1kth2 grammatica/ zinsontleding herhaling

Grammatica (cursus 5)            Welkom
Op je tafel:

Leesboek

Laptop (dicht)




Zinsdelen... geen woordsoorten
timer
2:30
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica (cursus 5)            Welkom
Op je tafel:

Leesboek

Laptop (dicht)




Zinsdelen... geen woordsoorten
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00
Boeken bibliotheek:
deze week inleveren
zonder boete!

Slide 2 - Tekstslide

#boekpraat
1. Lijk jij op de hoofdpersoon uit je leesboek?
Leg uit waarom wel of waarom niet.

2. Welk soort (genre) boek lees jij?

Slide 3 - Tekstslide

Toets grammatica cursus 5

Slide 4 - Tekstslide

Toets grammatica (c5) 11 maart 2024
Wat moet je kennen en kunnen voor de toets?

Zinsontleding en woordsoorten benoemen!

Slide 5 - Tekstslide

Toets grammatica (c5) 11 maart 2024
KGT: $1 WS Werkwoord 
$2 ZD Persoonsvorm
$3 WS Lidwoord en zelfstandig naamwoord
$4 ZD Onderwerp
$5 WS Bijvoeglijk naamwoord
$6 ZD Werkwoordelijk gezegde
$7 WS Voorzetsel

Slide 6 - Tekstslide

Toets grammatica (c5) 11 maart 2024
TH: $1 WS Werkwoord 
$2 ZD Persoonsvorm en zinsdelen
$3 WS Lidwoord en zelfstandig naamwoord
$4 ZD Onderwerp
$5 WS Bijvoeglijk naamwoord
$6 ZD Werkwoordelijk gezegde
$7 WS Voorzetsel
$8 Lijdend voorwerp

Slide 7 - Tekstslide

Toets grammatica (c5) 11 maart 2024
  HA: $1 ZD Persoonsvorm en zinsdelen
$2 WS Lidwoord en zelfstandig naamwoord
$3 ZD Onderwerp $4 WS Bijvoeglijk naamwoord
$5 ZD Werkwoordelijk gezegde
$6 Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
$7 Lijdend voorwerp
$9 ZD Meewerkend voorwerp
$10 WS Voorzetsel

Slide 8 - Tekstslide

Hoe bereid je je voor?
1. Je leert de theorie van de paragrafen.
2. Je maakt oefentoetsen (digitaal beschikbaar).
3. Je kijkt naar je gescoorde percentages en wat nog aandacht nodig heeft > 70%.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm vinden 
1. Zet de zin in de andere tijd (tijdproef). 
2. Het woord dat verandert is de pv.
3. Zet de zin in het enkel- of meervoud (getalproef).
4. Het woord dat verandert is de pv.
5. Zet de zin in een vraag (vraagproef).
6. Het woord dat vooraan komt is de pv.



Elke zin heeft een persoonsvorm.


Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld:
Eergisteren is 1kth2 is op een boot geweest op de Twickeler Vaart.

persoonsvorm (pv) = 

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde (wg) = pv + alle andere ww in de zin.


Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld:
Eergisteren is 1kth2 is op een boot geweest op de Twickeler Vaart.

werkwoordelijk gezegde = 

Slide 14 - Tekstslide

Onderwerp 

Je kunt het onderwerp vinden door de vraag:
Wie of wat + het werkwoordelijk gezegde?
Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.


Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld:
Eergisteren is 1kth2 is op een boot geweest op de Twickeler Vaart.
pv= is
werkwoordelijk gezegde = is geweest
onderwerp = 

Slide 16 - Tekstslide

Woordsoorten
werkwoord                                                                 kun je een ik/hij/wij-rijtje van maken

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld:
Eergisteren zaten leerlingen uit 1kth2 is op een plastic vlot om proefjes met water te doen. 
werkwoorden:
zelfstandige naamwoorden:
lidwoorden:
voorzetsel:

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld:
Eergisteren zaten leerlingen uit 1kth2 is op een plastic vlot om proefjes met water te doen. 
bijvoeglijke naamwoorden:
voorzetsel:

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken KGT
*Je maakt de oefentoets (online)

Cursus 5 Grammatica
$4 Grammatica
timer
25:00

Slide 20 - Tekstslide

Verlengde instructie th+ha


Je vindt het lijdend voorwerp in een zin door te vragen:
wie/wat + gezegde + onderwerp?
Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp.

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld lijdend voorwerp
De jongens gooiden sneeuwballen.
Wat gooiden de jongens?

antwoord:                                (lijdend voorwerp)

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld lijdend voorwerp
Razend gooide de leraar een krijtje door de klas.
Wat gooide de leraar?

antwoord:                                  (lijdend voorwerp)

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken TH
*Je maakt de oefentoets (online)

Cursus 5 Grammatica
$8 Grammatica
timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide

Verlengde instructie HA
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 25 - Tekstslide