les 2A3 12 juni

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour tout le monde ! 

Planning d'aujourd'hui

- source C 

- les devoirs 

lesdoel: 'Aan het eind van de les kan je vertellen over je eigen toekomst, en over die van je klasgenoot!

Mijn laatste les!

Le futur proche (nabije toekomst)

Wat is het? 

futur proche

Klik de zinnen aan waarin de "futur proche'' gebruikt wordt.

1. J'ai mangé de la viande.
2. Nous allons faire du surf
3. Je vais acheter une tomate.
4. Je lis un livre.

Nu gaan jullie het zelf toepassen!
Vertaal de zin:
'Zij gaat eten.'

Vertaal de volgende zin:
'Jullie gaan vertrekken.'

Futur simple 

Wat is het? 

Futur simple

• Toekomst 
• In het Nederlands met: zullen

'Ik zal geven'  --> je donnerai

Hele werkwoord + uitgang erachter geplakt

Welke uitgangen zet je erachter?

Je mangerai

Tu donneras

Elle donnera

Nous mangerons

Vous mangerez

Ils/Elles donneront

Valt er iets op aan de uitgangen?

Ont

Klik de zin aan waarin de "futur simple" gebruikt wordt!

1. Je vais boire du lait
2. Je partirai à Amsterdam
3. Je mange des légumes
4. Je veux bien avoir une pomme

Vertaal de volgende zin:
'jullie zullen eten.'

Le futur simple & onregelmatige werkwoorden

Bladzijde 96 onderaan 

être --> je serai

avoir --> j'aurai

faire --> je ferai

aller --> j'irai

pouvoir --> je pourrai 

Futur simple:
elle ..........(avoir)

1. elle avoira
2. elle aura
3. elle sera

Futur simple:
Nous ........ (aller)

1. Nous allerons
2. Nous aurons
3. nous irons
4. nous allons

Futur simple:
Ils .......... (faire)

1. Fairent
2. fairont
3. font
4. feront

Let op!

Bij de regelmatige werkwoorden op -re vervalt de e! 

Exemple: Ik zal nemen --> je prendrai 

Quiz 

Le futur proche & le futur simple

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Ils manger.............

J'ir.............

Elle prendr................

Vous pourr.........................

ai

ont

ez

a

In welke tijd staat de volgende zin?
'Je vais prendre.'

1. futur proche
2. futur simple

in welke tijd staat deze zin?
'Je n'aurai pas besoin d'aide.'

1. Futur proche
2. Futur simple

Futur PROCHE
Vous ............. (être)

1. allez être
2. serez
3. allez serez
4. êtes

Futur simple:
Nous .................... (faire)

1. allez faire
2. fairons
3. ferons

Vertaal :
1. Jullie zullen nemen.
2. Hij zal zijn.

Quand je serai grand(e)............. 

Maak de zin op 3 manieren af, over 3 verschillende thema's.

Thema 1: objecten (ex.  j'aurai un chateau)

Thema 2: hobby's/werk (Quand je serai grand(e), je travaillerai dans un cirque)

Thema 3: eigen creatieve invulling 

Er is voor elk thema een padlet aangemaakt, waar je de zin in kan zetten. Zie de chat!

Zie blz. 178 tekstboek--> werkwoorden 

Bespreking

Kan jij ook over de toekomst van een klasgenoot vertellen? 

Huiswerk

Apprendre voca ABE + source C

Faire exercices 13, 14b t/m f, 15

Lesdoel: 'Aan het eind van de les kan je vertellen over je toekomst' gehaald?