chap 3 - source C (futur - partie 2)

le mardi 2 février  2021
- livre de texte
page 38
- livre d'exercices
- cahier
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

le mardi 2 février  2021
- livre de texte
page 38
- livre d'exercices
- cahier

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vond je de leestoets in de toetsweek?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Futur simple 
Wat was het ook alweer? 

Slide 3 - Tekstslide

Futur simple

  • Toekomende tijd

  • In het Nederlands gebruik je zullen

Par exemple: Ik zal geven  --> je donnerai


Slide 4 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!
Ils manger.............

J'ir.............

Elle prendr................

Vous pourr.........................
ai
ont
ez
a

Slide 5 - Sleepvraag

Futur --> stam = hele werkwoord
Je         mangerai               Valt er iets op aan de uitgangen?
Tu         mageras
Il           mangera
Nous    mangerons
Vous     mangerez
Ils          mangeront

Slide 6 - Tekstslide

De uitgangen lijken op  avoir
Je       mangerai 
Tu       mageras
Il          mangera
Nous mangerons
Vous mangerez
Ils       mangeront

Slide 7 - Tekstslide

Kies de zin waarin de "futur simple" gebruikt wordt!
A
Je vais boire du lait
B
Je pars à Amsterdam
C
Je mangerai plus de légumes
D
Je veux bien avoir une pomme

Slide 8 - Quizvraag

jij zult organiseren
A
tu organises
B
tu organisais
C
tu organisera
D
tu as organisé

Slide 9 - Quizvraag

ik zal praten
A
je parlais
B
j'ai parlé
C
je parle
D
je parlerai

Slide 10 - Quizvraag

zij zal ontmoeten
A
elle rencontrera
B
elle rencontrait
C
elle a rencontré
D
elle rencontre

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal de volgende zin:
'wij zullen eten.'

Slide 12 - Open vraag

wij zullen eten
nous mangerons

stam = het hele werkwoord manger + de uitgang ons

Slide 13 - Tekstslide

Le futur simple & onregelmatige werkwoorden
être        --> je serai                                      Bladzijde 40 tekstboek
avoir      --> j'aurai
faire       --> je ferai
aller        --> j'irai
pouvoir  --> je pourrai 
vouloir   --> je voudrai

Slide 14 - Tekstslide

Le futur simple & onregelmatige werkwoorden
je serai                                            de uitgangen zijn hetzelfde als
tu seras                                           bij regelmatige ww.
il sera
nous serons
vous serez
ils seront

Slide 15 - Tekstslide

Futur simple:
elle ..........(être)
A
elle est
B
elle a été
C
elle sera
D
elle êtra

Slide 16 - Quizvraag

Futur simple:
Nous ........ (aller)
A
Nous allerons
B
Nous aurons
C
nous irons
D
nous allons

Slide 17 - Quizvraag

Futur simple:
Ils .......... (faire)
A
Fairent
B
fairont
C
font
D
feront

Slide 18 - Quizvraag

Futur simple:
Nous .................... (faire)
A
allez faire
B
fairons
C
ferons

Slide 19 - Quizvraag

les devoirs pour demain
Apprendre                voca AB + source C
Faire                            exercices 8, 10, 11 (on line)

Slide 20 - Tekstslide