H2 - chapitre 1 bijvoeglijk naamwoord

H2 le 5 octobre 2018
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2 le 5 octobre 2018

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: aan het einde van de les...

- herken ik het bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin
- weet ik hoe ik het bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin kloppend moet maken
- ken ik de woorden van vocabulaire E

Slide 2 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...
A
het werkwoord
B
het zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Quizvraag

La fille est très petite

Waarom staat er een -e achter petit?

Slide 4 - Open vraag

De basisregel
                          enkelvoud            meervoud  
mannelijk                -                      + s
vrouwelijk               + e                  + es

BV:  De meisjes zijn groot
         Les filles sont grandes

Slide 5 - Tekstslide

                     MAAR...
Is het znw vrouwelijk enkelvoud en eindigt het bvn al op een -e? Dan komt er géén extra -e achter het bvn. 

BV: De auto is rood 
        La voiture est rouge 
        DUS NIET rougee
                         MAAR...
Is het znw mannelijk meervoud en eindigt het bvn al op een -s? Dan komt er géén extra -s achter het bvn. 

BV: De spijkerbroek is grijs
        Les jeans sont gris
        DUS NIET griss 

Slide 6 - Tekstslide

Welk bijvoeglijk naamwoord is goed?

Louise et Marie, elles sont très...
A
intelligent
B
intelligente
C
intelligentes
D
intelligents

Slide 7 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is goed?

Mon grand-père a une voiture ...
A
jaune
B
jaunee
C
jaunes
D
jaunees

Slide 8 - Quizvraag

Uitzondering 1:
De bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op de volgende letters veranderen bij de vrouwelijke vorm: 





BV: Sophie et Marie sont très sportives
DUS NIET sportifes

Slide 9 - Tekstslide

Er zijn drie bijvoeglijke naamwoorden (stof uit de brugklas) die helemaal van vorm veranderen als ze vrouwelijk en/of meervoudig worden. Welke?

Slide 10 - Open vraag

Uitzondering 2: 
De volgende bijvoeglijke naamwoorden veranderen helemaal van vorm wanneer ze vrouwelijk worden en/of meervoudig:





BV: Ma grand-mère est vieille 
DUS NIET vieuxe


Slide 11 - Tekstslide

Mon amie est (amoureux)
A
amoureuxe
B
amoureuse
C
amoureuses
D
amoureux

Slide 12 - Quizvraag

Il lit des (gros) livres pendant les vacances d'été
A
gros
B
gross
C
grosse
D
grosses

Slide 13 - Quizvraag

J'ai eu une (bon) note pour mon exposé!
A
bonne
B
bone
C
bon
D
bones

Slide 14 - Quizvraag

Terugblik...
Wat snap ik wel / niet?

Slide 15 - Tekstslide