2Htsb - 6 december
1 / 34
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welk begrip hoort hierbij: Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeente uitstrekt.
Slide 4 - Open vraag
Welke van deze omschrijvingen is het grootst in omvang?
A
Agglomeratie
B
Stadsgewest
C
Stedelijk gebied
D
Stad
Slide 5 - Quizvraag
Vul de zin aan: In rijke landen zijn er meestal _____ grote steden verspreid over het land?
A
Meerdere
B
Weinig
Slide 6 - Quizvraag
Waar of niet waar? Koloniale dubbelsteden kom je vooral in Europa tegen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Het opknappen van huizen en aanpassen aan de eisen van deze tijd past bij het begrip?
A
Renovatie
B
Saneren
C
Nieuwbouw
D
Vinex-wijken
Slide 29 - Quizvraag
Het volledig afbreken en vervolgens opnieuw opbouwen van huizen past bij het begrip?
A
Renovatie
B
Saneren
C
Nieuwbouw
D
Vinex-wijken
Slide 30 - Quizvraag
Wanneer een groep min of meer gescheiden leeft van andere stadsbewoners spreken we van?
Slide 31 - Open vraag
Waar of niet waar? De maatregelen om de stad weer aantrekkelijk te maken lijken succesvol.
A
Waar
B
Niet waar
