Start hoofdstuk 2 - soorten functies en intervallen

Welke soorten functies/verbanden ken je?
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke soorten functies/verbanden ken je?

Slide 1 - Woordweb

De standaardformule voor een lineair verband is
A
y=ax2+b
B
y=ax+b
C
y=b+ax
D
y=x+b

Slide 2 - Quizvraag

Welke grafiek hoort bij een wortelverband?
A
plaatje 1
B
plaatje 2
C
plaatje 3
D
plaatje 4

Slide 3 - Quizvraag

Welke tabel heeft een lineair verband?
A
A
B
B
C
A en B
D
Geen van beide

Slide 4 - Quizvraag


Wat is de standaardformule voor een kwadratisch verband?

A
y=ax2bxc
B
y=ax2+bx+c
C
y=ax2+bxc
D
y=ax2bx+c

Slide 5 - Quizvraag

Hoort deze tabel bij een lineair verband?
A
JA
B
NEE

Slide 6 - Quizvraag

Welke is een
lineair verband?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor grafiek zie je?
A
kwadratisch verband
B
wortel verband
C
lineair verband

Slide 8 - Quizvraag

Welk verband is hier afgebeeld?
A
kwadratisch verband
B
lineair verband
C
machtsverband
D
parabool

Slide 9 - Quizvraag

De grafiek van een kwadratisch verband is een .....
A
hyperbool
B
stijgende lijn
C
parabool

Slide 10 - Quizvraag

Welke formule is van een kwadratisch verband?
A
Y=3x+5
B
y=7(1,2)x
C
Y=104x
D
y=2x25x+3

Slide 11 - Quizvraag

Welk getal kan je minimaal voor x invullen in het wortelverband:
y=(3x+6)
A
x=2
B
x=0
C
x=-2
D
x=-6

Slide 12 - Quizvraag

y = -3,5x² + 4
Wat is waar?
A
De grafiek is een bergparabool
B
De grafiek is een dalparabool
C
De formule is een periodiek verband
D
De formule is een kwadratisch verband

Slide 13 - Quizvraag

Bij een wortelverband ziet de grafiek
eruit zoals hiernaast
Hoe noemen we het punt waar de grafiek begint
A
Het beginpunt
B
Het startgetal
C
Het randpunt
D
Het startpunt

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk verband hoort de formule hiernaast?
A
Lineair verband
B
wortelverband
C
kwadratisch verband
D
machtsverband

Slide 15 - Quizvraag

Welk verband hoort er bij deze formule?
A
Lineair verband
B
Wortelverband
C
Kwadratisch verband
D
Exponentieel verband

Slide 16 - Quizvraag

Mijn grafiek is een vloeiende kromme en heeft een randpunt. Welk verband hoort hierbij?
A
wortelverband
B
omgekeerd evenredig
C
periodiek
D
exponentieel

Slide 17 - Quizvraag

Een aaneengesloten stuk van de getallenlijn heet een
A
lijnstuk
B
interval
C
periode
D
ongelijkheid

Slide 18 - Quizvraag

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-7,-2]
B
<-7,-2]
C
<←,-2]
D
[7,-2>

Slide 19 - Quizvraag

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-1,4]
B
<-1,4]
C
[-1,4>
D
<-1,4>

Slide 20 - Quizvraag


Welke intervalnotatie hoort bij het volgende interval?
A
[-1,4]
B
[-1,4>
C
<-1,4]
D
<-1,4>

Slide 21 - Quizvraag

x>-3 is in intervalnotatie
A
<-3, → >
B
[-3, → >
C
<←, -3>
D
geen idee

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de juiste notatie?
A
x < -1 of x > 6
B
x < -1
C
x ≤ -1 of x ≥ 6
D
x ≥ 6

Slide 23 - Quizvraag

Welke ongelijkheid hoort bij deze getallenlijn?
A
2>x>4
B
2<x<4
C
2<x4
D
2x>4

Slide 24 - Quizvraag