Herhaling 6.3 en 6.4
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor migratie?
A
Naar een ander land gaan
B
Naar je oma gaan
C
Naar Nederland gaan
D
Verhuizen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is buitenlandse migratie?
(Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
(Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Van Nederland naar het buitenland verhuizen
B
Van Zevenaar naar Berlijn verhuizen
C
Van Groningen naar Friesland verhuizen
D
Van Zevenaar naar Duiven verhuizen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een sociale reden om te verhuizen?
A
Vanwege oorlogsomstandigheden
B
Vanwege voedsel
C
Vanwege economische omstandigheden
D
Om bij familie te gaan wonen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is binnenlandse migratie?
A
Van Zevenaar naar Duiven verhuizen
B
Van Australië naar Indonesië verhuizen
C
Van Nederland naar Luxemburg verhuizen
D
Van Amsterdam naar Antwerpen verhuizen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een politieke reden om te migreren?
A
Om bij familie te wonen
B
Vanwege te weinig geld
C
Vanwege oorlog
D
Vanwege voedsel
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat heeft te maken met 'BRAINDRAIN'
A
Buitenlandse migratie van hoog opgeleide mensen
B
Binnenlandse migratie van hoog opgeleide mensen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is je herkomstgebied?
A
De plek waar je vandaan komt
B
De plek waar je heen wil
Slide 17 - Quizvraag
Wat is je bestemmingsgebied?
A
De plek waar je vandaan komt
B
De plek waar je heen wil
Slide 18 - Quizvraag
Wat is integratie?
A
Overnemen van een cultuur
B
Loslaten van een cultuut
Slide 19 - Quizvraag
Wat is assimilatie?
