Week 20 - feedback interview en start Grammatica Zinsdelen

Week 20 - feedback interview en start Grammatica Zinsdelen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 20 - feedback interview en start Grammatica Zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Welkom th1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 - Nieuw Nederlands

Laat je laptop nog even je tas. 









maandag 30 september 2024
Maandag 13 januari 2025

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen, na deze les:
  • heb je feedback gekregen op je interviewartikel;
  • weet je wat je moet aanpassen in je interviewartikel.
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek
  • Taalvoutje van de week
  • Feedback geven op elkaars interviewartikel.


Slide 3 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Taalvoutje van de week
Gecondoleerd!

Slide 5 - Tekstslide

Eindopdracht Thema D Helden - Interview je held

Vandaag 13 januari: iedereen heeft uitgewerkt interview ingeleverd in Teams. Tijdens de les werken we aan de verbetering.  Je geeft feedback op elkaar interviewartikel.

Maandag 20 januari: inleveren verbeterd interview                   
LET OP: dit is een GEPRINTE versie van jouw interview!

Slide 6 - Tekstslide

Feedback geven interviewartikel, hoe doe je dat?
Open Nieuw Nederlands op blz. 274
1. Feedback geven en ontvangen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zelf aan de slag
WAT?                Ruil je interviewartikel op je laptop met je buur of een andere                                  klasgenoot. Lees het door en vul het feedbackformulier voor                                 elkaar in. Wees kritisch!
HOE?               Noteer wat aangepast kan worden op het formulier van je buur. 
HULP?            Lees blz. 274 van Nieuw Nederlands              
TIJD                 15 minuten.
UITKOMST?  Nu weet je wat je moet aanpassen, zodat je het maandag                                         perfect kunt inleveren.
KLAAR?          Start met aanpassen van je eigen interviewartikel als dat nodig is.
 



TIJD?        15 minuten       
KLAAR?           

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
Je hebt feedback gekregen op je interviewartikel;
Je weet nu wat je moet aanpassen in je interviewartikel.
Maandag 20 januari geprint inleveren.

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les woensdag 15 januari
We gaan starten met cursus 5 Grammatica.

Slide 14 - Tekstslide

Welkom th1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 - Nieuw Nederlands

Laat je laptop nog even je tas. 









maandag 30 september 2024
Woensdag 15 januari 2025

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen, na deze les:
  • heeft iedereen  feedback gekregen op het interviewartikel;
  • kun je de persoonsvorm en de zinsdelen van een zin vinden
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek
  • Uitleg cursus 5 Grammatica, §2
  • Opdrachten maken §2
  • Laatste mogelijkheid feedback geven op elkaars interviewartikel.


Slide 16 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Na thema D Helden komt...






blz. 198-199 in Nieuw Nederlands

Slide 18 - Tekstslide

Cursus 5  - Grammatica
Planning komende weken:  
  • We doen paragrafen 2,4, 6 en 8 over Zinsdelen.
    §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
    §4  - Onderwerp
    §6 - Werkwoordelijke gezegde
    §8 - Lijdend voorwerp

  • Woensdag 29 januari: s.o. over Zinsdelen. De week ervoor oefentoets.


Slide 19 - Tekstslide

Vandaag: §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
blz. 202 in Nieuw Nederlands
Leerdoelen:
  • Aan het einde van de les kan ik de 
      persoonsvorm in een zin aanwijzen.
  • Aan het einde van de les kan ik een 
      zin in zinsdelen verdelen.



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

De persoonsvorm (pv)
In elke zin staan één of meer werkwoorden. Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv).
De jongen gaat om tien uur slapen.

De persoonsvorm kun je op twee manieren vinden:
  • Met de tijdproef
    Zet de zin in een andere tijd: De jongen ging om tien uur slapen
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
  • Met de vraagproef
    Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden: Gaat de jongen om tien uur slapen? Het eerste werkwoord in de zin is de persoonsvorm.

Slide 22 - Tekstslide

 Zinsdelen
Zinsdeel : één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel.
De zinsdeelproef: verander de volgorde van de zin. Probeer welke woorden je samen vóór de persoonsvorm kunt zetten.

  • In de vakantie / gaat/ Chris / naar Aruba.
  • Chris / gaat/ in de vakantie / naar Aruba.
  • Naar Aruba / gaat/ Chris / in de vakantie

Slide 23 - Tekstslide

Zelf aan de slag
WAT?               Maak opdracht 1 t/m 5 van §2 Persoonsvorm en zinsdelen
HOE?               Op je laptop Cursus 5 Grammatica -> §2 ZD Persoonsvorm en                                 zinsdelen
HULP?            Lees theorie blz. 202 van Nieuw Nederlands              
TIJD                 15 minuten.
UITKOMST?  Nu weet je hoe je de persoonvorm en zinsdelen van een zin                                     kunt vinden. 
KLAAR?          Lees theorie §4 -  Onderwerp
 



TIJD?        15 minuten       
KLAAR?           

timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie
  • Je kunt nu de persoonsvorm in een zin aanwijzen.
  • Je kunt een zin in zinsdelen verdelen.

Slide 25 - Tekstslide

Volgende les donderdag 16 januari

Neem weer je spullen mee voor Nederlands!

