WK 9 herhaling ww op -er - Frans filmpje

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

aujourd'hui
-les absents

- répétition des verbes en -er: je beheerst de regelmatige werkwoorden op -er
- werkblad

Slide 3 - Tekstslide

les absents
Tu habites où? J'habite à Meppel/Rouveen etc.

Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.
Il/elle s'appelle comment? Il/elle s'appelle ......... Marieke etc.

C'est quel jour aujourd'hui? C'est mercredi, jeudi, vendredi


Slide 4 - Tekstslide

les verbes en -er 

regelmatig: parler-demander-jouer-arriver-danser

onregelmatig: être-avoir-

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Verbes -er 
(werkwoorden -er)
Stap 1: - maak de stam
Stap 2: + uitgang > e/es/e/ons/ez/ent

Leer deze regel en je kan alle werkwoorden die eindigen op -er vervoegen!

Slide 7 - Tekstslide

5

Slide 8 - Video

00:38
Wat zit er in de doos?

Slide 9 - Open vraag

00:55
Wat zegt hij over de -er werkwoorden?

Slide 10 - Open vraag

01:28
Parler, Jouer en Danser betekenen....
A
Praten, eten en zingen
B
Kijken, spelen en dansen
C
Praten, spelen en dansen
D
Praten , spelen en luisteren

Slide 11 - Quizvraag

01:42
Om te vervoegen (conjuguer) moet je eerst.....

Slide 12 - Open vraag

02:32
Welke (6) uitgangen komen in plaats van de -er als je vervoegt?

Slide 13 - Open vraag

hij speelt
A
il joue
B
il jouent
C
il joues

Slide 14 - Quizvraag

wij praten
A
vous parlez
B
ils parlent
C
nous parlons
D
elles parlent

Slide 15 - Quizvraag

zij dansen
A
ils dansent
B
vous danser
C
nous dansons
D
elles dansent

Slide 16 - Quizvraag

Nous ... français.
A
parlons
B
parlez
C
parles
D
parlent

Slide 17 - Quizvraag

Les garçons ... le foot.
A
préférez
B
préfère
C
préfèrent
D
préférons

Slide 18 - Quizvraag

Je ... les maths.
A
détestes
B
détestez
C
détestent
D
déteste

Slide 19 - Quizvraag

Luc ... une fête.
A
donnes
B
donne
C
donnent
D
donnons

Slide 20 - Quizvraag

Is het werkwoord goed vervoegd?
Elle habitent aux Pays-Bas.
A
B

Slide 21 - Quizvraag

Is het werkwoord goed vervoegd?
Tu chantes une chanson.
A
B

Slide 22 - Quizvraag

Is het werkwoord goed vervoegd?
J'aime le tennis.
A
B

Slide 23 - Quizvraag

Is het werkwoord goed vervoegd?
Nous parlez néerlandais.
A
B

Slide 24 - Quizvraag

Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes                -er        (regarder, parler, écouter, danser, jouer)
Wat zijn de uitgangen in de présent?
-e
-ent
-ons
-es
-ez
-e

Slide 25 - Sleepvraag

dernière question....

Slide 26 - Tekstslide

ik houd van ....
A
j'aimes
B
j'aime
C
je aime
D
je aimes

Slide 27 - Quizvraag

- Maak de opdrachten op het werkblad.
- Klaar? Ga digitaal oefenen met de werkwoorden op -er
 (zie Learnbeat)

- lees de lesstof voor de SO in week 11 door, vandaag kun je daarover vragen stellen

Slide 28 - Tekstslide

zelftest
Ga naar Socrative.com
klik op login
klik op Student login
roomname: FRANSLEREN
We starten gezamenlijk de test!

We zijn stil, deze test doe je voor jezelf... als je klaar bent, lees je alvast de lesstof door voor de SO in week 12 van Learnbeat

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

zelfstandig werken
- doornemen voca écouter
- Maak de luister oefeningen die klaarstaan in Learnbeat, gebruik je oortjes en luister meerdere malen!

- Ben je klaar? Ga alvast leren voor de SO van volgende week.

Slide 31 - Tekstslide

Vragen over de SO van volgende week??


Tips:
- schrijf woordjes op!!
-gebruik de 3 fases in learnbeat om woordjes te leren, bij de laatste fase test je jezelf


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

C'est la fin
Au revoir!
Salut!   A plus!  A+  Ciao!
Bonne journée!! 

Slide 34 - Tekstslide