EXTREME SPORTS - LESSON 1

Extreme sports 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Extreme sports 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • kan ik 10 extreme sporten benoemen in het Engels
  • Weet ik meer over extreme sporten en waar ik ze kan doen. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Extreme sports

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

7

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:49
In welke landen kun je deze sport beoefenen?
A
Nederland
B
Noorwegen
C
Italië
D
Duitsland

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:22
Zou je dit durven?
Ja
Nee
Misschien

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

01:56
How fast do you go with this sport?
A
80 miles=128 km p/u
B
40 miles=64 km p/u
C
60 miles = 96 km p/u
D
100 miles= 160 km p/u

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:30
Hoeveel tijd doe je er over om van 500 feet (152 m) naar beneden te komen? (Getal met eenheid uitgeschreven, bv. 9 seconden)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:30
How deep is the hole these athletes are jumping into?
A
1200 feet=365 meter
B
2400 feet= 731 meter
C
600 feet=182 meter
D
300 feet= 91 meter

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:03
Sinds wanneer wordt er van grote hoogte gesprongen?
Geef antwoord in het Engels
A
October 12, 2012
B
12 october, 2012
C
october 12, 2012
D
12 October, 2012

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

04:50
Hoe kom je op de skipiste terecht?
A
Lopend
B
Met een helikopter
C
Met een gondellift
D
Met een stoeltjeslift.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lezen & Maken
Words 6.1 page 95
Maken opdracht 8 en 9 page 97

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verleden tijd  'to be'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel: ik kan het werkwoord 'to be' in de verleden tijd gebruiken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

let op het verschil: where = waar en were = waren ( verleden tijd van zijn)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple of to be
  • Present simple to be = am / is / are
  • Past simple to be = was / were

  • Past Simple > Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple of to be (2)
  • I - was
  • you - were
  • He/she/it - was
  • We/you/they - were

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I


He/She/It
You

We

They
was
Were

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

The boys ___ gaming.
A
was
B
were

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She ... the best singer ever.
A
was
B
were

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


You ... watching a movie last night.
A
was
B
were

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


The children .... very happy to meet him.
A
was
B
were

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


The girl ... in her room the whole time.
A
was
B
were

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

on the next slides
fill in: was or were 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He ______ always very nice to me.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We _________tired when we arrived

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

They ________ on the bus when I called

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

It ________ cold yesterday

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
Blz. 98
opdracht 10

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies