DP1 maandag 9 april

DP1 maandag 9 april
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

DP1 maandag 9 april

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Inhoud

quiz
luisteren




Slide 3 - Tekstslide

Wat zeg je als je iets wil eten in een restaurant
A
Mag ik bestellen?
B
Wat is kip Marengo?
C
Een biertje alstublieft
D
Mag ik de menukaart zien?

Slide 4 - Quizvraag

Ik moet betalen in een restaurant. Ik vraag de ...
A
rekening
B
kassa
C
bank
D
geld

Slide 5 - Quizvraag

een meneer die gaat eten
in het restaurant is een ..................
A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 6 - Quizvraag

Ik ... gelopen
A
ben
B
heb

Slide 7 - Quizvraag

Ik ... naar school gelopen
A
heb
B
ben

Slide 8 - Quizvraag

Ik ... naar de AICS gegaan
A
heb
B
ben

Slide 9 - Quizvraag



Ik lust ... appels.
A
Geen
B
Niet

Slide 10 - Quizvraag



Ik durf dat ...
A
Niet
B
Geen

Slide 11 - Quizvraag

Avondeten doe je ......................
A
's avonds
B
's nachts
C
's ochtends
D
's middags

Slide 12 - Quizvraag

Een gezonde ontbijt.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

In Nederland eten de mensen 3 .............. op een dag.
A
ontbijten
B
lunches
C
maaltijden
D
keer

Slide 14 - Quizvraag

uit eten

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Rollenspel
Persoon A = een klant
Persoon B = een ober

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Klare Taal
Les 17, blz 52 en 53

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf zelf een kort sprookje

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf zelf een kort sprookje (+- 100w)

Protagonist, antagonist
probleem, ontwikkeling

Begin: Er was eens...
Einde: En ze leefden nog lang en gelukkig

Slide 23 - Tekstslide

Feedback
Laat twee klasgenoten je sprookje lezen.
Zij geven een top en een tip.
Herschrijf je sprookje.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

bijvoegelijke naamwoorden

Slide 26 - Woordweb

Klare taal
bijvoeglijk naamwoorden, les 12
voorzetsels, les 10
hebben of zijn? les 38

Slide 27 - Tekstslide

Jip en Janneke

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link