Semana 11

• spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

¿Qué vamos a hacer hoy?

Semana 11

• Repaso - 15 min
• La descripción fisica - 40 min

Doel: Aan het eind van deze les:

• ken je het fysieke beschrijving in het Spaans
• heb je geoefend met luistervaardigheid

Portátiles cerrados

Periode 3

PW3 in 2 weken

Stof staat in magister

Volgende les kom met vragen

Stof 

Tekst lezen – Begrijp en beantwoord vragen over een tekst.

Werkwoorden – Gebruik de werkwoorden tener (hebben), ser (zijn) en llevar (bijvoorbeeld in de zin Mi madre lleva gafas = Mijn moeder draagt een bril).

Iemand beschrijven – Gebruik bijvoeglijke naamwoorden (adjetivos) om mensen te omschrijven, zoals alto (lang), tiene el pelo largo (heeft lang haar, es simpático (is vriendelijk), enz..

Over je familie schrijven – Schrijf een kort stukje over je familie, zoals we geoefend hebben in het boek.

Vraagwoorden – Herken en gebruik vraagwoorden: wat, waar, hoe, wanneer, wie, hoeveel, welke, waarom

¡Bienvenidos a la clase de Español!

Hoy es _______, ____________ de__________

RepasoHerhaling

.

Repaso

• La familia
• los interrogativos

Klaar?

Vocabulario tema 3 (achter je boekje)

Tema: Descripción y familia

✅ Luistervaardigheid: De leerling kan luisteropdrachten begrijpen en correcte informatie koppelen aan afbeeldingen.

ESCUCHAR

Volgende dia schrijf je ze op

Escucha y escribe los nombres y las edades de los hermanos (1 - 6)

Ejemplo:

1) una hermana - Silvia - 13

Escucha y escribe los nombres y las edades de los hermanos (1-6)
ej. 1 una hermana- Silvia-13 / dos hermanos-Paulo y Carlos-14 y 13

Luister en schrijf de namen en leeftijden van de broers en zussen (1-6) op in het Spaans. Bijvoorbeeld: 1 één zus – Silvia – 13./ twee broers -Paulo en Carlos-14 en 23

copia la tabla en tu cuaderno

¿Cómo son?

Doel: luisteren van beschrijvingen

Tabel invullen met gegevens

¿Cómo son?

Escucha y escribe la descripción. 

Copia y rellena la tabla. (1 – 4)

¿Cómo son?

nombre	Descripción	Ojos	Pelo
Lola	baja, gorda	azules	rubio, largo & liso
Alonso	alto, delgado	verdes	corto, castaño, liso
Berta	pequeña	marrones, gafas	pelirrojo, rizado
Rafael	violenta, tiene barba, muy alto & delgado	grises	negro, liso, corto

¿Cómo es tu pelo?

Escucha y escoge la opción correcta.
Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment.

 Doel: Pas vaardigheden en kennis toe in onbekende situaties.

Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 1.

1. 
2. 
3. 
4. 

2.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 2

1. 
2. 
3. 
4. 

3.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 3

1. 
2. 
3. 
4. 

4.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 4

1. 
2. 
3. 
4. 

5.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 5

1. 
2. 
3. 
4. 

6.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 6

1. 
2. 
3. 
4. 

7.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 7

1. 
2. 
3. 
4. 

8.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 8

1. 
2. 
3. 
4. 

9.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 9

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe zou je haar beschrijven. Schrijf 3 zinnetjes op in het Spaans

¿Cómo son?

Escucha y escribe la letra del dibujo y el nombre correcto. (1 – 5)

Schrijf het op in je schrift.

Soluciones

1) Paco, b

2) Arturo, c

3) Angelina, e

4) Mariela, d

5) Sergio, a

Schrijf 5 woorden op in het Spaans die je kan gebruiken om iemand te beschrijven.

Blooket

- achter in je werkboekje Cap 2

EXTRA

1. het werkwoord TENER

2. Bijvoeglijk naamwoord

3. Iemand beschrijven

4. Lidwoorden en meervoud

5. Werkwoord GUSTAR (nieuw)

blog.duolingo.com

EXIT TICKET:

1. Noem één ding dat je makkelijk vond in deze les.

2. Noem één ding dat je moeilijk vond en noem hoe je het gaat aanpakken.