In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.5 keizer Napoleon
Slide 1 - Tekstslide
Programma
wat?
hoe?
tijd?
terugblik
klassikaal
10 minuten
uitleg 4.5
klassikaal
15 minuten
kahoot of werken aan PO?
individueel
10 minuten
Slide 2 - Tekstslide
John Locke had veel theorieën over de samenleving. Een van zijn bekendste was het sociaal contract. Wat houdt dit in?
A
Het volk krijgt de hoogste macht en kiest uit hun midden een vorst die mag regeren.
B
Vorst krijgt de absolute macht van het volk. In ruil hiervoor moeten zij altijd de vorst gehoorzamen.
C
Vorst krijgt macht om te regeren van het volk als zij rekening houden met belang van het volk. Anders mogen zij hem afzetten
D
Het volk krijgt stemrecht en mogen een vorst kiezen als deze slechte beslissingen maakt mag het volk hem afzetten
Slide 3 - Quizvraag
Lodewijk XIV probeerde Frankrijk op verschillende manieren te centraliseren. Geef hiervan een voorbeeld op: - Economisch gebied - Politiek gebied - Religieus gebied
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat het verschil is tussen droit divin en verlicht absolutisme.
Slide 7 - Open vraag
Leerdoel
aan het eind van deze les:
kun je verklaren waarom Napoleon het na de Franse Revolutie lukte om alleenheerser te worden van Frankrijk
weet je wat er veranderde in Frankrijk nadat Napoleon de macht greep.
kun je uitleggen hoe Frankrijk van een Republiek toch weer een monarchie werd
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
De Terreur
1793-1794
De macht in Frankrijk komt in handen van de radicale revolutionairen.
De leider isRobespierre.
Alle tegenstanders werden onthoofd onder de guillotine
Slide 10 - Tekstslide
Einde Terreur 1794
Frankrijk arm en nog steeds in oorlog
Hoe nu verder?
Willen we een nieuwe koning?
Willen we verder met een revolutie?
Men verlangde naar een sterke leider
Slide 11 - Tekstslide
Napoleon
Napoleon Bonaparte
geboren op Corsica (1769)
generaal in het Leger
Daadkrachtig
Slide 12 - Tekstslide
Napoleon
situatie in FR.: --> bijna een koningsgezindeopstand: neergeslagen door Napoleon.
benoemd als Legerleider van het Frans-Italiaanse leger
kon orde op zaken stellen: 1799 staatsgreep
In 1804 benoemt hij zichzelf totkeizer
Slide 13 - Tekstslide
Positieve gevolgen
Code Napoléon:
Wetboek van Napoleon
Alle mensen dezelfde wetten en straffen
Schaft in veroverde gebieden de standenmaatschappij af
Slide 14 - Tekstslide
Absoluut Keizer
Schaft vrijheid van meningsuiting af
Censuurwordt weer ingevoerd
Iedereen wordt in de gaten gehouden
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Napoleon verovert Europa
Kan Engeland niet verslaan.
Voert het Continentaal Stelsel in.
Er mag geen enkel land meer handel drijven met de Engelsen.
Slide 17 - Tekstslide
Napoleon weet niet van ophouden
Strijd tegen Rusland
Tactiek van de 'verschroeide aarde'
Honger, ziekte en vooral kou
18.000 van 600.000 soldaten overleven
Slide 18 - Tekstslide
Ondergang Napoleon
Napoleon verslagen bij Leipzig (1813)
Verbannen naar het eiland Elba
Weet te ontsnappen --> nieuwe oorlog
Napoleon definitief verslagen bij Waterloo
Verbannen naar het eiland Sint Helena
Hier sterft hij in 1821
Slide 19 - Tekstslide
Check
Slide 20 - Tekstslide
Wat hoort NIET bij Napoleon's beleid?
A
Adel en geestelijken krijgen voorrechten niet terug
B
Scheiding der machten (regering van meerderen)
C
Een grondwet waar iedereen gelijk is
D
Standensamenleving blijft afgeschaft
Slide 21 - Quizvraag
Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek
Slide 22 - Sleepvraag
Bekijk de afbeelding.
De tekenaar geeft commentaar op de Franse standensamenleving. Bespreek wat hij wil zeggen met zijn tekening. Gebruik in je antwoord de bron.