Les 3 Hoofdstuk 3 Taalverzorging

Recensie/betoog 
Taalverzorging
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Recensie/betoog 
Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud/doel:
- Bespreken examen schrijven
- Zinnen in een tekst
- Komma's in een tekst
- Lange zinnen vermijden
- Namen
- Culturele/religieuze begrippen



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke leestekens ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zinnen in een tekst

Zinnen begin je met een hoofdletter en eindig je met een . , ?, !
? : vraagzin     !: uitroep/oproep      -> niet teveel!

In een tekst geen begin/eindpunt? Slecht leesbaar

Geen hoofdletter; bij getal
Bij apostrof: verschuift naar tweede woord


 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Morgen krijg ik les van meneer van veen.
B
morgen krijg ik les van Meneer van Veen.
C
Morgen krijg ik les van meneer Van Veen.
D
Morgen krijg ik les van meneer van Veen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
's Avonds ga ik naar Johan.
B
'S avonds ga ik naar Johan.
C
's avonds ga ik naar Johan.
D
's avonds ga ik naar johan.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Komma's in een tekst
Komma's omdat: 
- Makkelijker lezen -> leespauze
- Opsomming
- tussen twee bijvoeglijke naamwoorden;​
- tussen twee persoonsvormen;​
- voor voegwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Het hoofdkantoor van philips staat in amsterdam.
B
Het hoofdkantoor van philips staat in Amsterdam.
C
het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam.
D
Het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
B
In het Zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
C
In het zuiden van nederland verstaan ze geen Twents.
D
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen twents.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het christendom vereert men god.
B
In het Christendom vereert men God.
C
In het Christendom vereert men god.
D
In het christendom vereert men God.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er tijdens kerstmis niet gevochten.
B
Tijdens de eerste wereldoorlog werd er tijdens kerstmis niet gevochten.
C
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er tijdens Kerstmis niet gevochten.
D
Tijdens de eerste Wereldoorlog werd er tijdens kerstmis niet gevochten.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden hoofdletters goed toegepast?
A
Een mbo'er kan doorstromen naar het hbo.
B
Een MBO'er kan doorstromen naar het HBO.
C
Een Mbo'er kan doorstromen naar het Hbo.
D
Een MBo'er kan doorstromen naar het HBo.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin worden hoofdletters goed toegepast?
A
De GGD doet onderzoek naar Corona.
B
De ggd doet onderzoek naar corona.
C
De Ggd doet onderzoek naar Corona.
D
De GGD doet onderzoek naar corona.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 21 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 22 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Wanneer een dubbele punt?
Voor een opsomming. - Voor morgen staat op het programma: .......
Voor een direct citaat. - Julia zei:.....
Voor een verklaring of toelichting - In de volgende zin staat een voorbeeld: Het voorbeeld is....

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een puntkomma?
- Je schrijft een puntkomma tussen twee zinnen. 
- Eigenlijk sluit je de eerste zin af, maar tegelijkertijd laat je zien dat de zin iets te maken heeft met de zin die daarna komt. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies