Modernisme - Beeldende kunst herhaling

Welke kenmerken passen bij
het Modernisme?
A
traditioneel, kwaliteit, waarneming, academisch
B
consumptiemaatschappij, alledaags, eclectisch
C
experimenteel, expressief, radicaal, primitief, onderbewuste
D
inhoudsloos, onbegrensde mogelijkheden, 2dimensionaal
1 / 41
volgende
Slide 1: Quizvraag
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke kenmerken passen bij
het Modernisme?
A
traditioneel, kwaliteit, waarneming, academisch
B
consumptiemaatschappij, alledaags, eclectisch
C
experimenteel, expressief, radicaal, primitief, onderbewuste
D
inhoudsloos, onbegrensde mogelijkheden, 2dimensionaal

Slide 1 - Quizvraag

Welke jaartallen horen er bij
het Modernisme?
A
1850-1900
B
1900-1950
C
1950-2000
D
2000- heden

Slide 2 - Quizvraag

De expressionisme houden zich bezig met....
A
het nauwkeurig weergeven van de werkelijkheid
B
het vastleggen van een bepaald moment
C
het verbeelden van hun gevoelens
D
de verheerlijking van technologie

Slide 3 - Quizvraag

De kubisten, zoals Braque, experimenteerden vooral met.....
A
Kleur
B
perspectief
C
onderwerp
D
materiaal

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
De kubisten probeerden hun onderwerpen volledig visueel te doorgronden, en dit over te brengen op een tweedimensionaal doek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De futuristen laten zich inspireren door
A
Oorlog, technologie, snelheid, lawaai
B
Robots, Virtual Reality en het internet
C
Menselijke emoties en het onderbewustzijn
D
Kunststromingen uit het nationaal verleden

Slide 6 - Quizvraag

Expressionisme
Kubisme

Futurisme

Snelheid, lawaai, beweging, technologie
Felle kleurvlakken, uitdrukking geven aan gevoel
Gefragmenteerd, meerdere perspectieven, analytisch

Slide 7 - Sleepvraag

Expressionsime
Kubisme
Futurisme

Slide 8 - Sleepvraag

Dada...
A
maakt gebruik van humor en ironie
B
maakt antikunst, wil shockeren
C
Gewone gebruiksvoorwerpen werden als kunst tentoongesteld (Readymades)
D
maakt gebruik van toevalstechnieken

Slide 9 - Quizvraag

Het constructivisme ontstaat in....
A
Parijs, Frankrijk
B
De Verenigde Staten
C
Zurich
D
De Sovjet Unie

Slide 10 - Quizvraag

Welk werk behoort tot het Constructivisme?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Kenmerken van De Stijl
A
Rechte, elkaar kruisende lijnen.
B
Primaire kleuren + zwart/wit
C
Horizontale en verticale lijnen
D
Asymmetrische composities

Slide 12 - Quizvraag

Het Bauhaus legt het accent op...
A
de functionaliteit van producten
B
het weergeven van emoties
C
toeval
D
een zo nauwkeurig mogelijke weergave van de werkelijkheid

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Expressionisme (+/-1906 – 1920)
  • Kunstenaars stellen hun emoties centraal (nadruk ligt op gevoel)
  • verzetten zich tegen de natuurgetrouwe weergave. 
  • Kenmerkend:
- ze schilderden vereenvoudigd
- of ze schilderden gedeformeerd ( = herkenbare vormen zo veranderen dat ze veel verschillen van de realiteit door verschuiving, verdraaiing, verkleining etc.)
- krachtige, felle kleuren (vaak anders dan de werkelijkheid)
--> Geabstraheerd, of soms zelfs abstract (Kandinsky, Klee
  • Groepen: Fauvisten (Frankrijk), Die Brücke, Der Blaue Reiter (Duitsland)

Slide 15 - Tekstslide

Kubisme (+/- 1909 – 1914)
  • Opgedeeld in analytisch kubisme (de voorstelling is opgedeeld in kleine vakjes, veel grijs/bruintinten) en het synthetisch kubisme (de compositie wordt overzichtelijker en krijgt meer kleur, toevoeging van andere materialen (eerste collage/assemblage)).
  • de voorstelling werd herleid tot geometrische vormen.
  • de voorstelling werd vanuit verschillende gezichtshoeken/standpunten weergegeven
  • als gevolg daarvan verdween de ’logische’ diepte uit het schilderij.

Slide 16 - Tekstslide

Futurisme (1909 – 1914)
  • eisten de vernietiging van alle tradities (gericht op de toekomst)
  • Nationalisme  --> oorlogsenthousiasme
  • beweging uitbeelden door herhaling, bewegelijke lijnen
  • beweging uitbeelden door vervormingen en fragmentatie
  • men was geïnspireerd door techniek, snelheid en geweld - invloed van technologie
  • geloof in de toekomst met techniek en machines
  • kenmerken van het futurisme zijn snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen, vooruitgang en nieuwe technologie.

