M1 les 26: persoonsvorm TT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Les 21: persoonsvorm 

Planning van vandaag:

Lezen in '2C'

Uitleg nieuwe blok 

Aan het werk!

Lekker even lezen...

Uitleg nieuw blok

Schrijfvaardigheid (formele e-mail) afgerond

Verder met werkwoordspelling! (vandaag: persoonsvorm TT)

Denk aan een leesboek --> uitleg boekopdracht volgt. 

Persoonsvorm

Der persoonsvorm is altijd een werkwoord. 

Je vindt 'm door de zin in een vraagzin te zetten. 

De persoonsvorm is altijd een persoon, dier of ding.

1. Goed
2. Fout

Noteer de persoonsvorm uit de zin: Nina en Sanne lopen op straat.

Noteer de persoonsvorm uit de zin: Vaak gamet Dylan met zijn vrienden.

Persoonsvorm schrijven

Je weet hoe je de persoonsvorm kunt vinden. Maar hoe schrijf je het op de juiste manier?

• Ik-vorm = 'stam' 
• jij = stam + t
• hij/zij/het/u = stam + t
• wij/jullie/zij = hele werkwoord 

Persoonsvorm schrijven

Voorbeeld: 

• Ik                          loop 
• jij                          loopt
• hij/zij/het/u     loopt
• wij/jullie/zij      lopen

Persoonsvorm schrijven

Voorbeeld: 

• Ik                          word 
• jij                          wordt
• hij/zij/het/u     wordt
• wij/jullie/zij      worden

'Ik... (sporten) wekelijks.' Typ de juiste vorm van het woord 'sporten'.

'De meester... (doen) dat heel handig.' Typ de juiste vorm van het woord 'doen'.

'Owen ... (vermoeden) dat hij een goed cijfer gaat halen.' Typ de juiste vorm van het woord 'vermoeden'.

'Syl... (worden) dit weekend 13 jaar.' Typ de juiste vorm van het woord 'worden'.

Aan het werk!

Maken: les 26 opdr. 1 t/m 4 + opdr. 7

Klaar? Verder op NUMO met taken!