N2-1 wk 7-22

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBeroepsopleiding

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Consonents:
Lidwoorden, wat is de juiste manier?
(20 seconds)
A
an user
B
a hour
C
an onion

Slide 5 - Quizvraag

Consonents:
Lidwoorden, wat is de juiste manier?
A
a racket
B
an uniform
C
a egg

Slide 6 - Quizvraag

Consonents:
Lidwoorden, wat is de juiste manier?
A
an football match
B
an one way street
C
an hour

Slide 7 - Quizvraag

Noun: Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin:
The striker did not score
A
did
B
score
C
striker
D
the

Slide 8 - Quizvraag

Noun: Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin:
A beautiful goal was scored by her
A
goal
B
scored
C
beautiful
D
her

Slide 9 - Quizvraag

Noun: Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin:
He passed the ball wrong
A
passed
B
ball
C
the
D
wrong

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Plural: Meervoud, wat is de juiste manier?
(10 seconds)
A
two handball matches
B
many spectator
C
a lot of studentes

Slide 13 - Quizvraag

Plural: Meervoud, wat is de juiste manier?
A
many boxes
B
much watchs
C
a lot of piano's

Slide 14 - Quizvraag

Plural: Meervoud, wat is de juiste manier?
A
beautiful body's
B
a lot of flies
C
more studys

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Adjective: Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin:
After the fall she had a thick ankle
(10 seconds)
A
fall
B
ankle
C
had
D
thick

Slide 20 - Quizvraag

Adjective: Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin:
The famous goalkeeper saved the ball

A
goalkeeper
B
famous
C
ball
D
saved

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het juiste aanwijzend voornaamwoord?
This students stay over there, those students have to come here
A
this
B
those

Slide 22 - Quizvraag

De correcte zin is:
These students stay over there, those students have to come here

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het juiste aanwijzend voornaamwoord in deze zin?
This player plays well, but those player plays better
A
this
B
those

Slide 24 - Quizvraag

De correcte zin is:
This player plays well, but that player plays better

Slide 25 - Tekstslide

Fill in the right word:
Hello, ....... is Lionel speaking, how may I help you?
A
that
B
those
C
these
D
this

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de correcte zinsopbouw?
(20 seconds)
A
We often play on the beach
B
On the beach we play often
C
Often play we on the beach

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de correcte zinsopbouw?
A
Never a game win they
B
They never win a game
C
Win game a they never

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Much or many: make a choice:
This match is not ........ fun
(10 seconds)
A
many
B
much

Slide 33 - Quizvraag

Much or many: make a choice:
........ coins make a lot of money
A
many
B
much

Slide 34 - Quizvraag

Much or many: make a choice:
The players had ........ breakfast
A
many
B
much

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Welke vorm klopt niet:
I am / you are / it is / he do
(10 seconds)
A
I am
B
you are
C
it is
D
he do

Slide 41 - Quizvraag

Welke vorm klopt niet:
I have / you has / she has / they have
A
I have
B
you has
C
she has
D
they have

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Capitals: hoofdletters, wat klopt er niet in de zin? (10 seconds)
On a saturday in May I left Holland
A
saturday
B
May
C
I
D
Holland

Slide 47 - Quizvraag

Capitals: hoofdletters, wat klopt er niet:
Every Friday i watch Boulevard with Ali.
A
Friday
B
i
C
Boulevard
D
Ali

Slide 48 - Quizvraag

The last one (20 seconds):
Kies de zin waarin het hoofdlettergebruik correct is:
A
I never listen to Spotify
B
I listen to Adele on a compact disc
C
I like Dua Lipa's last song Cold Heart
D
She sings it together with Elton john

Slide 49 - Quizvraag

Slide 50 - Tekstslide