Les 3 leesstrategieën

Les 1 leesstrategieën
timer
5:00
Welkom!

Telefoon in de koffer. Jas aan de kapstok.
Neem rustig plaats. 
Op tafelNiets!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1 leesstrategieën
timer
5:00
Welkom!

Telefoon in de koffer. Jas aan de kapstok.
Neem rustig plaats. 
Op tafelNiets!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
  • stil lezen
  • praten over je boek
  • Instructie
  • zelfstandig werken
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik de betekenissen van onbekende woorden  in een tekst ontdekken door de aangeleerde woordstrategieën te gebruiken..

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Wie weet wat 'woordstrategieën' betekent?

Weet je nog welk je geleerd hebt vorig jaar?

  • synoniem zoeken
  • omschrijving zoeken
  • voorbeeld zoeken

Slide 6 - Tekstslide

De betekenis zelf achterhalen door goed naar de tekst te kijken.
Instructie
Deze les leer je er nog twee nieuwen bij; 
1. Een tegenstelling zoeken. 
Een tegenstelling is een woord dat precies het tegenovergestelde betekent.
Bijvoorbeeld: boven ↔ onder; hoog ↔ laag; veilig ↔ gevaarlijk; klassiek ↔ modern. Soms kan je deze terugvinden in de tekst. 
 



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
2. Een bekend woorddeel zoeken; 
 Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel in dat woord. Deze strategie kun je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden, bij woorden met een voorvoegsel en bij woorden met een achtervoegsel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Zo zoek je een bekend woorddeel:
Kijk welke delen van het woord jij al kent. Bijvoorbeeld:
– inkoopmedewerker. Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. Een inkoopmedewerker is dus iemand in het bedrijf die meehelpt met de inkoop.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, her-.
ongezond. Je weet dat on- hetzelfde is als niet of zonder. Ongezond betekent dus niet gezond.
hergebruiken. Je weet dat her- opnieuw betekent. Hergebruiken betekent dus opnieuw gebruiken.
Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos, -rijk.
– naamloos. Je weet dat -loos hetzelfde is als zonder. Naamloos betekent dus dat iets zonder naam is, het heeft geen naam.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen
smaakvol
ontkomen
hertrouwen
uitbouwen
studieadvies
onbetrouwbaar

met veel smaak
wegkomen
opnieuw trouwen
gebouw of ruimte groter maken
tips voor je opleidingskeuze
niet te vertrouwen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Jullie gaan naar Nieuw Nederlands    Cursus 1 - Meer dan lezen
Paragraaf 2 - Onbekende woorden
Jullie maken in de les de opdrachten 1, 2, 3 en 4 helemaal af. 

timer
30:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Wat was het lesdoel?
Heb je dit lesdoel deze les al behaald?
Wat ging goed deze les?
Wat ging nog niet zo goed?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HUISWERK
Als het je niet gelukt is de opdrachten tijdens de les af te maken, dan is het huiswerk. Dus woensdag moeten de opdrachten 1 tot en met 4 van Cursus 1, paragraaf 2, helemaal af zijn. 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FIJN WEEKEND!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies