3.4 resultaten en conclusie

3.4 Resultaten, Conclusie & Discussie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.4 Resultaten, Conclusie & Discussie

Slide 1 - Tekstslide

Onderzoeksvraag
Een goed onderzoek begint met een onderzoeksvraag
  • Open vraag
  • Te beantwoorden met het onderzoek dat je uitvoert

Slide 2 - Tekstslide

Een onderzoeksvraag


Wat is het effect van de onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele in bepaalde tijd of situatie?

Voorbeeld: Welke invloed heeft omgevingstemperatuur op de delingssnelheid van bacterien?

Slide 3 - Tekstslide

Variabelen
Onafhankelijke variabele
De oorzaak, deze variabele kun je veranderen

Afhankelijke variabele 
Het gevolg, verandert door de invloed van de onafhankelijke variabele

Slide 4 - Tekstslide

Wetenschappelijk onderzoek
Hypothese

Vb:
Bacterie deelt sneller bij kamertemperatuur dan bij koelkasttemperatuur.

Slide 5 - Tekstslide

Diagram van resultaat maken.
  • lijndiagram
  • staafdiagram
  • cirkeldiagram

Slide 6 - Tekstslide

Conclusie en discussie
  • Conclusie: antwoord op de onderzoeksvraag. Benoem daarbij de resultaten die hiertoe geleid hebben. Geef aan of hypothese juist was of niet
  • Discussie: verklaar je resultaten, en vergelijk je resultaten met de literatuur. Gingen er delen van de proef niet goed? Beschrijf deze. Zijn de resultaten betrouwbaar? Zijn ze valide? Geef ideeën voor vervolgonderzoek.

Slide 7 - Tekstslide

Betrouwbaar & Valide
Betrouwbaar: je meetinstrument geeft steeds dezelfde resultaten onder dezelfde condities.

Validiteit: de juistheid of accuraatheid van metingen. Meet het meetinstrument hetgeen het moet meten? 

Zelfs als je meting betrouwbaar is (je meet steeds hetzelfde), dan hoeft de meting nog niet valide te zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe krijg je een valide onderzoek?
1: Het belangrijkste is dat je methode en resultaten een antwoord kunnen geven op je onderzoeksvraag
2: neem 1 variabele om te onderzoeken
3: maak waar mogelijk gebruik van een blanco/controlegroep
(dat is een groep waar dezelfde metingen aan worden gedaan, alleen krijgt deze groep geen 'behandeling')

Slide 9 - Tekstslide

Betrouwbaar & Valide

Slide 10 - Tekstslide

Stel ik wil weten wat de groeisnelheid is van baby's in Nederland. Ik ga 1 dag naar het consultatiebureau en meet alle baby's. Is dit onderzoek valide? En is dit betrouwbaar?
A
Niet valide en niet betrouwbaar
B
Wel valide maar niet betrouwbaar
C
Niet valide maar wel betrouwbaar
D
Wel valide en wel betrouwbaar

Slide 11 - Quizvraag

Stel ik wil weten hoeveel een gemiddelde pinda weegt. Ik weeg 5 pinda's en neem het gemiddelde.
A
Niet valide en niet betrouwbaar
B
Wel valide maar niet betrouwbaar
C
Niet valide maar wel betrouwbaar
D
Wel valide en wel betrouwbaar

Slide 12 - Quizvraag

Stel ik wil weten of paracetamol echt werkt. Ik geef 200 mensen met hoofdpijn 500 mg paracetamol en 200 mensen een placebo. Daarna moeten ze aangeven hoeveel de hoofdpijn minder is geworden.
Waarom gaf ik één groep een placebo?
A
omdat er anders geen resultaten zijn om conclusies te trekken
B
omdat ik dan de resultaten kan vergelijken om te zien of het werkt
C
omdat mensen anders misschien denken dat het werkt, en daardoor minder hoofdpijn hebben
D
die placebo is niet nodig in dit experiment, dit is een strikvraag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Het onderzoek van Semmelweis was een ... onderzoek.
A
experimenteel
B
beschrijvend

Slide 16 - Quizvraag

Wat was in het filmpje de experimentele groep en wat was de controle groep?

Slide 17 - Open vraag

100 humans afl 3
1:15, tot 18:00
experimenten
is er een controlegroep?
is er 1 variabele? Hoe sluiten ze andere variabele uit?

Slide 18 - Tekstslide