Opvoeding 4.5

Opvoeding 4.4
Hoofdstuk 8: Observeren 
Paragraaf 8.4 rapporteren 
Paragraaf 8.5: Kinderen volgen 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
OpvoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Opvoeding 4.4
Hoofdstuk 8: Observeren 
Paragraaf 8.4 rapporteren 
Paragraaf 8.5: Kinderen volgen 

Slide 1 - Tekstslide

Periode 4
Week 1
Observeren en nauwkeurig kijken
Week 2
Observeren met een stappenplan
Week 3
Methoden van observeren
Week 4
Rapporteren
Week 5
Kinderen volgen
Week 6
Themakist ontwerpen
Week 7
Themakist ontwerpen
Week 8/9
Herhaling, presentaties, kennistoets 

Slide 2 - Tekstslide

Lesweek 4.4 - 4.5 lesdoelen  
Paragraaf 4.4. 
• Weet op welke manier hij over een observatie kan rapporteren.
• Kan mondeling rapporteren.
• Kan een schriftelijke rapportage maken.
• Kan bij het rapporteren de begrippen objectief en subjectief herkennen.

Paragraaf 4.5
• Weet wat de functie van een leerlingvolgsysteem is.
• Weet wat het belang is van ouderbetrokkenheid.

Slide 3 - Tekstslide

Rapporteren 
Je maakt een verslag van bijvoorbeeld een uitgevoerde observatie. Dit kan bruikbaar zijn voor een collega of ouder, maar bijvoorbeeld ook voor het zorgteam. 

Slide 4 - Tekstslide

Vormen van rapporteren 

  • Observatieverslag 
  • Dagboek
  • Overdrachtsdocument
  • Voortgangsverslag 

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer ben je objectief? 

  • Omschrijf de feiten
  • Kijken met een pure blik
  • Zonder een mening te geven aan de situatie
  • Objectieve observatie lijken ook op elkaar. Het is namelijk alleen wat je ziet.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer ben je subjectief? 

  • Bij het bekijken van een plaatje of situatie geef je jouw mening.
  • Je omschrijft de situatie vanuit jouw mening daarbij betrek je jouw gevoelens.
  • Subjectief kan van elkaar verschillen iedereen heeft namelijk zijn eigen mening en gevoelens  bij een bepaalde situatie.

Slide 7 - Tekstslide

Lesopdracht 
  • Benoem het verschil tussen objectief en subjectief. 
Bespreek samen met je buurman of buurvrouw de verschillen aan de hand van deze afbeelding. 


Slide 8 - Tekstslide

Bij de hoofdzaak gaat het om de kern van een onderwerp, gebeurtenis, verhaal of gesprek. Het is de grove lijn.​
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Oefening hoofd of bijzaak 
Schrijf de nummers op van de zinnen die
als hoofdzaak worden gerapporteerd.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Opvoeding 4.5
Hoofdstuk 8: Observeren 
Paragraaf 8.5: Kinderen volgen 

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn redenen om een kind volgsysteem te gebruiken?

Slide 13 - Open vraag

Welke kind
volgsystemen ken je?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Paragraaf 8.5 'kinderen volgen' 
Lees in stilte de paragraaf door, schrijf eventuele begrippen op die je nog niet kende of moeilijk vindt. 


timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 
Bewoners, professionals en andere betrokkenen in Rotterdam Feijenoord spreken zich uit over het thema ouderbetrokkenheid in de wijk: 

Beantwoord straks tijdens het kijken van het filmpje de volgende vragen: 
  • Wat is ouderbetrokkenheid?
  • Wat is de meerwaarde? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Discussievraag 
Geldt het belang van ouderbetrokkenheid alleen voor achterstandswijken?

Slide 19 - Tekstslide

Heb je het idee dat je nu voldoende weet over kind volgsystemen en ouderbetrokkenheid?
Ja
Nee, ik zou hierover graag nog extra uitleg willen.

Slide 20 - Poll

Eindopdracht 4.4 
Bekijk de afbeelding 
Benoem 6 objectieve en 6 subjectieve elementen uit de plaat.

Beschrijf hierna een moment uit je stage waar je dacht dat je objectief iets had bekeken, maar waar je na deze les, misschien toch subjectief was. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat kun je nu gaan doen? 
Aan de slag met de eindopdrachten van de voorgaande lessen: 

  • Week 1: Geen eindopdracht 
  • Week 2: stappenplan en observatie 
  • Week 3: Opdrachten uit je werkboek 
  • Week 4: Objectieve en subjectieve opdracht 

Voor volgende week: zet het in je agenda! 
Neem een schoenendoos mee, deze heb je nodig in de aankomende twee lessen!! Geen schoenendoos? Dan kun je niet meedoen met de les en krijg je een vervangende opdracht. 

Slide 23 - Tekstslide