In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Programma
Spelling
Lezen 1.1 tekst verkennen
1.2 Doel en hoofdgedachte
Gesprek: Filmpje Arjen Lubach
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Je hebt jezelf toegevoegd aan de online methode.
Je hebt spelling geoefend via Beter Spellen.
Je kunt snel de basiskenmerken van een tekst ontdekken, zodat je weet wat je van een tekst kunt verwachten en kunt bepalen hoe je de tekst gaat aanpakken.
Je kunt bepalen welk doel een maker met zijn tekst heeft en wat hij het belangrijkst vindt (hoofdgedachte), zodat je kunt inschatten hoe waardevol de informatie voor jou is.
Slide 2 - Tekstslide
Beter Spellen
Spelling moet je onderhouden: Maak de opdrachten eerst zelf.
Straks bespreken
Slide 3 - Tekstslide
Terugkijken
1.1 tekst verkennen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
vertel...
Vertel aan je buur wat jij leest of bekijkt als je een nieuwe tekst krijgt. (Hoe verken je een nieuwe tekst?)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
uitleg en zelfstandig werken
Samen bekijken opdracht 1 en 2
Iedereen opdracht 1 en 2 (kies welke eerst)
Klaar? Kijk steeds je werk na
Eerder klaar? Ga door met opdracht 3
doel en hoofdgedachte
Slide 18 - Tekstslide
Discussie
Arjen Lubach avondshow
Filmpje samen bekijken:
Welke argumenten gebruikt Arjen?
Wat vind jij?
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
argumenten Arjen
Slide 21 - Woordweb
Wat vind jij? Mobiele telefoon in de les.
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Doelen
Je hebt jezelf toegevoegd aan de online methode.
Je hebt spelling geoefend via Beter Spellen.
Je kunt snel de basiskenmerken van een tekst ontdekken, zodat je weet wat je van een tekst kunt verwachten en kunt bepalen hoe je de tekst gaat aanpakken.
Je kunt bepalen welk doel een maker met zijn tekst heeft en wat hij het belangrijkst vindt (hoofdgedachte), zodat je kunt inschatten hoe waardevol de informatie voor jou is.