1.3a | Cilinder en cirkel | ALDJ

    Welkom bij wiskunde!
Vandaag  Cilinders en cirkels
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Leg je passer alvast op tafel.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    Welkom bij wiskunde!
Vandaag  Cilinders en cirkels
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Leg je passer alvast op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
Huiswerkopdrachten 31 en 35
Nog een ruimtefiguur: de cilinder
Cirkels tekenen met een passer
nakijken 
Huiswerkopdrachten
aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkopdracht 31
nakijken 
leerboek p. 26; werkboek p. 6
Controleer de rechte hoek
Rechte hoeken kun je controleren met de punt van je geodriehoek!

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkopdracht 35
nakijken 
leerboek p. 27
3 cm
10 cm
4 cm

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
We gaan beginnen met de uitleg over
cilinders en cirkels tekenen.

Slide 5 - Tekstslide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je kunt de straal en diameter van een cirkel tekenen.
  Je weet het verschil tussen gebogen vlakken en platte vlakken.

Slide 6 - Tekstslide

Gebogen vlakken en platte vlakken
uitleg 
Gebogen vlakken
Platte vlakken
Ruimtefiguren die kunnen rollen hebben een gebogen vlak.
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
Ruimtefiguren die niet kunnen rollen hebben alleen platte vlakken.
gebogen vlak
plat vlak
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

Slide 7 - Tekstslide

Cilinders en cirkels
uitleg 
Kenmerken van een cilinder:
  • De cilinder bestaat uit twee platte vlakken. Deze hebben de vorm van een cirkel.
  • Eén van de platte vlakken is het grondvlak.
  • Het gebogen vlak van een cilinder heet een cilindermantel.
  • Als je de cilindermantel "doorknipt" kun je er een rechthoek van maken.
  • Een cilinder heeft geen hoekpunten en ribben.

Slide 8 - Tekstslide

Cilinders en cirkels
uitleg 

Slide 9 - Tekstslide

Cilinders en cirkels: drie begrippen
uitleg 
middelpunt
M
Elk punt van de cirkel ligt even ver van het middelpunt. Bij het middelpunt staat vaak een letter, bijvoorbeeld M.

Slide 10 - Tekstslide

Cilinders en cirkels: drie begrippen
uitleg 
M
diameter / middellijn
Elk punt van de cirkel ligt even ver van het middelpunt. Bij het middelpunt staat vaak een letter, bijvoorbeeld M.

De middellijn loopt van de ene kant door het middelpunt naar de andere kant. De middellijn noem je ook wel diameter.


Slide 11 - Tekstslide

Cilinders en cirkels: drie begrippen
uitleg 
M
straal
Elk punt van de cirkel ligt even ver van het middelpunt. Bij het middelpunt staat vaak een letter, bijvoorbeeld M.

De middellijn loopt van de ene kant door het middelpunt naar de andere kant. De middellijn noem je ook wel diameter.

De straal is de helft van de diameter. De straal past twee keer in de middellijn.
diameter / middellijn

Slide 12 - Tekstslide

Cilinders en cirkels
uitleg 
M
straal
Een cirkel teken je met je passer. De scherpe punt van je passer staat in het middelpunt M van de cirkel.

De diameter van deze cirkel is 8 cm.
De straal van deze cirkel is 4 cm.
diameter / middellijn

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
We maken klassikaal opdracht 43
(leerboek p. 31).
Liever zelfstandig aan de slag? Het huiswerk:
Opdracht 38, 41, 46 en 47 van paragraaf 1.3.

Slide 14 - Tekstslide

Cirkels tekenen met je passer
oefenen 
Teken een cirkel met een straal van 5 cm. 
Noem het middelpunt A.

Teken diameter BC.
Huiswerkopdracht 43 (leerboek p. 31)
a
b
A

Slide 15 - Tekstslide

Cirkels tekenen met je passer
oefenen 
Teken een cirkel met een straal van 5 cm. 
Noem het middelpunt A.

Teken diameter BC.
Huiswerkopdracht 43 (leerboek p. 31)
a
b
A
5 cm
B
C

Slide 16 - Tekstslide

Cirkels tekenen met je passer
oefenen 
Teken een cirkel met een straal van 5 cm. 
Noem het middelpunt A.

Teken diameter BC.
Huiswerkopdracht 43 (leerboek p. 31)
a
b
A
5 cm
B
C
bonusvraag:
Hoe groot is de straal van deze cirkel?

Slide 17 - Tekstslide

aan de slag! 
WAT
HOE
HULP
TIJD
RESULTAAT
Maak opdracht 38, 41, 43, 46 en 47 van paragraaf 1.3 (leerboek p. 28-31).
Zelfstandig. Maak de opdrachten in je schrift en werkboek (p. 6-7).
Gebruik het theorieblok Cilinder en cirkel (leerboek p. 29) en de voorbeelduitwerking Cirkels tekenen (leerboek p. 30).
15-20 minuten
Je kunt de diameter en straal van een cirkel tekenen.
KLAAR?
Maak de rekenbreak van paragraaf 1.3 (leerboek p. 32).

Slide 18 - Tekstslide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je kunt de straal en diameter van een cirkel tekenen.
  Je weet het verschil tussen gebogen vlakken en platte vlakken.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
Maak opdracht 38, 41, 43, 46 en 47 van
paragraaf 1.3 (leerboek p. 28-31)
& meenemen passer en kleurpotloden!
Volgende les
Een creatieve opdracht met je passer!

Slide 20 - Tekstslide