PD 1 en 2: 3.1 en 3.2

Parlementaire democratie 
  • Je kunt uitleggen wat een ideologie is en welke twee kenmerken belangrijk zijn.
  • Je kunt verschillende politieke stromingen benoemen, herkennen en beschrijven
  • Je kunt het verschil tussen links, midden en rechts beschrijven
  • Je kent het verschil tussen progressief en conservatief en kunt dit herkennen in een bron.
  • Je kunt uitleggen waarom populisme meer een stijl van politiek bedrijven is in plaats van een ideologie.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Parlementaire democratie 
  • Je kunt uitleggen wat een ideologie is en welke twee kenmerken belangrijk zijn.
  • Je kunt verschillende politieke stromingen benoemen, herkennen en beschrijven
  • Je kunt het verschil tussen links, midden en rechts beschrijven
  • Je kent het verschil tussen progressief en conservatief en kunt dit herkennen in een bron.
  • Je kunt uitleggen waarom populisme meer een stijl van politiek bedrijven is in plaats van een ideologie.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE
SLIMSTE
MENS
..in partijleiders en partijen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6
5
4
3
2
1
VVD
15
PvdA-GL
15
PVV
15
CDA
15
FvD
15
NSC
15
timer
1:30

Slide 3 - Tekstslide

Thema: cultuur 
Parlementaire democratie 
  • Je weet wat het begrip politiek inhoudt.
  • Je kunt uitleggen aan welke kenmerken een (in)directe democratie voldoet.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een (in)directe democratie en een dictatuur.
  • Je kunt onderscheid maken tussen de drie politieke stromingen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het nemen van allerlei besluiten om het land te besturen!
Politiek..

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe en indirecte (representatieve) democratie
Invloed op politieke besluitvorming 
Besluit 
Volks-
vertegenwoordiger
Burger 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken democratie
  • Er is individuele vrijheid
  • Er zijn politieke grondrechten
  • Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden
  • Er is een onafhankelijke rechtspraak 
  • Er is sprake van persvrijheid 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken dictatuur 
  • Geen onafhankelijke rechtspraak 
  • Grondrechten worden niet gerespecteerd
  • Grote rol militairen (overheidsgeweld)
  • Verkiezingsfraude (manipulatie, geweld, fraude)
  • Geen persvrijheid

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een politieke stroming? 
Een politieke stroming is een geheel van ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven. 

Daarbij staan 2 vragen centraal:
  1. Wat zijn belangrijke waarden?
  2. Wat moet de rol van de overheid zijn? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal-democratie
Waarden: 
  • Gelijkheid en gelijkwaardigheid 
  • Solidariteit
Doel: 
  • Eerlijke verdeling van inkomens, kennis en macht
Rol van de overheid: 
  • Sturend: ongelijkheid tegengaan 
Partijen: PvdA, SP, GroenLinks

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Waarden:
  • Economische & persoonlijke vrijheid
  • Eigen verantwoordelijkheid  
Doel: 
  • Vrijheid voor mensen en bescherming van deze vrijheden
Rol van de overheid:
  • Terughoudend

 
Partij: VVD, D66

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christen-democratie/ confessionalisme 

Waarden: 
  • Naastenliefde 
  • Rentmeesterschap  
Doel:
  • Burgers die voor elkaar verantwoordelijkheid nemen  (maatschappelijk middenveld)
Rol van de overheid: 
  • Aanvullend: ter ondersteuning van organisaties


Partijen: SGP, CU, CDA

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check
  • Pak iets roods, iets groens en iets blauws.
  • Ik lees verschillende stellingen voor: steeds passend bij 1 van de drie ideologieën. 
  • Waar hoort de stelling bij?
  • Rood omhoog = socialisme, groen omhoog = christen democratie, blauw omhoog = liberalisme.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zorg moet voor iedereen altijd gratis zijn

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scholen moeten een gezonde lunch aanbieden voor alle leerlingen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Het gedoogbeleid rondom harddrugs moet stoppen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sekswerkers moeten ook de mogelijkheid krijgen om verzekeringen af te sluiten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Er moeten minder regels komen voor mensen die een bedrijf op willen starten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

De zorg moet voor iedereen altijd gratis zijn

Scholen moeten een gezonde lunch aanbieden voor alle leerlingen

Het gedoogbeleid rondom harddrugs moet stoppen

Sekswerkers mogen legaal hun werk doen en ook verzekeringen afsluiten

Er moeten minder regels komen voor mensen die een bedrijf op willen starten





Populisme
Zeggen 'de wil van het volk te kennen' en keren zich vaak tegen ‘de elite’ 

Soms zeer nationalistische standpunten. 

Meestal daadkrachtige oplossingen 
voor ingewikkelde problemen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het politieke spectrum 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal economisch
Links:
  • Ongelijkheid tussen mensen verminderen.
  • De overheid is er om zwakkeren te beschermen en te helpen.
  • Dus… Sterke en actieve overheid.

Rechts
  • Eigen verantwoordelijkheid.
  • Economische ongelijkheid is onvermijdelijk.
  • Dus... zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Progressief en conservatief

Progressief:
  • Vooruitstrevend, verandering, toekomstgericht.
  • Meer vrijheid in medisch/ethische kwesties

Conservatief:
  • Behoudend, behouden wat al bereikt is.
  • Graag houden bij het oude (tradities)
  • Minder vrijheid medisch/ethische kwesties

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende stellingen progressief of conservatief?

  1. Gratis openbaar vervoer is de beste oplossing voor het fileprobleem
  2. De euthanasieregeling mag niet verder versoepeld worden
  3. Op alle daken in Nederland moeten zonnepanelen komen.
  4. Er moet een stop komen op de toestroom van vluchtelingen naar Nederland.




Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
3.2 werkboek: opdrachten 9 en 10 op vanaf blz. 73 EN 74

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies