slide 11 - Tekstslide

Te doen
Maak van paragraaf 3.3 opdrachten 33, 35, 37, 40.

Mag: maken succescriteria/ samenvatting/ woordweb/ flascards/ zelf toetsvragen maken/ zelftoets digitaal/ herhalings par. 3.7 digitaal.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf het antwoord op de vraag in je schrift.
Noem 2 indirecte en de directe oorzaak van W.O.1

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen

Ik kan uitleggen hoe de Duitse aanval op België verliep.
Ik kan uitleggen waarom het Von Slieffenplan mislukte.
Ik kan uitleggen hoe WO1 van een bewegingsoorlog verzande in een loopgravenoorlog aan het Westfront.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Von Slieffenplan: mislukt door tegenstand Belgen met de Engelsen, Russen vielen sneller aan tweefrontenoorlog.
Franse order tot mobilisatie

Slide 16 - Tekstslide

Aanval op België
  • Heel Europa dacht aan een korte oorlog. Een 'frisher, frölige Krieg', Home before Christmas'.
  • Von Schlieffenplan: snel via België Frankrijk verslaan. Dit ging door spoorwegen en vrachtauto’s om snel veel soldaten te kunnen vervoeren, telefoons voor communicatie, en vliegtuigen voor verkenning of bommen af te werpen. Kanonnen schoten door de forten en versterkingen in België en Frankrijk heen

Slide 17 - Tekstslide

Von Slieffenplan mislukt
  • Smalle Belgische wegen belemmerden de snelle troepenverplaatsing, telefoonlijnen werden veel gesaboteerd en dus geen communicatie tussen Duitse legers. 
  • Gevolg: Duitse troepen terroriseerden Belgische dorpen, steden en mensen. Mede doordat de Duitsers dachten dat de  Belgische burgers die op Duitsers schoten. 
  • Duizenden burgers werden vermoord, , tientallen dorpen verbrand. Veel boosheid over deze terreurdaden van Duitsland.
Centrum van Leuven en de bibliotheek worden in brand gestoken. 

Slide 18 - Tekstslide

Van bewegingsoorlog naar loopgravenoorlog.
  •  Frankrijk bleek sterker dan verwacht en hielp België. Ook de Engelsen kwamen sneller de Belgen en Fransen helpen. Rusland had sneller troepen bij Duitse grenzen dan verwacht en vielen aan: tweefrontenoorlog.
  • Duitse opmars aan Westfront liep vast in  Noord-Frankrijk en Zuidwest-België. De soldaten groeven zich in een een lange, bloedige loopgravenoorlog tussen de Geallieerden en Centralen ontstond. 

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit waarom de Duitse aanval op België en het Von Slieffenplan mislukten en voor een loopgraven oorlog zorgde.

Slide 20 - Open vraag

Te doen
Maak van paragraaf 3.3 opdrachten  43, 45, 46.

Leren paragraaf 3.2 en 3.3
Mag: maken succescriteria/ samenvatting/ woordweb/ flascards/ zelf toetsvragen maken/ zelftoets digitaal/ herhalings par. 3.7 digitaal.

Slide 21 - Tekstslide