Geslachtelijke voortplanting: voortplanting met zaden/eicellen, er ontstaat variatie in het genotype
variatie in genotypen: Verschillende genotypen binnen één soort.
mutatie: Plotselinge verandering van het DNA.
mutant: Individu met een gemuteerd allel in het fenotype.
mutagene invloeden: Invloeden uit de omgeving die de kans op een mutatie vergroot, zoals uv-straling en sigarettenrook
Tumor: Als cellen zich ongeremd gaan delen kan er een tumor ontstaan.
Kwaadaardige tumor = kanker
Uitzaaiing: Als er cellen van en tumor in het bloed terecht komen en op andere plekken tumoren laat groeien.