a Hoe hoger de geografische breedte, hoe kleiner de hoeveelheid zonnestraling. Of: hoe lager de breedte, hoe groter de hoeveelheid zonnestraling.
b Woestijngebieden kennen hoge luchtdruk en dus dalende lucht. Bij dalende lucht is er geen wolkvorming en dus bereikt veel zonnestraling het aardoppervlak.
c De meeste zonnestraling wordt opgevangen als de zonnepanelen de zonnestralen zo loodrecht mogelijk ontvangen, omdat dan de invalshoek het grootst is. Door de zonnepanelen schuin neer te zetten, zorg je daarvoor.