Cursus 5.1 Doen wat gezegd wordt

Wetten
Regels
Afspraken over wat wel en niet mag.
Afspraken over wat wel en niet mag vastgesteld door de overheid
1 / 29
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wetten
Regels
Afspraken over wat wel en niet mag.
Afspraken over wat wel en niet mag vastgesteld door de overheid

Slide 1 - Sleepvraag

Wat staat er in een wetboek? Regels of wetten.
A
regels
B
wetten

Slide 2 - Quizvraag

Regels zijn
A
afspraken over wat je wel en niet mag doen
B
zinnen
C
afspraken van de politie
D
wetten

Slide 3 - Quizvraag

Een boete, gevangenisstraf of een taakstraf is een voorbeeld van een...
A
Wet
B
Sanctie
C
Regel
D
Overheid

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een sanctie?
A
Een wet
B
Een regel
C
Een gebouw
D
Een straf

Slide 5 - Quizvraag

Macht en invloed
Iemand heeft macht over je wanneer je moet doen wat hij/zij zeggen. --> ouders, politie, leraar of trainer. 
Voorbeeld uit je eigen leven?

Je kunt ook iets van iemand overnemen omdat het je eigen keus is. Iemand heeft dan invloed op je.
Voorbeeld uit je eigen leven?

Slide 6 - Tekstslide

Wat hoort bij wat?
MACHT
INVLOED
Trainer
Overheid
Vrienden
Idool
Influencers
Politieagent
Docent
Familie
Je Ouders

Slide 7 - Sleepvraag

Macht of invloed? Je vriend koopt een Barcelona shirt. Jij wil er nu ook 1.
A
macht
B
invloed

Slide 8 - Quizvraag

Macht of invloed? Je ouders bepalen dat je vanwege roken een week huisarrest krijgt.
A
macht
B
invloed

Slide 9 - Quizvraag

Macht of invloed? De agent seint dat je de auto stil moet zetten langs de weg
A
macht
B
invloed

Slide 10 - Quizvraag

Macht of invloed? Je neemt hetzelfde kapsel als je favoriete zanger/zangeres
A
macht
B
invloed

Slide 11 - Quizvraag

Macht of invloed? Je ziet een reclame over FIFA21 en vraagt je ouders of ze dit voor je willen kopen
A
Macht
B
Invloed

Slide 12 - Quizvraag

Macht of invloed? Een politieagent bepaalt dat je niet verder mag rijden.
A
Macht
B
Invloed

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een sanctie?
A
Een wet
B
Een regel
C
Een gebouw
D
Een straf

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een wet?
A
Geen pet op in de klas
B
Tot je 18e naar school
C
Op tijd in de les zijn
D
Geen energydrankjes in school

Slide 15 - Quizvraag

Wie kan er in Nederland een gevangenisstraf opleggen?
A
De burgemeester
B
De politie
C
De rechter
D
De minister

Slide 16 - Quizvraag

Bestuurders
De koning is onze hoogste bestuurder, het staatshoofd.
De koning heeft maar weinig macht.

Aan het hoofd van de gemeente (zoals Apeldoorn)  staat de burgemeester.
Je herkent hem aan een ambtsketting. 

De provincie (zoals Gelderland) wordt bestuurd door
de commissaris van de koning

Slide 17 - Tekstslide

Bestuurders
De regering in Den Haag bestuurt ons land.
Aan het hoofd van de regering staat de minister-president

3 soorten bestuur  dus. Zij vormen samen de overheid
- Gemeentebestuur (burgemeester aan het hoofd)
- Provinciebestuur (commissaris van de koning aan het hoofd)
- Landsbestuur (regering met minister-president aan het hoofd)

Alle zaken die met het bestuur van het land te maken hebben = politiek. 

Slide 18 - Tekstslide

Wie staat er aan het hoofd van de gemeente?
A
Gemeentenaar
B
Burgermeester
C
Wijkagent
D
Commissaris van de koning

Slide 19 - Quizvraag

Wie leidt het bestuur van de provincie?
A
Minister
B
Koning
C
Commissaris van de Koning
D
Burgermeerster

Slide 20 - Quizvraag

leider van de regering
A
Staatshoofd
B
Commissaris van de koning
C
Burgemeester
D
Minister-president

Slide 21 - Quizvraag

Wat doet de regering?
A
Ze besturen Nederland
B
Ze besturen de school
C
Ze besturen een auto
D
Ze besturen Europa

Slide 22 - Quizvraag

De burgermeester is de baas van de gemeente?
A
Ja, zijn wil is wet in de gemeente.
B
Nee, de hij staat aan het hoofd van gemeente gemeenteraad beslist.
C
Ja, hij is de voorzitter van de gemeenteraad.
D
Nee, de wethouders beslissen.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een ambtenaar?
A
iemand die voor het bestuur van een land werkt
B
een groep mensen die regels maakt
C
de leider van Egypte
D
De overblijfselen van een dode

Slide 24 - Quizvraag

Welk beroep is geen ambtenaar?
A
burgemeester
B
Priester
C
Politieagent
D
Soldaat

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noemen we de personen in de regering die wetten maken en uitvoeren?
A
Ambtenaren
B
Kabinet
C
Parlement
D
Ministers

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn Staatssecretarissen?
A
Ministers
B
onderministers
C
regering

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel zetels heeft de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
100
D
175

Slide 28 - Quizvraag

Test jezelf op de laptop. Extra vragen bij de docent halen.
Alle antwoorden controleren

Slide 29 - Tekstslide