We gaan verder met §4 en §6 van cursus Grammatica.

Slide 26 - Tekstslide

Welkom th1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 - Nieuw Nederlands

Laat je laptop nog even je tas. 









maandag 30 september 2024
\

Slide 27 - Tekstslide

Lesdoelen, na deze les:
  • kun je de persoonsvorm (pv) en de zinsdelen (zd)van een zin vinden;
  • kun je het onderwerp (ow) van een zin vinden.
Planning van deze les :
Dit lesuur
  • Lezen in je leesboek
  • Herhaling persoonsvorm en zinsdelen §2
  • Opdrachten nakijken §2 

Volgend lesuur
  • Uitleg over het onderwerp, §4
  • Maken opdrachten §4 


Slide 28 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Cursus 5  - Grammatica
Planning komende weken:  
  • We doen paragrafen 2,4, 6 en 8 over Zinsdelen.
    §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
    §4  - Onderwerp

    §6 - Werkwoordelijke gezegde
    §8 - Lijdend voorwerp

  • Woensdag 29 januari: s.o. over Zinsdelen. De week ervoor oefentoets.


Slide 30 - Tekstslide

Vandaag: 


  • herhaling §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
  • uitleg §4 - Onderwerp

Slide 31 - Tekstslide

§2 - De persoonsvorm (pv)
De jongen gaat om tien uur slapen.
De persoonsvorm kun je op twee manieren vinden: met de tijdproef en de vraagproef

Manier 1: met de tijdproef
Zet de zin in een andere tijd: De jongen ging om tien uur slapen.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Manier 2: met de vraagproef
Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden: Gaat de jongen om tien uur slapen? Het werkwoord dat vooraan staat, is de persoonsvorm.
pv
pv

Slide 32 - Tekstslide

§2 - Zinsdelen
Zinsdeel: één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. 
Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel.
Hoe weet je nou welke woorden van een zin bij elkaar horen? Met andere woorden: hoe weet je uit welke zinsdelen een zin bestaat?

Daar hebben we een trucje voor!
De zinsdeelproef: Welke woorden kun je samen vóór de persoonsvorm zetten?


Slide 33 - Tekstslide

§2 - Zinsdelen
1. Zet eerst de persoonsvorm (pv) tussen streepjes
Krul /stond/ gisteren in het doel bij het Nederlands elftal.
            pv
2. Verander de volgorde van de zin:
Gisteren/ stond/ Krul in het doel bij het Nederlands elftal.
In het doel/ stond/ Krul gisteren bij het Nederlands elftal.
Bij het Nederlands elftal/ stond/ Krul gisteren in het doel.

3. Welke stukjes  blijven bij elkaar? 
Krul /stond/ gisteren/ in het doel/ bij het Nederlands elftal.

Slide 34 - Tekstslide

 Nakijken 
opdracht 1 t/m 5 van §2 Persoonsvorm en zinsdelen

Slide 35 - Tekstslide

Welkom th1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
 - Nieuw Nederlands
-  Je laptop











maandag 30 september 2024

Slide 36 - Tekstslide

Lesdoelen, na deze les:
  • kun je de persoonsvorm (pv) en de zinsdelen (zd)van een zin vinden;
  • kun je het onderwerp (ow) van een zin vinden.
Planning van deze les :

  • Uitleg over het onderwerp, §4
  • Maken opdrachten §4 


Slide 37 - Tekstslide

§4 - Onderwerp (ow)
Het onderwerp van de zin is een mens, dier of ding. Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar (beide enkelvoud of beide meervoud) .
Je kunt het onderwerp vinden door te vragen: wie of wat + persoonsvorm? Bijvoorbeeld: 
Stan leest zijn e-mail.
Vraag: Wie leest? Antwoord: Stan. Het onderwerp is Stan.

Soms bestaat het onderwerp uit meer woorden. Bijvoorbeeld:
Op zolder staan mijn oude fietsen.
Vraag: Wat staan? Antwoord: mijn oude fietsen. Het onderwerp is mijn oude fietsen.

Slide 38 - Tekstslide

Let op 
Onderwerp (ow) van een zin niet verwarren met onderwerp van een tekst! 

Slide 39 - Tekstslide

Zelf aan de slag
WAT?           Maak opdrachten 1, 2, 4 en 5 , §4 van cursus 5 Grammatica
                      Opdracht 3 overslaan!
                      Opdracht 1 doen we samen  
HULP?        Theorie blz. 206/ online staat de theorie bij de opdrachten 
TIJD               15 minuten.
KLAAR?        Ga verder met opdrachten 7b en 8b van §4




KLAAR?           


timer
12:00

Slide 40 - Tekstslide

Evaluatie
  • Je kunt nu de persoonsvorm (pv) in een zin aanwijzen.
  • Je kunt een zin in zinsdelen (zd) verdelen.
  • Je kunt nu het onderwerp (ow) van een zin vinden

Slide 41 - Tekstslide

Volgende les maandag 20 januari
  • Inleveren geprint interviewartikel. Zie huiswerk bij 20 januari in Magister.
  • Neem je spullen voor NE mee!

Slide 42 - Tekstslide