In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
kan ik uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
kan ik uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron
kan ik beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
kan ik uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
kan ik berekeningen maken met het verband tussen de geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 2 - Tekstslide
Hoog en laag geluid
In de vorige paragraaf hebben jullie gekeken naar hoog en laag geluid (het aantal trillingen per seconde = frequentie)
In deze paragraaf gaan we kijken naar hard en zacht geluid.
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 3 - Tekstslide
Virtuele oscilloscoop
Kopieer de volgende link: https://academo.org/demos/virtual-oscilloscope/
en voer de volgende opdrachten uit:
1. Zeg eens zacht: aaaaa
2. Kijk wat je ziet
3. Zeg een hard: aaaaa
3. Wat zie je nu?
4. Wat is het verschil?
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 4 - Tekstslide
Frequentie en amplitude
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Hieronder zie je een hoge en een lage toon. Het aantal trillingen (frequentie) verandert, maar de trillingen zijn onder en boven wel even hoog
Hieronder zie je drie tonen die steeds wat harder worden. Rood is het zachtst, blauw is het hardst. De golven zijn steeds hoger (amplitude), maar er zijn wel evenveel trillingen
Slide 5 - Tekstslide
De amplitude van een trilling
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Amplitude zegt iets over de geluidssterkte
Amplitude meet je in decibel (dB)
Geluidssterkte geeft aan
hoe hard het geluid is
Slide 6 - Tekstslide
Decibelmeter
De geluidssterkte kun je 'meten' met een decibelmeter.
dB-meters houden altijd rekening met het menselijk gehoor. Voor ons klinkt namelijk niet elke toonhoogte even hard. Daar houd de dB-meter rekening mee. We noemen dit de dB(A)-schaal
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 7 - Tekstslide
Hoe hard is dat eigenlijk?
Op het plaatje hieronder kun je zien hoe hard een aantal soorten geluid zijn. Hierbij zijn er twee grenzen: De onderste grens is de gehoordrempel. Dat is het zachtste geluid wat je kunt horen. De bovenste grens is de pijngrens. Dan is het geluid zo hard dat het pijn doet aan je oren.
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 8 - Tekstslide
In een tabel..
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Gehoordrempel
De geluidssterkte waarbij je het
geluid net begint te horen
Pijngrens
De geluidssterkte waarbij je
oren pijn beginnen te doen
Slide 9 - Tekstslide
Gehoordrempel en pijngrens
De gehoordrempel en pijngrens zijn niet voor elke frequentie hetzelfde.
Dat kun je zien in de grafiek hiernaast:
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 10 - Tekstslide
Rekenen met decibel
De decibel-schaal verloopt een beetje bijzonder. Dat komt door de berekening die erachter zit. Die hoef je (nog) niet te kennen.
De regel is dat elke keer als het geluid twee keer zo hard wordt, dat er 3 dB bij komt.
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld 1.
Ilse zit thuis te videobellen. Zij praat daarbij op een normaal geluidsniveau van 50 dB. Moeder klaagt dat ze dat ergens anders moet gaan doen, want als alle acht kinderen van het gezin dat doen wordt het veel te veel.
1 persoon = 50 dB
8 personen = ....? dB
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld 1.
Deze berekening is het makkelijkst als je dit zoals hierboven uitschrijft.
Er zijn geen formules nodig.
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 13 - Tekstslide
Rekenen met decibellen
''Als het aantal geluidsbronnen twee keer zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3 dB toe''
Wanneer er 1 violist speelt, is de geluidssterkte 70 dB.
Welke geluidssterkte wordt gemeten als er 32 violisten speelt?
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 14 - Tekstslide
Samenvatting:
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelencheck
Ik kan uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
Ik kan uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron
Ik kan beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
Ik kan berekeningen maken met het verband tussen de geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel leerdoelen beheers jij?
Slide 17 - Poll
Als de amplitude groter wordt, dan wordt het geluid...
A
hoger
B
lager
C
harder
D
zachter
Slide 18 - Quizvraag
Leg uit waarom een agent de decibelmeter op een vaste afstand moet houden bij een scooter controle om te controleren of de motor niet teveel lawaai maakt?
Slide 19 - Open vraag
Wat bedoelen we met de pijngrens van het geluid?
Slide 20 - Open vraag
Wat is de gehoordrempel bij een frequentie van 100 Hz?
Slide 21 - Open vraag
Een toon heeft een frequentie van 200 Hz en een geluidssterkte van 25 dB. Leg uit of je deze toon kunt horen.
Slide 22 - Open vraag
Wat betekend de (A) in de dB(A)- schaal?
Slide 23 - Open vraag
Je hebt een luidspreker met een geluidssterkte van 85 dB. Wat is de geluidssterkte van 16 van deze luidsprekers samen?