• Je kent de manieren van lezen: nauwkeurig lezen en verkennend lezen;
• Je kunt het onderwerp en deelonderwerp van een tekst vinden;
• Je kent de Moeilijke-woordenwijzer;
• Je kan de signaalwoorden die een opsomming, tegenstelling en tijdsvolgorde aangeven.
In deze paragraaf leer je:
• de manieren van lezen zoekend lezen en studerend lezen.