20231009 Mask BASVMBOLJ4AK vmbo leerjaar 1 Thema's Werk 8

BASVMBOLJ4AK











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVMBOLJ4AK











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

Maatschappijkunde: 
Thema's kgt examenkatern Werk

18-09: 1. De betekenis van werk

20-09: 2. Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden & 3. Bedrijfscultuur

25-09: 4. De arbeidsmarkt



  
27-09: 5. Hoe kom je aan werk

02-10: 6. Werkloosheid

04-10: 7. De sociale partners

09-10: 8. Verzorgingsstaat

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik op:

Maandag 04-10: 7. De sociale partners

Slide 5 - Tekstslide

7.1 Werkgevers- en werknemersorganisaties

Vakbonden: organisaties die opkomen voor de belangen
van werknemers.

Er zijn vakbonden voor elke bedrijfstak en beroepsgroep.
Bedrijfstak: bedrijven die ongeveer dezelfde
werkzaamheden uitvoeren.

Beroepsgroep: een groep personen met ongeveer
hetzelfde beroep.
Alle vakbonden samen noemen we de vakbeweging.




Vakcentrales en vakbonden
 werken op vier niveaus:

• Individuele hulp
• Steun op bedrijfsniveau
• Bedrijfstakniveau
• Landelijk niveau



Slide 6 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers



Werkgevers en werknemers hebben tegengestelde belangen en gemeenschappelijke belangen. 

  • Tegengestelde belangen: de werkdruk.
  • Gemeenschappelijke belangen: een succesvol bedrijf,
  • goede producten maken en een fijne werksfeer.


Slide 7 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers

Belangen van werknemers:


• werkgelegenheid
• goede arbeidsvoorwaarden
• goede arbeidsomstandigheden
• mogelijkheden om hogerop te komen
• medezeggenschap;
• een goede uitkering bij ziekte,
arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.






Belangen van werkgevers:

• lage kosten
• weinig concurrentie
• ijverige en goed opgeleide werknemers
• zo min mogelijk regels van de overheid

Slide 8 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers

Werkgeversorganisaties en vakbonden onderhandelen met elkaar over cao’s: collectieve arbeidsovereenkomst, een standaardcontract met afspraken voor een hele bedrijfstak.

Cao’s moeten worden goedgekeurd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als hij de cao bindend verklaart, geldt de cao voor alle bedrijven in die bedrijfstak.



Slide 9 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers
en werknemers

Een cao-onderhandeling verloopt niet altijd eenvoudig. Vakbonden kunnen dan contact zoeken met de media of met politici.

Als er dan nog geen akkoord komt, heeft de vakbond nog
meer opties:
  • Stiptheidsacties houden
  • Naar de rechter stappen 
  • Staken

Maar uiteindelijk willen beide partijen altijd een akkoord sluiten.



Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel 02-10: 
8. Verzorgingsstaat
We leren:

  • Over de verzorgingsstaat.
  • Over sociale zekerheid.
  • Over sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
  • Over de problemen van de verzorgingsstaat

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
8: Verzorgingsstaat: pagina 76 - 89:
opdracht 1 - 22 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 11 - Tekstslide

Zelfwerktijd 09-10: 


Pagina 88: begrippen en 
Pagina 89: samenvatting
timer
20:00
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11


12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 12 - Tekstslide

8.1 Hoe is de verzorgingsstaat
ontstaan?

Een verzorgingsstaat is een staat waarin de overheid
verantwoordelijk is voor een minimumniveau van
bestaanszekerheid voor alle burgers.

Bestaanszekerheid: ten minste een huis,
gezondheidszorg, onderwijs en een inkomen.




De eerste sociale wetten:

• de Armenwet (1854)
• Het ‘Kinderwetje van Van Houten’ (1874)
• De Arbeidswet (1919)

Slide 13 - Tekstslide

8.1 Hoe is de verzorgingsstaat 
ontstaan?



Rond 1960 was er sociale zekerheid voor
iedereen: bij ziekte, ouderdom,
arbeidsongeschiktheid en werkloosheid was er
recht op een inkomen.