Slide 17 - Tekstslide

Constructivisme (1913 – 1922) (Sovjet-unie)
  • Het constructivisme ontwikkelde zich vanuit het kubisme en futurisme. -> puur geometrisch
  • Constructivisten wilden met hun kunst een nieuwe, pure, esthetische en geconstrueerde werkelijkheid bereiken. (op zichzelf staand, niet verhalend, totale abstractie)
  • kenmerken van het constructivisme:  
- gebruik van geometrische, abstracte vormen vormentaal en materiaal zonder ‘handschrift’: geen emotie, expressie of individualiteit
- autonome kunst: verwijst niet naar iets buiten zichzelf: het is geometrische kunst die niets symboliseert
- de kunstenaar was onderzoeker, ingenieur, en 'kunst constructeur'
- een nieuwe taal, als uitdrukking van een socialistische samenleving: machine-esthetiek en nieuwe materialen en vormen 

Slide 18 - Tekstslide

De Stijl (opgericht 1917)
  • zette zich in voor een nieuwe kunst in een nieuwe, betere wereld
  • samenwerking tussen schilders en architecten
  • De Stijl wilde een zuivere kunst. Dat betekent dat de kunst onafhankelijk moest worden en haar eigen regels en wetten moest formuleren. (Totale abstractie, geen verhalende kunst)
  • Kenmerken:
  -  Rechte, elkaar kruisende lijnen. 
  -  Primaire kleuren + zwart/wit
   - Horizontale en verticale lijnen
   - Asymmetrische composities

Slide 19 - Tekstslide

Bauhaus (1919 – 1933)
  •  1919:  Walter Gropius sticht in het Duitse Weimar een rijksschool voor architecten, kunstenaars en industrieel ontwerpers, waar moderne, functionele vormgeving werd onderricht. 
  • De doelstellingen van het Bauhaus waren:
 - een grondige ambachtelijke opleiding
-  creëren van hoogwaardige technische en esthetische producten
-  accent op de functionaliteit van producten
- betaalbare producten leveren door industriële productieprocessen
- samenwerking binnen de kunstdisciplines om tot een Gesamtkunstwerk te komen
- integratie van kunst in het dagelijks leven 
  
  

Slide 20 - Tekstslide

Dada (1916-1920)
  •  Gevluchte kunstenaars naar neutrale Zwitserland komen samen (Cabaret Voltaire, Zurich)
  • Omver halen van alle logica die tot de ellende (WOI) had geleid, om daarmee de bestaande cultuur omver te halen. Alle bestaande normen en waarden moesten belachelijk gemaakt worden. 
  • Dada maakte antikunst, wilde shockeren
  • Humor en ironie
  • Gewone gebruiksvoorwerpen werden als kunst tentoongesteld (Readymades)
  • Afvalproducten werden verwerkt in de kunstwerken
  • Het toeval (irrationionele) speelt een rol.
  
  

Slide 21 - Tekstslide

Surrealisme (Vanaf 1924)
  • Borduurt voort op het Dadaisme
  • Dromen, visioenen en erotische fantasieën stonden in het surrealisme centraal. Zij zochten een hogere werkelijkheid achter de uiterlijke verschijningsvorm (sur-realité).
  • inspiratie uit de denkbeelden van de psycholoog Sigmund Freud
  • Onderbewustzijn speelt een belangrijke rol -> Automatisch tekenen, dromen

Slide 22 - Tekstslide

Expressionisme
Kubisme
Constructivisme
De Stijl
Futurisme
Bauhaus
Dadaisme
Surrealisme

Slide 23 - Sleepvraag

Expressionisme
Kubisme
Constructivisme
De Stijl
Futurisme
Bauhaus
Dadaisme
Surrealisme

Slide 24 - Sleepvraag

Expressionisme
Kubisme
Constructivisme
De Stijl
Futurisme
Bauhaus
Dadaisme
Surrealisme
Meerdere standpunten, geometrische vormen, gefragmenteerd
Verheerlijking van lawaai, technologie, en agressie 
Dromen, onderbewustzijn en fantasiën
Absurditeit, anti-kunst, humor, destructief 
Subjectieve gevoel, krachtige, felle kleuren, vervorming van de werkelijkheid 
 geometrische, abstracte vormen
autonome kunst: kunstenaar als ingenieur, uitdrukking socialistische samenleving 
Zuivere, pure, spirituele kunst voor een betere toekomst, universele vormentaal
ambacht, betaalbare producten, functionaliteit (from follows function

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

Opkomst van engagement
  • mening geven
  • start in 19e eeuw (realisme toont sociale underdog)
  • gaat daarna door... 

