Hoofdstuk 1.1 Kun jij kopen wat je wilt?

Economie

Pak rustig je boeken, schrift en rekenmachine


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie

Pak rustig je boeken, schrift en rekenmachine


Slide 1 - Tekstslide

Economie
Planning
  • Filmpje
  • Instructie
  • Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoofdstuk 1 


1.1 Waar heb jij behoefte aan?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Wat voor behoeften je kunt hebben
  • Welke betekenis schaars heeft bij het vak economie
  • Wat bepaalt hoe groot jouw welvaart is
  • Waarom je keuzes moet maken als je een hogere welvaart wilt

Slide 5 - Tekstslide

Primaire behoeften
Zijn noodzakelijke behoeften 

Goederen en diensten die je nodig hebt om te overleven.

VB: eten, drinken, kleding, onderwijs en woonruimte. 

Slide 6 - Tekstslide

Secundaire behoeften
Zijn behoeften die niet noodzakelijk zijn. 
Het zijn luxeproducten.

VB: vakanties, een auto, scooter etc.

Slide 7 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn ...
A
Noodzakelijke behoeften
B
Luxe behoeften
C
Secundaire behoeften
D
Quartaire behoeften

Slide 8 - Quizvraag

Secundaire behoeften zijn:
A
Playstation4
B
Brood
C
Trui
D
iPhone

Slide 9 - Quizvraag

Middelen & schaarste
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig.
De belangrijkste middelen zijn:
  • Geld
  • Tijd
We hebben veel behoeften, maar onze middelen zijn beperkt. Iets is schaars als er niet genoeg van is om alle behoeften te vervullen.

Slide 10 - Tekstslide

LET OP: Schaarste
Schaars is iets anders dan zeldzaam!!

Er is veel brood, dus brood is niet zeldzaam. 
Maar brood is wel schaars, want het is er niet vanzelf. 

Slide 11 - Tekstslide

Vrije goederen
Zeewater, zonlicht en wind zijn niet schaars, 
het zijn vrije goederen.

Vrije goederen zijn vrij beschikbaar en er hoeven geen middelen ingezet te worden om ze te verkrijgen. 
Je hoeft er dus niet voor te betalen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen schaars goed?
A
brood
B
auto
C
zonlicht
D
geld

Slide 14 - Quizvraag

Prioriteiten
Prioriteiten stellen
bepalen welke behoeften het belangrijkst zijn en welke minder belangrijk.

Het is verstandig zijn om de meeste prioriteit te geven aan de primaire behoeften.

Slide 15 - Tekstslide

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Bezuinigen
D
Investeren

Slide 16 - Quizvraag

Welvaart
Welvaart
hoe goed je je behoeften kunt vervullen. Hoe meer behoeften je kunt vervullen, hoe groter je welvaart is.

Slide 17 - Tekstslide

Welvaart
Om je behoeften te vervullen heb je middelen nodig.
Als je meer geld hebt, kun je meer goederen en diensten kopen om je behoeften te vervullen.

Slide 18 - Tekstslide

Zelfvoorziening
Iets zelf maken i.p.v het product kopen. 

Voorbeelden:
Zelf een taart bakken, moestuin, zelf je kleren maken, je eigen huis bouwen etc.. Kenmerk je koopt het niet maar doet het zelf. 

Slide 19 - Tekstslide

Welvaart is de mate waarin je je behoeftes kunt voorzien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Weektaak
  • Intro
  • Weet je het nog?
  • 1.1 

Slide 21 - Tekstslide