Hww/ zww/kww

Goedemorgen

  • Leesboek
  • Lesboek
  • Schrift & pen 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen

  • Leesboek
  • Lesboek
  • Schrift & pen 

Slide 1 - Tekstslide



      
  • Wat gaan we deze les doen?


  • Ik kan het zww, kww en het hww benoemen.  



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Een hulpwerkwoord heeft een minder duidelijke betekenis dan een zelfstandig werkwoord.
lopen
lezen
eten
kunnen

Slide 5 - Tekstslide

Meerdere werkwoorden in de zin

Slide 6 - Tekstslide

Welk soort werkwoorden zijn het?

De kok heeft weer bijzonder lekker gekookt.
A
heeft = zww gekookt = zww
B
heeft = hww gekookt = hww
C
heeft = zww gekookt = hww
D
heeft = hww gekookt = zww

Slide 7 - Quizvraag

Koppelwerkwoord (nwg) 
1. De man is ziek. 
2. De man wordt ziek.
3. De man blijft ziek.
4. De man is ziek geweest.
5. De man zou ziek kunnen worden. 




Slide 8 - Tekstslide

Noteer de werkwoorden van deze zin:
Voor meer rendement zouden windmolens hoger moeten worden geplaatst.

Slide 9 - Open vraag

"Voor meer rendement zouden windmolens hoger moeten worden geplaatst."

Welk werkwoord is het belangrijkste werkwoord?
A
zouden
B
moeten
C
worden
D
Geplaatst

Slide 10 - Quizvraag

Is dit belangrijkste werkwoord een HWW, KWW of een ZWW?
A
HWW
B
KWW
C
ZWW

Slide 11 - Quizvraag

timer
10:00
Wat ga je doen?
  • Zet in je schrift steeds een rijtje onder elkaar:
  • hww
  • kww
  • zww


Hulp nodig?
  • Lees de vraag nogmaals
  • Vraag je buur om hulp
  • Ga verder met de volgende vraag (leg je kaartje op oranje) 
Klaar?
  • Pak je andere lesboekje en ga verder waar je gebleven was. 
Werkvorm
  • Samenwerkend leren


Slide 12 - Tekstslide


1. Dat zou ik toch nooit gedaan kunnen hebben?
2. Zij heeft het gelukkig niet gezien.
3. Mag jij eigenlijk wel vuurwerk afsteken?
4. Harry Potter is de beste film die ik ooit heb gezien. 
5. Ik heb me nog nooit zo lekker gevoeld.
6. Hij gaat morgen verhuizen. 
7. Ik zal gaan fietsen naar mijn werk.
8. Ik blijf vanavond bij mijn beste vriend logeren.
9. Zij zou de hele dag wel willen zingen!
10. De dokter zou ziek kunnen worden. 

Slide 13 - Tekstslide

1. Dat zou ik toch nooit gedaan kunnen hebben?
2. Zij heeft het gelukkig niet gezien.
3. Mag jij eigenlijk wel vuurwerk afsteken?
4. Harry Potter is de beste film die ik ooit heb gezien. 
5. Ik heb me nog nooit zo lekker gevoeld.
6. Hij gaat morgen verhuizen. 
7. Ik zal gaan fietsen naar mijn werk.
8. Ik blijf vanavond bij mijn beste vriend logeren.
9. Zij zou de hele dag wel willen zingen!
10. De dokter zou ziek kunnen worden. 

ROOD: HWW
GROEN: ZZW
GEEL: KWW

Slide 14 - Tekstslide