  • Ook propaganda-doeleinden voor het Communisme, Nazisme, Fascisme 

Engagement (letterlijk: zich ergens toe verplichten) duidt op de zelfopgelegde verplichting van de kunstenaar zich met zijn werk in dienst te stellen van een politiek, sociaal of religieus ideaal en zo mee te werken aan de verandering van de samenleving om dat ideaal te verwezenlijken.
Gewone mensen, alledaagse taferelen en de onverhulde werkelijkheid zijn belangrijke thema’s voor de realisten van de tweede helft van de negentiende eeuw. Inspiratie wordt gevonden in het plattelandsleven en het vaak miserabele lot van de lagere sociale klasse.
De interesse hiervoor houdt verband met het marxisme, dat in zwang raakt halverwege de negentiende eeuw. Het marxisme draait voornamelijk om de gewone arbeider uit de lagere klasse. Met het sociaal realisme ontstond er een kunstenaarschap waarbij de kunstenaar de taak op
zich nam om de vinger op de zere plek te leggen door aan te wijzen waar het niet goed gaat. De
belangrijkste methode hierbij was simpelweg het laten zien van de misstanden en zo de toeschouwer met de neus op de feiten te drukken.

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van propaganda?
A
het publiek oproepen sociaal en maatschappelijk betrokken te zijn
B
de verering van een dictator in de media
C
gedachtengoed 'opdringen' aan het publiek door eenzijdige en/of verzonnen informatie
D
het publiek opruien voor een gewelddadige revolutie

Slide 28 - Quizvraag

Kunst tijdens het Nazi regime
Kunst moet gemaakt zijn volgens 
de klassieke regels: neo-classisistisch.

Dit schilderij is door Hitler zelf gemaakt. 

Alles wat daar niet aan voldoet wordt ENTARTETE KUNST genoemd. Dat is Duits voor ONTAARDE KUNST.
Entartete Kunst is een Duitse term die in nazi-Duitsland (1933-1945) werd gebruikt om kunst aan te duiden die niet aan de eisen van het nationaalsocialistische regime voldeed. Het ging vooral om moderne kunst uit die tijd, zoals abstracte kunst en het expressionisme.  Het betrof een campagne van de NSDAP om de Duitse kunstwereld onder haar controle te brengen, zodat deze voor propagandistische doeleinden van de staat kon worden ingezet.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Bekijk de afbeeldingen op de vorige pagina. Welke gemeenschappelijke kenmerken heeft de door de Nazi' s gebruikte kunst?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Waarom wordt alle niet realistische kunst als verdacht (entartet) gezien?

Slide 33 - Open vraag

Entartete Kunst - bepaal welke kunst entartet is:
Entartete kunst
Kunst geaccepteerd door Hitler

Slide 34 - Sleepvraag

Socialistisch realisme, Suprematisme en en constructivisme
Kunst in Rusland

Slide 35 - Tekstslide

Malevitch 'Zwart vierkant'1913
Suprematisme
Rusland werd eeuwenlang geregeerd door strenge tsarenregimes.
De meeste mensen leefden onder slechte economische omstandigheden. In 1917 vond de Russische Revolutie plaats. In februari werd tsaar Nicolaas II afgezet, in oktober greep Lenin de macht. De revolutie moest een einde maken aan de overheersing en uitbuiting van het volk door de kapitalisten en aristocratie.
De 'witten' - aanhangers van het oude regime - werden verslagen door de 'roden' en het communisme ontstond. De revolutionairen streefden naar een totale herstructurering van maatschappij en economie. Geïnspireerd door Marx, was het ideaal om een wereldrevolutie tot stand te brengen.
Het leidde tot veranderingen in de hele maatschappij. Lenin voerde de revolutie door op alle mogelijke vlakken binnen de samenleving. Al snel na de machtsovername in 1917 werden gelijke rechten voor vrouwen vastgelegd en legaliseerden zij homoseksualiteit. Kunstenaars beleefden een korte periode van vrijheid: men wilde de creativiteit bevorderen en deelname aan de cultuur stimuleren - er volgde een opleving in de kunst en cultuur. Kunstenaars wilden een nieuwe samenleving helpen creëren die was gebaseerd op de praktische vertaling van het socialisme van Marx. Al vanaf 1913 werd op alle mogelijke gebieden van kunst geëxperimenteerd met puur geometrische vormen in composities en constructies, waarbij veel vrijheid toegestaan werd.