Er waren ook andere maatregelen:

• kinderbijslag
• maatschappelijk werk
• huurtoeslag

Slide 14 - Tekstslide

Zelfwerktijd 09-10: 


Pagina 76-77: 8.1: Vraag 1 - 4
timer
10:00
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11


12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 15 - Tekstslide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat 
eruit?


In een verzorgingsstaat zijn de taken van de overheid:

1. zorgen voor sociale zekerheid;
2. zorgen voor welzijnsvoorzieningen;
3. verkleinen verschillen tussen arm en rijk;
4. zorgen voor werkgelegenheid.




Slide 16 - Tekstslide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat 
eruit?


Het belangrijkste onderdeel van de verzorgingsstaat
is het stelsel van sociale zekerheid.
Hierdoor heeft iedereen recht op een minimuminkomen
om van te leven.

Er zijn sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.


Slide 17 - Tekstslide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat
eruit?

Sociale verzekeringen zijn verplichte
verzekeringen. Het zijn:

 

Werknemersverzekeringen
Je krijgt een uitkering bij werkloosheid,
ziekte of arbeidsongeschiktheid.



Volksverzekeringen
Je krijgt een uitkering:

  • als je 67 jaar wordt;
  • als je ouders of partner overlijden;
  • als je kinderen onder de 18 jaar hebt;
  • als je langdurige zorg nodig hebt.

Slide 18 - Tekstslide

Zelfwerktijd 09-10: 


Pagina 78-79: 8.2: Vraag 5 - 8
timer
10:00
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11


12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 19 - Tekstslide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat 
eruit?

Sociale verzekeringen zijn verplichte verzekeringen. Het zijn:


Zorgverzekeringswet
  • Je bent verzekerd tegen alle gewone ziektekosten.
  • Een deel van de kosten betaal je wel zelf:
het eigen risico.

Slide 20 - Tekstslide

8.2 Hoe ziet de verzorgingsstaat
eruit?

Sociale voorzieningen zijn geen verzekeringen.
Ze worden betaald uit de belastinginkomsten.

De belangrijkste sociale voorziening is de Participatiewet.
Via deze wet wordt de bijstand geregeld: het vangnet
onder het stelsel van de sociale zekerheid.

De bijstand is er voor mensen die geen andere inkomsten hebben.
Maar voor de bijstand geldt het sociaal bestaansminimum: het bedrag dat
je volgens de overheid minimaal nodig hebt om van te leven.



Slide 21 - Tekstslide

8.3 Problemen van de verzorgingsstaat

Eind jaren negentig bleek dat de
verzorgingsstaat te duur werd. 
Dat kwam doordat:

  • (Te) veel mensen een uitkering kregen
  • (Te) veel mensen afhankelijk van een uitkering werden
  • Er misbruik van de uitkeringen werd gemaakt




Slide 22 - Tekstslide

Zelfwerktijd 09-10: 


Pagina 80-81: 8.3: Vraag 9 - 12
timer
10:00
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11


12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 23 - Tekstslide

8.3 Problemen van de verzorgingsstaat


De overheid nam een aantal maatregelen
om de kosten van de sociale zekerheid te verlagen:

  • Verlagen van de uitkeringen (bezuinigen)
  • Meer controle op misbruik
  • Zorgen voor meer werkgelegenheid




Slide 24 - Tekstslide

8.3 Problemen van de verzorgingsstaat


Wat vindt de politiek van de verzorgingsstaat?


De liberalen: burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid.

De sociaaldemocraten: de overheid moet kwetsbare mensen in de samenleving beschermen.

De christendemocraten: sociale partners en mensen onderling moeten afspraken maken, de overheid moet hierbij een aanvullende rol spelen.



Slide 25 - Tekstslide

Zelfwerktijd 09-10: 


Pagina 82-87: 8.3: Vraag 13 - 22
timer
25:00
Les 8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11


12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 26 - Tekstslide

Terugblik 02-10: 
8. Verzorgingsstaat
We weten nu:

  • Wat de verzorgingsstaat is.
  • Wat de sociale zekerheid is.
  • Wat de sociale verzekeringen en sociale voorzieningen zijn.
  • Wat de problemen van de verzorgingsstaat zijn.

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
8: Verzorgingsstaat: pagina 76 - 89:
opdracht 1 - 22 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 27 - Tekstslide