TH2 (H5) - DNA - BS6

Thema 2 (H5) DNA

BS5 Mutaties
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 (H5) DNA

BS5 Mutaties

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen BS5
mutatie
puntmutatie
genoommutatie
mutagene straling
mutagene stoffen
tumorsuppressorgen 
proto-oncogenen
oncogen
tumor
goedaardige tumor
kwaadaardige tumor
metastase 

Slide 2 - Tekstslide

mutaties 
  • puntmutatie
  • genoommutatie

Slide 3 - Tekstslide

genoommutatie

Slide 4 - Tekstslide

oorzaken van mutaties
  • spontaan / foutje van de natuur
  • straling (radioactief , röntgen, UV)
  • mutagene stoffen (sigaretten rook, asbest, alcohol)
  • virussen (humaan papiloma virus HPV)

Slide 5 - Tekstslide

Wat aan DNA fouten te doen? 
DNA-reparatie 
  • mutaties die tijdens replicatie ontdekt worden worden gerepareerd
  • tumorsupressorgenen zorgen ervoor dat de cel niet door de check komt en niet verder deelt 
  • bij onherstelbare schade gaat de cel dood

Slide 6 - Tekstslide

Let op! 
Mutaties hoeven niet altijd slecht te zijn!

  • draagt bij aan de (bio)diversiteit!
  • kan leiden tot betere eigenschappen!

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen van mutaties
Als:
  • DNA-replicatie-checks niet goed gaan
  • celdeling checks niets opmerken
of
  • de mutatie in een gen zit betrokken bij de celdeling 
  • de mutatie in een gen zit betrokken bij de differentiatie 
dan kunnen er tumoren ontstaan.

Slide 8 - Tekstslide

De behandeling
goedaardig
  • verwijdering 
kwaadaardig
  • verwijdering + 
omliggend weefsel
  • bestraling

metastasen:
  • chemo



Slide 9 - Tekstslide

Het ontstaan
van kanker

uitzaaiingen = metastasen

losgeraakte cellen die
zich verspreiden via 
bloedvaten of 
lymfevaten 

Slide 10 - Tekstslide

nog vragen? 

Slide 11 - Tekstslide

DNA polymerase
DNA ligase
replicatierichting
volgende streng
leidende streng

Slide 12 - Sleepvraag

nog vragen?? 

Slide 13 - Tekstslide

Thema 9 (H5) DNA

BS6 DNA-technieken

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen BS6

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen BS6
DNA-analyse
Sequencen
PCR
Verwantschap
Biotechnologie
Genetische modificatie
Transgeen
Recombinant-DNA-techniek

Slide 16 - Tekstslide

biotechnologie
is het vakgebied waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens

- gist -> bier, wijn, brood
- enzymen -> kaas
- melkzuurbacteriën -> yoghurt 

Slide 17 - Tekstslide

genetische modificatie
  • ggo (genetisch gemodificeerd organisme)
  • het wijzigen van de genetische eigenschappen van een organisme
  • organismen worden dan transgeen

vb.: appel die minder snel bruin wordt

Slide 18 - Tekstslide

Hoe modificeer je een organisme genetisch? 

  • door recombinant-DNA-technieken
  • nucleotiden worden gewijzigd in een organisme

  • gebruik van DNA en plasmiden
  • doel het produceren van een ander  of extra eiwit (eventueel van een ander organisme) 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe modificeer je een organisme genetisch? 

  •  via bacterie of virus 
  • alleen het coderende DNA = cDNA

Hoe is het mogelijk?
  • alle levende organismen hebben DNA

Slide 20 - Tekstslide

Hoe krijg je DNA van een cel in een andere cel? 

