Als je bijvoorbeeld wilt zeggen dat je klasgenoot Bram altijd alles weet, kan je daar een metafoor van maken:
Bram is de wandelende encyclopedie van de klas.
Als student woonde ze in een kamer die rook als een zwijnenstal.
Hier wordt expliciet genoemd dat de geur de gemeenschappelijke eigenschap is. Ander is dit in de zin:
Haar studentenkamer was een zwijnenstal.
Hier heb je als lezer de vrijheid om andere eigenschappen invullen, bijvoorbeeld dat het in haar studentenkamer een rotzooi was.