Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Hoofdstuk 4 Waarnemen en reageren
Hoofdstuk 4 Waarnemen en reageren
Ilse en Charly
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4 Waarnemen en reageren
Ilse en Charly
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je al over dit onderwerp?
Slide 2 - Open vraag
4.1 Waarnemen
Slide 3 - Tekstslide
Prikkels
2 Soorten prikkels Inwendige en Uitwendige
Inwendige prikkels: Pijn, dorst en honger
Uitwendig: Licht, geluid en geur
Zintuigen vangen prikkels op
Zintuigen zijn gevoelig voor één prikkel
Slide 4 - Tekstslide
Hoe verwerkt je lichaam prikkels?
Een
prikkel
wordt opgevangen in een
zintuig
In je zintuig wordt die prikkel omgezet in elektrische stroompjes, een
impuls
Ieder zintuig is verbonden met je hersenen door zenuwen
Op het moment dat de impulsen in de hersenen aankomen, ben je bewust van wat je waarneemt
Volgorde: prikkel → zintuig → impuls → zenuw → hersenen → impuls → zenuw → spier
Slide 5 - Tekstslide
Inwendige Prikkel
Uitwendige Prikkel
Honger
Pijn
Licht
Geluid
Smaakstoffen
Slide 6 - Sleepvraag
Is het zintuig gevoelig voor één soort prikkel?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde!
1
2
3
4
5
6
Prikkel
Zintuig
Impuls
Zenuw
Hersenen
Waarneming
Slide 8 - Sleepvraag
4.2 Zien en horen
Slide 9 - Tekstslide
Zien
Je ogen worden beschermd door wenkbrauwen, wimpers, traanvocht en de oogkassen.
Met oogspieren kun je je ogen alle kanten op draaien.
Licht komt je oog binnen via hoornvlies, pupil, lens en glasachtig lichaam en wordt opgevangen door het netvlies.
Staafjes zien zwart-wit bij weinig licht en kegeltjes zien kleuren bij veel licht.
Slide 10 - Tekstslide
Horen
Geluidstrillingen gaan via je oorschelp, gehoorgang en trommelvlies naar het slakkenhuis.
In het slakkenhuis maken trilhaartjes impulsen die via de gehoorzenuw naar de hersenen gaan.
Te harde geluiden kunnen trilhaartjes beschadigen, waardoor je slechter gaat horen.
Je evenwichtsorgaan in je oor helpt je om rechtop te blijven.
Slide 11 - Tekstslide
Wenkbrauw
Traanklier
Ooglid met wimpers
Pupil
iris
Traanbuis
Oogwit
Slide 12 - Sleepvraag
Wat gebeurt er in het slakkenhuis als geluid je oor binnenkomt?
A
Het trommelvlies stuurt zelf impulsen naar de hersenen.
B
De trilhaartjes maken impulsen die naar de hersenen gaan.
C
De oorschelp maakt impulsen aan die naar de gehoorzenuw gaan.
Slide 13 - Quizvraag
Proeven, ruiken en voelen 4.3
Slide 14 - Tekstslide
Proeven en ruiken
Op je tong zitten
smaakzintuigen
voor zoet, zout, zuur, bitter en umami.
Je proeft smaak doordat je tong en neus samen informatie naar je hersenen sturen.
Via de keelholte gaan de geurstoffen van je eten naar de zintuigcellen in het reukzintuig in je neus
Slide 15 - Tekstslide
Voelen
Warmtezintuigen
: Gevoelig voor warmte, geven vervolgens de zintuigen naar de hersenen
Koudezintuigen
: Gevoelig voor koud, geven vervolgens de zintuigen naar de hersenen
Tastzintuigen:
Zijn gevoelig voor aanraking, in je vingertoppen liggen heel veel tastzintuigjes dicht bij elkaar.
Pijnzintuigen
: zijn doodlopende uiteinden van zenuwen in je huid. Hiermee neem je pijn waar.
Slide 16 - Tekstslide
Hoe proef je de smaak van eten?
A
Alleen je tong stuurt informatie naar je hersenen.
B
Je tong en je neus sturen samen informatie naar je hersenen.
C
Alleen je neus bepaalt welke smaak je proeft.
Slide 17 - Quizvraag
Welk zintuig is gevoelig voor aanraking
A
: Warmtezintuigen
B
: Pijnzintuigen
C
: Tastzintuigen
Slide 18 - Tekstslide
Zenuwstelsel 4.4
Slide 19 - Tekstslide
Wat doet je zenuwstelsel?
