L10: Kortfilms vergelijken

  • LU: L1 Leesvaardigheid
  • CS L1 op SS

  • Toets L1: 20 sept.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • LU: L1 Leesvaardigheid
  • CS L1 op SS

  • Toets L1: 20 sept.

Slide 1 - Tekstslide

Verbeter schrijfopdracht
Maak een schrijfdagboek aan.

Slide 2 - Tekstslide

pag. 98

Slide 3 - Tekstslide

Geef het grootste verschil tussen een kortfilm en een gewone film.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Waarover denk je dat het verhaal zal gaan?

Snel klaar: oef 3b-c-d in boek.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

oefening 4 en 5 (p. 99)
Bespreek met je buur:
- Waarom is de jongen eerst boos als hij ziet dat het hondje gehandicapt is?
- Vond je het einde van het verhaal verrassend? Waarom?
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

oefening 6 
Heeft de kortfilm je doen nadenken? Heb je gedacht aan een situatie uit je eigen leven?

Slide 9 - Tekstslide

8. Tijdens het kijken van een film stellen we ons voortdurend vragen.

Noteer nu 2 vragen die doorheen de film in gedachten opdoken.
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Welke vragen zijn er opgelost op het einde van de film?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

tegenspeler

nevenpersonage

hoofdpersonage
zoontje
moeder
hondje

Slide 14 - Sleepvraag

oefening 10 (p. 100)
  1. Nummer de scènes van 1 tot 10.
  2. Schrijf naast elke scène in één korte zin wat er gebeurt. 
timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ken je een voorbeeld van een verhaal waarbij de chronologie van het verhaal niet van begin tot einde werd gevolgd.

Slide 17 - Tekstslide

Flashback: de verhaallijn wordt onderbroken en de schrijver voert een lange passage uit het verleden in.

Flasforward: de verhaallijn wordt onderbroken en de schrijver voert een lange passage in die zicht in de toekomst afspeelt.

Slide 18 - Tekstslide

even herhalen...
  • protagonist
  • antagonist
  • nevenpersonage
  • gesloten einde
  • flashback
  • flashforward
  • chronologisch verloop

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk de affiche. Wat zal er gebeuren in de kortfilm?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

oefening 3 
Bespreek met je buur en vul je cursus in.
a) Hoe oud schat je het hoofdpersonage in bij de start van de film?
b)  Wat is zijn grote droom?
c)  Hoe wil hij die droom bereiken?
timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

oefening 4 (p. 102)
Verdeel de woorden over 4 groepen.
Woorden:
  • die ik nog nooit gehoord heb
  • die ik al gehoord heb, maar niet begrijp
  • die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar niet gebruik
  • die ik begrijp en zelf gebruik
timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

oefening 4 (p. 102)
  1. Vergelijk met jouw buur.
  2. Leg elkaar de betekenis uit.
  3. Zoek de betekenis op van woorden die jullie allebei niet begrijpen.  
timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Welke eigenschappen passen bij het hoofdpersonage?

Slide 27 - Woordweb

mondeling
oefening 5
Vind je het een realistisch verhaal of niet? 

oefening 6 
Noteer 2 vragen die je tijdens de film stelde.

Slide 28 - Tekstslide

Zijn de vragen beantwoord in de film?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Waarom laat de regisseur ons achter met vragen?

Slide 31 - Open vraag

8. Welke boodschap wil de regisseur meegeven?

Slide 32 - Tekstslide


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 33 - Quizvraag


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 34 - Quizvraag


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 35 - Quizvraag


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 36 - Quizvraag


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 37 - Quizvraag

Verzin een leuke alternatieve titel voor 1. The Present en 2. Coin Operated.

Slide 38 - Open vraag

Schrijfoefening 2

Slide 39 - Tekstslide