Slide 21 - Tekstslide

stap 1: DNA-analyse 
onderzoek wat de sequentie is
= sequencen


Slide 22 - Tekstslide

stap 1: DNA-analyse 
onderzoek wat de sequentie is
= sequencen

fragmenten worden gemaakt
met fluoriderende nucleotiden
deze worden afgelezen mbv.
een laser

Slide 23 - Tekstslide

stap 2: DNA vermenigvuldigen
PCR = polymerase chain reaction

Slide 24 - Tekstslide

stap 2: DNA vermenigvuldigen
PCR = polymerase chain reaction
nodig:
origineel DNA
primers
nucleotiden
DNA-polymerase

Slide 25 - Tekstslide

BINAS PCR

Slide 26 - Tekstslide

stap 3: maak een plasmide
kloneer het PCR fragment in een plasmide / vector

Slide 27 - Tekstslide

BiNaS 
71m1

mbv. bacteriën

Slide 28 - Tekstslide

crispr 

Slide 29 - Tekstslide

Virale infectie

Slide 30 - Tekstslide

Genetische modificatie 
mbv virus
  •  speciale virussen
  • DNA kan worden ingebouwd
        in gastheercel DNA
  • RNA kan NIET worden 
       ingebouwd

Slide 31 - Tekstslide

gebruik van deze technieken
voedsel: 
  • resistentie tegen vraat
  • meer opbrengst
  • productie smaakstoffen 

ziektes:
  • productie medicijnen
  • aanpassen stamcellen 
mens:
  • detectie (genetische) ziektes
  • mensen aanpassen
  • identificatie 
     -  vader 
     -  forensisch: dader   

Slide 32 - Tekstslide

mag je een mens genetisch modificeren? 

Slide 33 - Tekstslide

mag je een mens genetisch modificeren? 

- daar zijn strenge richtlijnen voor in Europa.

Slide 34 - Tekstslide

mag je een mens genetisch modificeren? 
wel:
ter genezing
-> met name bij genetische aandoeningen 
* sikkel cel ziekte
* specifieke tumoren
niet:
om een kind specifieke eigenschappen te geven
* graag groene ogen
* graag krullen

Slide 35 - Tekstslide

genetische modificatie: mens

Slide 36 - Tekstslide

Door welke eigenschap kan het DNA tussen levende organismen worden uitgewisseld?
A
ze hebben allemaal circulair DNA
B
ze bestaan allemaal uit ATCG
C
door de mogelijkheid geïnfecteerd te worden
D
genen komen overeen

Slide 37 - Quizvraag

Door genetische modificatie kunnen landbouwgewassen gemaakt worden die beter bestemd zijn tegen parasieten.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Het is een voordeel dat resistentie voor landbouwgiffen in de natuur terecht kunnen komen.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Een plant waarbij het DNA is aangepast heet een
A
genetisch gemodificeerde plant
B
ggg
C
virus infectie
D
bacterie

Slide 40 - Quizvraag

Bij PCR: Je begint met 1 dubbelstrengs sliertje DNA. Hoeveel sliertjes heb je na 5 PCR cycli?
A
5 sliertjes
B
10 sliertjes
C
32
D
64

Slide 41 - Quizvraag

Wat wordt er gemeten bij een PCR-test voor het coronavirus?
A
Of je antistoffen tegen het virus hebt
B
Of er deeltjes (eiwitten) te vinden zijn
C
Of er erfelijk materiaal (RNA) te vinden is.
D
Of er virale aminozuren aanwezig zijn

Slide 42 - Quizvraag

Groeihormoon dat momenteel als geneesmiddel voor de mens wordt gebruikt, wordt op grote schaal gemaakt door bacteriën waaraan door genetische manipulatie menselijk DNA is toegevoegd. Dat geldt ook voor het hormoon insuline. Deze hormonen zijn zeer geschikt om via genetische manipulatie te worden geproduceerd, omdat ze beide tot een bepaalde groep stoffen behoren.
Tot welke van de volgende groepen stoffen behoren deze hormonen?
A
eiwit
B
mineralen
C
koolhydraten (suiker)
D
vetten

Slide 43 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij recombinant-DNA-techniek?
A
Twee verschillende organismen wisselen via plasmiden stukjes DNA uit zodat er nieuwe combinaties ontstaan
B
Een deel van het DNA van een organisme wordt in een ander organisme gebracht
C
Door het enzym reverse transcriptase wordt RNA omgezet in DNA. Dit DNA heeft een andere combinatie van genen
D
Een plasmide van een bacterie wordt overgebracht in een andere cel

Slide 44 - Quizvraag

Vragen??? 
huiswerk:
opdracht 51 t/m 58
verdiepende opdracht 59+60



Slide 45 - Tekstslide