In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
M3 Herhalen H2 Bronnen van Energie
Ga zitten op je plek.
Log alvast in op de Lesson-Up.
Slide 1 - Tekstslide
Herhalen H2
Paragraaf 1: De wereld van je stopcontact
Paragraaf 2: Energiebronnen
Paragraaf 3: Gevolgen van energiegebruik
Werkvorm: Fossiele brandstoffen
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Vorige les?
Quizvragen over H2
Zelfstandig werken/leren
Afronden
Slide 3 - Tekstslide
Beschrijf in je eigen woorden wat we bedoelen met fossiele brandstoffen.
Slide 4 - Open vraag
Beschrijf kort hoe steenkool ontstaat.
Slide 5 - Open vraag
Grijze stroom wordt opgewekt uit...
A
Zonne-energie
B
Hydro-energie
C
Fossiele-energie
D
Waterkracht
Slide 6 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de omschrijving:
Ontstaat wanneer ruimte die gebruikt zou moeten worden voor landbouw of woningen, gebruikt wordt voor grote duurzame elektriciteitscentrales.
A
Horizonvervuiling
B
Afvalverbranding
C
Duurzame energiebron
D
Concurrentie om de ruimte
Slide 7 - Quizvraag
In Spanje en Marokko worden meer zonneparken aangelegd dan in NL, omdat de zon hier meer schijnt. Noem nog een andere reden waarom hier meer zonneparken zijn.
Slide 8 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de omschrijving:
Een energiebron die kan opraken.
A
Hernieuwbare energiebron
B
Duurzame energie
C
Niet-hernieuwbare energiebron
D
Groene stroom
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen is in Nederland ... %.
A
5%
B
13%
C
38%
D
41%
Slide 11 - Quizvraag
Waarom zou je kunnen zeggen dat biobrandstoffen niet duurzaam zijn?
Slide 12 - Open vraag
Herhalen H2
Paragraaf 5: Energiegebruik in en om het huis
Paragraaf 6: Duurzame energie
paragraaf 7: Geografische vragen
Werkvorm: ecologische voetafdruk
Slide 13 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij de omschrijving: Dit laat zien hoeveel ruimte er nodig is om alles wat je in één jaar tijd gebruikt te produceren en te verwerken.
A
Concurrentie om de ruimte
B
Ecologische voetafdruk
C
Getijdencentrale
D
Horizonvervuiling
Slide 14 - Quizvraag
Niet ieder huishouden gebruikt evenveel energie. Leg uit hoe de samenstelling van het huishouden invloed heeft op de hoeveelheid energie die wordt gebruikt.
Slide 15 - Open vraag
Wat is bio-ethanol?
A
Een duurzame brandstof uit suiker
B
Een fossiele brandstof uit bruinkool
C
Een duurzame brandstof uit aardolie
D
Een duurzame brandstof uit water
Slide 16 - Quizvraag
Leg uit hoe het kan dat mensen met een hoger inkomen meer energie in huis gebruiken.
Slide 17 - Open vraag
Bekijk de afbeelding
Slide 18 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Energie uit aardwarmte
B
Energie uit waterkracht
C
Bio-ethanol
D
Biomassa
Slide 19 - Quizvraag
Wat is geen vorm van een duurzame energiebron?
A
Biomassa
B
Waterkracht
C
Aardolie
D
Zon
Slide 20 - Quizvraag
Warmteopslag is duurzaam. Niet iedere grondlaag is geschikt. Isoleert zand of klei beter?
A
zand
B
klei
C
Geen van beiden zijn geschikt
D
Ze zijn beiden even geschikt
Slide 21 - Quizvraag
"Wat is daar?" is een voorbeeld van een ... vraag
A
beschrijvende vraag
B
verklarende vraag
C
voorspellende vraag
D
waarderende vraag
Slide 22 - Quizvraag
Aan de slag!
Wat: maak de test-jezelf van 2.2, 2.3, 2.5, 2.6 en 2.7
Hoe: alleen, voor jezelf
Vragen: Help eerst elkaar, vraag daarna de docent
Klaar: kies: leer de begrippen / maak een samenvatting van 2.1 t/m 2.7 (2.4 niet)
Slide 23 - Tekstslide
Afronden
Zorg ervoor dat je de test-jezelfs hebt gemaakt.
Heb je nog vragen over 2.1 t/m 2.7? Stel ze!
Volgende les: Herhalen 2.8 t/m 2.11
Slide 24 - Tekstslide
Herhalen H2
Paragraaf 8: Aardgas in Groningen
Paragraaf 9: Kernenergie in Frankrijk
Paragraaf 10: Zon, Water en Wind
Paragraaf 11: Noor in Marokko
Werkvorm NL vs FR en Brazilië
Slide 25 - Tekstslide
Vandaag
Vorige les?
8 quizvragen over paragraaf 8 t/m 11 + werkvormen
Zelfstandig werken
Afronden
Slide 26 - Tekstslide
In welk jaar werd er in Groningen aardgas ontdekt?
A
1949
B
1959
C
1969
D
1979
Slide 27 - Quizvraag
Aardgas bevindt zich diep in de grond in...
A
Zandsteen
B
Steenzout
C
Kleilaag
Slide 28 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding goed.
Slide 29 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit hoe het boren naar gas leidt tot aardbevingen
Slide 30 - Open vraag
Noem een nadeel van kernenergie.
Slide 31 - Open vraag
In welk land verwacht je meer co2-uitstoot, NL of FR? Leg uit waarom.
Slide 32 - Open vraag
hydro-elektriciteit is energie uit...
A
Water
B
Wind
C
Aardwarmte
D
Biomassa
Slide 33 - Quizvraag
Welke vorm van duurzame energie is het meest geschikt om in Nederland op te wekken? Water, wind of zon? Leg uit.
Slide 34 - Open vraag
Wat wordt er bedoelt met de zin: Brazilië maakt een omgekeerde energietransitie door.
Slide 35 - Open vraag
Aan de slag!
Wat: maak de test-jezelf van 2.8 t/m 2.11
Hoe: alleen, voor jezelf
Vragen: Help eerst elkaar, vraag daarna de docent
Klaar: kies: leer de begrippen / maak een samenvatting van 2.5, 2.6 en 2.7