Het zenuwstelsel regelt alles wat je lichaam doet via impulsen die zich via zenuwen verplaatsen.
Impulsen bewegen via drie soorten zenuwcellen: gevoels-, schakel- en bewegingszenuwcellen.
Zenuwen kunnen gevoelszenuwen, bewegingszenuwen of gemengde zenuwen zijn, afhankelijk van het soort impulsen dat ze geleiden.
Slide 20 - Tekstslide
Hersenen
De grote hersenen zorgen voor bewustzijn en beweging, en zijn verbonden met verschillende zintuigen.
De kleine hersenen coördineren bewegingen en zorgen voor je evenwicht, terwijl de hersenstam levensprocessen zoals ademhaling en hartslag regelt.
Slide 21 - Tekstslide
Berichten in je lichaam heten __________.
Ze gaan via __________, __________ en __________ zenuwcellen.
Zet op de juiste plek!
impulsen
gevoels
schakel
bewegings
Slide 22 - Sleepvraag
De grote hersenen regelen bewustzijn, de kleine hersenen evenwicht en de hersenstam je ademhaling.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Reageren door impulsen 4.5
Slide 24 - Tekstslide
Impulsen
Impulsen van zintuigen gaan via gevoelszenuwcellen en schakelzenuwcellen naar de grote hersenen.
In de grote hersenen word je je bewust van wat je voelt, zoals koud water.
Je reageert niet op alle prikkels die binnenkomen.
Je hersenen beslissen of en hoe je op een prikkel reageert.
Slide 25 - Tekstslide
Reflexen
Reflexen zorgen dat je snel reageert, bijvoorbeeld als je op iets scherps stapt of uit balans raakt.
De kniepeesreflex helpt je om rechtop te blijven staan door je spieren snel samen te trekken.
Reflexen in je hoofd, zoals de pupilreflex en niesreflex, beschermen je ogen en longen.
Slide 26 - Tekstslide
Wat doen je hersenen met prikkels die binnenkomen?
A
Ze reageren altijd automatisch.
B
Ze beslissen of en hoe je reageert.
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de functie van reflexen?
A
: Ze helpen je snel te reageren en beschermen je lichaam.
B
: Ze zorgen ervoor dat je altijd langzame, bewuste reacties hebt.
Slide 28 - Tekstslide
Reageren door hormonen 4.6
Slide 29 - Tekstslide
Hoe werken hormonen?
De hersenen sturen berichten naar je organen via het zenuwstelsel om de werking van spieren snel te regelen.
Hormonen zijn stoffen die door hormoonklieren in het bloed worden afgegeven en door het lichaam reizen om organen te beïnvloeden.
Hormoonklieren kunnen "aan" of "uit" staan en worden geactiveerd door het zenuwstelsel of andere hormonen.
Slide 30 - Tekstslide
Functies hormonen
De hypofyse geeft verschillende hormonen af, zoals groeihormoon, die de groei van botten regelt.
De hypofyse stimuleert de schildklier, eierstokken, en zaadballen om hormonen te produceren.
De eilandjes van Langerhans in de alvleesklier maken insuline en glucagon om de glucosebalans in je bloed te regelen.
De bijnieren maken adrenaline, die zorgt voor snelle reactie's
Slide 31 - Tekstslide
Hoe regelen de hersenen de werking van spieren en organen?
A
Via het zenuwstelsel en hormonen
B
Alleen via het zenuwstelsel
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de functie van de hypofyse?
A
Het regelt de glucosebalans in het bloed
B
Het stimuleert andere klieren zoals de schildklier, eierstokken en zaadballen
C
Het maakt adrenaline voor snelle reacties
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
D1BTh5 B1 Reageren op je omgeving - lln
April 2019
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
3.1 Zintuigen en prikkels dl1
May 2023
- Les met
15 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling Waarnemen TOTAAL 2020
November 2020
- Les met
49 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
D1BTh5 B1 Reageren omgeving - oefenen
April 2019
- Les met
26 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
B2 Gedrag en Reageren op je omgeving
February 2021
- Les met
45 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Waarnemen en reageren herhaling
March 2025
- Les met
48 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Th6 B1 Je omgeving waarnemen oefenvragen
July 2021
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
3.3 Horen
May 2023
- Les met
37 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1