4B - Licht

Licht
Lenzen
Lichtstralen construeren
Oog + bril
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Licht
Lenzen
Lichtstralen construeren
Oog + bril

Slide 1 - Tekstslide

Je krijgt van je docent een werkboekje over deze onderwerpen.

Slide 2 - Tekstslide

Verschillende lenzen

Slide 3 - Tekstslide

Lichtstralen door een lens veranderen van richting

Slide 4 - Tekstslide

Nadat lichtstralen op een bolle lens vallen, komen de lichtstralen samen in het brandpunt.

Slide 5 - Tekstslide

De afstand van de lens tot het brandpunt heet de brandpuntsafstand.

Slide 6 - Tekstslide

Maak opdr. 24 t/m 37 uit je werkboekje.

Slide 7 - Tekstslide

Lichtstralen construeren
Bij een bolle lens, kun je tekenen hoe de lichtstralen lopen.

Je tekent dan 3 lichtstralen.

Dit tekenen noem je construeren.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Beeld maken
Met een lens kun je een beeld maken op een scherm, zoals met een beamer. 
Door lichtstralen te construeren, kun je tekenen waar het beeld terecht komt.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maak opdr. 38 t/m 63 uit je werkboekje.

Slide 12 - Tekstslide

Het oog
Ons oog heeft ook een bolle lens.

Slide 13 - Tekstslide

De ooglens kan platter worden om scherp te zien van veraf.
De ooglens wordt boller om dichtbij scherp te zien.

Slide 14 - Tekstslide

Bril
Als je dingen om je heen niet scherp ziet, heb je een bril of lenzen nodig. 
Je kunt bijziend zijn -> dichtbij zie je goed.
Je kunt verziend zijn -> ver weg zie je goed.

Slide 15 - Tekstslide

Bij bijziend is je ooglens niet plat genoeg voor veraf. 
Je hebt dan een bril met holle (= negatieve) glazen nodig.

Slide 16 - Tekstslide

Bij verziend is je ooglens niet bol genoeg. 
Je hebt dan een bril met bolle (= positieve) glazen nodig.

Slide 17 - Tekstslide

Maak opdr. 70 t/m 86 uit je werkboekje

Slide 18 - Tekstslide