In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lezen (10 min)
timer
8:00
Slide 1 - Tekstslide
Programma
1. Leerdoelen:
Je weet de betekenis van veel voorkomende functiewoorden.
Je kunt met behulp van functiewoorden de functie van een alinea benoemen.
Je leert teksten beter te begrijpen.
2. Klassikale uitleg en oefening
3. Alleen of in duo's zelfstandig aan de klas
4. Terugkoppeling leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Functiewoorden
Slide 3 - Tekstslide
Je bent in de supermarkt.....
Slide 4 - Tekstslide
Elke stelling heeft een eigen functie
Slide 5 - Tekstslide
Je herkent vanzelf de functie van elke stelling: de macaroni staat in een andere stelling dan de bevroren pizza's.
Slide 6 - Tekstslide
Vaak hangen er bordjes boven de stellingen. Meestal heb je ze niet nodig: je verwacht de potten pastasaus bij de pakken macaroni.
Slide 7 - Tekstslide
In een tekst heeft elke alinea een functie. Die hangt meestal niet als tussenkopje boven die alinea. Al lezend herken je de functie aan de woorden en zinnen.
Slide 8 - Tekstslide
Je verwacht de oplossing niet in de inleiding en de oorzaken niet aan het einde van de tekst.
De macaronizakken staan ook niet naast de pizzadozen.
Slide 9 - Tekstslide
Een tekstgedeelte heeft een bepaalde functie binnen de tekst. Dit duid je aan met een functiewoord