1M NE Fictie L1 + kennismaking

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Zoek een plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: zorg dat je de juiste spullen voor je hebt:

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek (als je die al hebt)
• Schrift
• Gevuld etui

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Afspraken
• Mededelingen
• Het vak Nederlands
• Aan het werk
• Huiswerk
• Evaluatie les

Kennismaking

Lieke de Kok
Docent Nederlands en geschiedenis
[e-mail]
Aanwezig op maandag t/m donderdag

Wat neem je mee?

• Laptop 
• Schrift
• Lesboek Nieuw Nederlands 1KGT
• Gevuld etui
• Oortjes
• Pasje mediatheek
• Leesboek

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Het vak Nederlands

Wat verwacht jij?

Het boek: Nieuw Nederlands

Ga naar de inhoudsopgave (blz 6- 7)

Werken in je schrift

• Zet altijd boven de opdrachten het onderwerp en het bladzijdenummer.
• Zet in de kantlijn het nummer van de opdracht.

Leesplan

Wat vind ik leuk om te lezen?

Fictie =

verzonnen

(realistisch/fantasieverhaal)

Voorbeelden:

• leesboeken en strips
• films
• toneelstukken
• gedichten

Non-fictie =

niet verzonnen

Voorbeelden:

• schoolboeken
• nieuwsberichten
• kookboeken
• handleidingen

Pictogrammen
(tekeningetjes)

Voor thema's/genres als:

liefde en vriendschap, sprookjes, dieren, school, humor, oorlog en verzet, sport, spanning en griezelverhalen.

Zelfstandig werken

Schrijf in je leesplan:

Wat vind ik leuk om te lezen? 

• Onderwerp: sport, vriendschap, verliefdheid, oorlog, school, dieren, games
• Tekstsoort: fictie, non-fictie, realistisch, niet-realistsich
• Kenmerken: dik of dun boek, met of zonder illustraties, eenvoudig of juist wat moeilijker

Kom je er niet uit? Hand omhoog.  

Ben je klaar? Leg je pen neer. 

Leesplan

Waarom lees ik?

Waarom lees je?

Zelfstandig werken

Schrijf in je leesplan:

Waarom lees ik?

• vermaak 
• herkenning en inleving
• ontspanning
• om nieuwe werelden te ontdekken
• om iets te leren/te weten te komen
• om een betere lezer te worden
• om beter te worden in andere vakken
• om een grotere woordkennis en voorkennis te krijgen

Kom je er niet uit? Hand omhoog.  Ben je klaar? Leg je pen neer. 

Leesplan

Wat ga ik doen?

Hoe kun je voorspellen 

waar een boek over gaat?

• Bekijk de voorkant: lees de titel en bekijk het plaatje.
• Lees de flaptekst (de tekst op de achterkant).  
• Lees stukjes in het boek. 

Bibliotheekboeken geven je vaak nog extra informatie.

Samenwerken

• Overleg met je buur over wat je hebt opgeschreven. Zitten er grote verschillen tussen? Wat voor soort boeken vinden jullie leuk? Vergelijk jullie leesplannen.
• Passen de boeken die jullie gekozen hebben bij jullie leesplan?
• Heb je vragen? Steek je hand op. 
• Klaar? Ga naar blz. 64 van je boek. Lees de groene tekst en maak opdracht 1 en 2. Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Huiswerk

Datum:
donderdag 5 september

Maken:

• Leesplan ingevuld

Lesdoelen

• Ik weet wat de afspraken zijn in de klas en wat ik mee moet nemen.
• Ik weet wat ik kan verwachten bij het vak Nederlands.
• Ik weet wat fictie en non-fictie is.
  
• Ik weet waarom lezen belangrijk is.
  
• Ik weet wat me leuk lijkt om te lezen.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!