wet en regelgeving in de ggz

Wet en regelgeving in de ggz
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wet en regelgeving in de ggz

Slide 1 - Tekstslide

WGBO
Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst

Slide 2 - Tekstslide

Wat houdt het recht op informatie in?
A
Informatie over kosten van behandeling
B
Informatie over diagnose en behandeling
C
Informatie over andere patiënten

Slide 3 - Quizvraag

Wat moet je goedkeuren voor behandeling?
A
Toestemming van de patiënt
B
Vergoeding van verzekering
C
Advies van vrienden

Slide 4 - Quizvraag

Wat regelt de WGBO?
A
Plicht tot ziekenhuisopname
B
Verbod op medicatie
C
Toestemming voor behandelingen
D
Recht op informatie

Slide 5 - Quizvraag

Wat regelt de WGBO?
  • Het recht op informatie over de diagnose, behandeling en prognose.
  •  Toestemming voor behandelingen.
  • Het recht op inzage in het medisch dossier.
  • De geheimhoudingsplicht van zorgverleners.

Slide 6 - Tekstslide

Toepassing in complexe situaties
Wilsbekwaamheid: Als een zorgvrager wilsbekwaam is, mag hij of zij behandelingen weigeren, ook als dit gevolgen heeft.
Handelen zonder toestemming: In acute situaties mag een arts toch handelen zonder expliciete toestemming, bijvoorbeeld bij levensbedreigende situaties of ernstige psychische ontregeling.
Toestemming bij wilsonbekwaamheid: Als iemand niet in staat is om een weloverwogen beslissing te nemen, wordt een mentor, curator of vertegenwoordiger geraadpleegd.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld:
Een patiënt met schizofrenie weigert antipsychotische medicatie, terwijl dit essentieel is om zijn psychose te behandelen. De verpleegkundige moet inschatten of de patiënt de gevolgen van zijn besluit overziet (wilsbekwaamheid). Is hij wilsonbekwaam? Dan wordt een wettelijke vertegenwoordiger ingeschakeld.

Slide 8 - Tekstslide

WVGGZ
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt bij ernstige psychische ontregeling?
A
Zorgvrager moet toestemming geven
B
Arts mag handelen zonder toestemming

Slide 10 - Quizvraag

Wie wordt geraadpleegd bij wilsonbekwaamheid?
A
Arts alleen
B
Curator
C
Mentor
D
Vertegenwoordiger

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de rechten van de patiënt?
A
Informatie en inspraak over zorg
B
Geen rechten tijdens verplichte zorg
C
Verplicht om in te stemmen met alles
D
Geen toegang tot medische dossiers

Slide 12 - Quizvraag

Wie beoordeelt de noodzaak van verplichte zorg?
A
Een psychiater of rechter
B
Een familielid
C
De huisarts alleen
D
Een verpleegkundige

Slide 13 - Quizvraag

Wat regelt de WVGGZ?
Bepaalt de regels rondom gedwongen zorg voor mensen met een psychiatrische aandoening die een gevaar vormt voor zichzelf en anderen
  • wanneer iemand verplichte zorg kan krijgen.
  • hoe deze zorg wordt aangevraagd, beoordeeld en uitgevoerd.
  • de rechten van de patiënt binnen verplichte zorg.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Een patiënt met een ernstige manische episode verstoort de openbare orde en weigert zorg. Zijn familie is bezorgd en schakelt hulp in. De psychiater beoordeelt of een crisismaatregel nodig is, zodat hij tijdelijk gedwongen opgenomen kan worden.

Slide 15 - Tekstslide

WZD
Wet zorg en dwang

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een uitgangspunt van de Wzd?
A
Zorg is gratis
B
Zorg moet vrijwillig zijn
C
Zorg is altijd gedwongen
D
Zorg is optioneel

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van ambulante verplichte zorg?
A
Zorg zonder medicatie
B
Gedwongen medicatie thuis
C
Hulp van vrienden
D
Vrijwillige therapie

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer mag zorg gedwongen worden toegepast?
A
Bij voorkeur
B
Als er geen andere oplossingen zijn
C
Altijd, zonder voorwaarden
D
Bij elke patiënt

Slide 19 - Quizvraag

Wat regelt de Wzd?
A
Vrijwillige zorg voor iedereen
B
Gedwongen zorg voor verstandelijke beperking
C
Gedwongen zorg voor dementie
D
Zorg zonder voorwaarden

Slide 20 - Quizvraag

Wat regelt de Wzd?
Regelt gedwongen zorg voor mensen met een verstandelijke beperking of dementie. Net als de WVGGZ heeft de Wzd als uitgangspunt dat zorg vrijwillig moet zijn, maar in sommige gevallen mag zorg gedwongen worden toegepast.
  • Dwangmaatregelen mogen alleen worden toegepast als er geen andere oplossingen zijn en het noodzakelijk is.
  • Onvrijwillige opname kan in een zorginstelling plaatsvinden als de patiënt een gevaar is voor zichzelf of zijn omgeving.
  • Ambulante verplichte zorg kan ook onder de Wzd vallen, bijvoorbeeld als iemand thuis woont, maar toch gedwongen medicatie moet krijgen

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld
Een oudere dame met dementie wil continu haar huis verlaten, terwijl ze zichzelf in gevaar brengt. Ze wil niet opgenomen worden, maar haar familie maakt zich ernstige zorgen. Een arts en zorgteam beoordelen of er een Wzd-maatregel nodig is om haar in een veilige omgeving te plaatsen.

Slide 22 - Tekstslide

Wet mentorschap

Slide 23 - Tekstslide

Met wie overlegt de mentor?
A
Artsen en verpleegkundigen
B
Familieleden van de zorgvrager

Slide 24 - Quizvraag

Wat regelt de Wet mentorschap?
A
Aanstelling van een mentor bij zorgbeslissingen
B
Financiële zaken van de zorgvrager

Slide 25 - Quizvraag

Wat regelt de Wet mentorschap?
Regelt dat een mentor wordt aangesteld als iemand niet in staat is zijn eigen zorgbeslissingen te nemen. Een mentor helpt bij medische en persoonlijke zorgbeslissingen.
  • Mentorschap wordt ingesteld door de rechter, vaak voor mensen met een verstandelijke beperking, dementie of ernstige psychische problematiek.
  • De mentor beslist mee over zorg en behandeling, maar niet over financiële zaken (dat valt onder bewindvoering of curatele)
  • De mentor moet handelen in het belang van de zorgvrager en overlegt met artsen en verpleegkundigen.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Een jongvolwassene met een ernstige psychotische stoornis is niet in staat om behandelopties te begrijpen. Zijn ouders zijn mentor en nemen beslissingen over zijn zorg, in overleg met de behandelaren.

Slide 27 - Tekstslide