Malevich (1879-1935) wilde de kunstzinnige expressie laten bepalen door de beeldende middelen zelf. Compositie, vorm en kleur zag hij als zelfstandige elementen die niet meer verwijzen naar de zichtbare werkelijkheid. De rechte lijn was voor hem de meest essentiële vorm (suprematie) die de beheersing over de chaos symboliseerde. Het vierkant, opgebouwd uit vier rechte lijnen, zag hij als een vorm die niet in de natuur voorkomt en dus een menselijke, geconstrueerde vorm is. 
In zijn beeldende taal probeerde Malevich (zijn) menselijke emoties op een rationele manier te ordenen. De meetkundige, geometrische vormen gebruikte hij vaak tegen een neutraal wit of grijs vlak, en in zijn schilderijen ontstaat zo vaak een ongrijpbare ruimtewerking. Rond 1915 ontstond een van zijn meest abstracte werken: het Zwart Suprematistisch Vierkant.
Malevich noemde zijn kunst suprematisme.

Slide 36 - Tekstslide

El Lissitzky, Versla de witten met de rode wig, 1919

Constructivisme
Het constructivisme ontstond omstreeks 1913 (-1930). Het was kunst die een stap verder ging dan het futurisme en het kubisme: zij beperkte zich tot puur geometrische vormen. De eerste groep constructivisten kwam voort uit het Russische Futurisme, toen kunst nog niet bepaald werden door ideologische of sociale boodschappen. Zij ontwikkelden (parallel aan de Stijl in Nederland) zuiver abstracte kunst op basis van een geometrische vormentaal. Hiermee wilden zij een nieuwe, pure, esthetische en geconstrueerde werkelijkheid tot stand brengen. Een beeldtaal die niet beschrijvend of verhalend is, maar concreet: abstract. 
Belangrijk uitgangspunt voor het constructivisme is de toepassing van zuivere geometrische en abstracte vormen, zoals de driehoek, het vierkant en de cirkel. Constructivisten laten zich net als de kunstenaars van het Italiaanse futurisme inspireren door industriële mechanica.
Een verschil tussen het suprematisme en het constructivisme ligt in de maatschappelijke betrokkenheid van de kunstenaars. Malevich zag de kunst als een gebied dat volledig op zichzelf staat. Tatlin echter, geloofde heilig in de maatschappelijke kracht en functie van kunst. De kunst zou een positieve invloed uit kunnen oefenen op de samenleving. 
Kenmerken Constructivisme:
- Gebruik van geometrische, abstracte vormen
vormentaal en materiaal zonder ‘handschrift’: geen emotie, expressie of individualiteit
- autonome kunst: verwijst niet naar iets buiten zichzelf: het is geometrische kunst die niets symboliseert
- de kunstenaar was onderzoeker, ingenieur, en 'kunst constructeur'
- een nieuwe taal, als uitdrukking van een socialistische samenleving: machine-esthetiek en nieuwe materialen en vormen

Slide 37 - Tekstslide

Socialistisch Realisme
Bij het ontstaan van de Sovjet-Unie waren kunstenaars nog min of meer vrij wat het maken van kunst en literatuur betrof. Enkel werken die expliciet anti-Sovjet waren, vielen onder de censuur van Glavlit. De bekommernissen van de Partij waren in die tijd vooral politiek en economisch van aard. Echter, nadat Stalin in 1928 een eind had gemaakt aan de NEP, waarbij relatief veel ruimte was gelaten voor marktmechanismen, en het eerste vijfjarenplan afgekondigd werd, wenste hij ook het culturele leven volledig naar zijn hand te zetten. Kunstenaars werden gelijkgesteld aan arbeiders, en dat moest zich ook weerspiegelen in de kunst. Er werd een nieuwe methode afgekondigd die gold als de verplichte en enig toegestane methode voor kunst en literatuur: het "socialistisch realisme". De kunst en literatuur werden helemaal afgesteld op de arbeiders: ze moest eenvoudig zijn om te begrijpen, zonder ingewikkelde plots, en bovenal, ze moest "de werkelijkheid weerspiegelen in haar revolutionaire ontwikkeling". Binnen het domein van de literatuur zag de Bond van Sovjetschrijvers toe op de naleving van deze principes.
kenmerken van het socialistisch realisme
De realiteit moest op herkenbare wijze afgebeeld worden (lees: zoals die zich zou 'moeten' voordoen).
Ruimte voor kritiek was er niet. Kunst moest optimistisch zijn, er moest enthousiasme van uitstralen, en vervuld zijn van heldendom.
Een positieve held moest de hoofdrol krijgen, dit kon een arbeider, een boer, een partijlid of een ingenieur zijn.
De kunst moest duidelijk Sovjet-Russisch zijn, volksverbonden en bovenal begrijpelijk voor het arbeidersvolk. Ze mocht niet choqueren, en experimentele kunst was uit den boze.

Slide 38 - Tekstslide

Aan welke eisen voldoet dit socialistisch realistisch schilderij?

Slide 39 - Open vraag

socialistisch realisme 20e eeuw
realisme 19e eeuw
Wat zijn de overeenkomsten en wat de verschillen?

Slide 40 - Tekstslide

Welke overeenkomsten en verschillen zag je tussen het realisme en het socialistisch realisme?

Slide 41 - Open vraag