Les 16 Spijsvertering- en urinewegstelsel

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Urineweg/spijsverteringHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
0:45
nutrienten

Slide 2 - Woordweb

nutrienten
Macro-nutrienten
koolhydraten
vetten/lipiden
eiwitten/proteinen
micro-nutrienten
mineralen, vitaminen, spoorelementen (zink, etc)
(vezels)

Slide 3 - Tekstslide

timer
0:45
Ondervoeding

Slide 4 - Woordweb

Ondervoeding
  • energie ondervoeding (wasting en sacropenie) 
  •                               gewichtsverlies, losse huid, afname spiermassa, droge/bleke                                                                      huid(vasoconstrictie), snel koud, cyanotische extremiteiten
  • eiwit ondervoeding (cachexia,  Katabole stress)
  •                             COD, infectie, weinig spierkracht, dunne huid, blauwe plekken, diarree door                                       darmepitheel atrofie
  •  refeeding syndroom
  • Oorzaken:
  •                              slechte eetlust, vertering resorptie stoornis, verlies voedingsstoffen,                                                     hypermetabolismen
  • BMI, gewichtsverlies (>5%/maand of >10%/6 maanden), bovenarm omtrek, voedselinname, 

Slide 5 - Tekstslide

timer
0:45
ammoniak

Slide 6 - Woordweb

ammoniak
eiwitten afbraak
encephalopathie
ammonium
nierinsufficientie
lever cirrose

Slide 7 - Tekstslide

timer
0:45
diagnostiek spijsverteringsstelsel

Slide 8 - Woordweb

  • Beeldvormend onderzoek
  • Endoscopie,
  • bevolkingsonderzoek,
  • bloedonderzoek 
  • weefselonderzoek (cytologie, histologie, biopsie),
  • kweek
  • observaties (Bristol stool chart (consitentie), geur, kleur )

Slide 9 - Tekstslide

Zoek de 3 aandoeningen

Slide 10 - Tekstslide

Metabole acidose 

metabole alkalose
respiratoire acidose
respiratoire alkalose
Verhoogde CO2 
Verlaagd HCO3-
Verlaagd CO2
Verhoogd HCo3-
Verlaagd H+
Verhoogd H+

Slide 11 - Sleepvraag

Metabole acidose 

metabole alkalose
respiratoire acidose
respiratoire alkalose
HCO3- vasthouden
hyperventilatie 
hypoventilatie
HCO3- uitplassen

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Link

Een student HBO-V heeft in plaats van fysiologisch zout per ongeluk water in de venen van de patiënt gespoten.

elektrolyten zijn gemeten in het bloed van de patient. Wat kan je aantonen in de labwaarden?
A
Hyperkalemie
B
hypernatriemie

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Een 60-jarige man klaagt over dat hij zo'n dikke buik behoudt ondanks dat hij op dieet zit. Hij heeft geelzucht (icterus) en voelt zich misselijk en heeft last van algehele malaise. Uit de buik is een paar liter vocht gehaald.

Een verlaging van het volgende zorgt voor vocht accumulatie in buik (ascitis)?
A
verlaging in druk in de poortader
B
verlaging in concentratie plasma albumine

Slide 16 - Quizvraag

Een 30-jarige vrouw met Crohn's ziekte heeft een chirurgische verwijdering van de terminale ileum. Hierdoor heeft ze chronische diarree ontwikkeld van 2 Liter (10x te veel)

Welke factor veroorzaakt haar symptomen
A
ontstekingscellen
B
vetten
C
galzouten
D
eiwitten

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

en 30-jarige vrouw met Crohn's ziekte heeft een chirurgische verwijdering van de terminale ileum. Ze heeft last van steatorroe (vetdiarree)

De levercellen (hepatocyten) zullen eerder 10x meer dan 10x minder galzouten aanmaken vergeleken met een gezonde persoon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Een 20-jarige man heeft last van slijm in de ontlasting gepaard met helder rood bloed. Rectoscopie laat pseudopoliepen zien in het sigmoid colon

Wat heeft deze jongen?
A
Ziekte van crohn
B
darm kanker
C
colitis ulcerosa
D
pancreatitis

Slide 21 - Quizvraag

Hyperkalemie (te hoog kalium gehalte in bloed) is een groot risico bij chronische nierinsufficiëntie. Het lichaam kan hiervoor corrigeren.

Aldosteron kan eerder als compensatie mechanismen ingeschakeld worden dan ADH (anti-diuretisch hormoon)

A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

De kleur van urine wordt eerder bepaald door ureum dan door urobilirubine (afbraakproduct bilirubine).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Bij een eindstadium van leverziekten kun je het volgende vinden in bloedplasma:
A
verlaagd albumine, verhoogd glucose, verhoogd ammoniak
B
verhoogd albumine, verhoogd glucose, verhoogd ammoniak
C
verlaagd albumine, verlaagd glucose, verhoogd ammoniak
D
verhoogd albumine, verhoogd glucose, verlaagd ammoniak

Slide 26 - Quizvraag

Een 4-jarige jongen heeft last van brijige ontlasting die meer stinkt dan normaal en lichtgekleurd is. De moeder geeft aan dat de ontlasting met moeite uit de wc pot te poetsen is.

Wat wordt minder uitgescheiden door de pancreas en wat mogelijk de oorzaak is van de malabsorptie?
A
Lipase
B
Pepsinogeen
C
Leptine
D
Gastrine

Slide 27 - Quizvraag

Een 60-jarige patiënt met blaaskanker heeft zijn blaas laten verwijderen. De ureters zijn gekoppeld aan de dikke darm. Hij ontwikkelt hierna leverfalen.

Waar is deze patiënt gevoeliger voor vergeleken met een persoon met een intacte urineweg stelsel?
A
geelzucht
B
hypoglycemie
C
encefalopathie
D
slokdarm varices (spataderen)

Slide 28 - Quizvraag

Een farmacologische wetenschapper geeft een nieuw ontworpen medicijn voor hypertensie enteraal aan ratten. De concentratie van dit medicijn is nauwelijks te meten in het bloed.

Welk orgaan heeft ervoor gezorgd dat het medicijn niet te meten is in het bloed?
A
dunne darm
B
nieren
C
maag
D
lever

Slide 29 - Quizvraag

Een patient met obstructieve geelzucht staat gepland om haar galblaas te laten verwijderen. Haar pro-thrombine tijd is echter verhoogd.

Welke vitamine wordt niet goed opgenomen?
A
B12
B
C
C
K
D
D

Slide 30 - Quizvraag

Een 45-jarige vrouw is met spoed naar de SEH gebracht. Ze heeft voor 3 dagen last van koeliek pijnen die erger worden na het nuttigen van een maaltijd. Een galsteen blokkeerde de galwegen.

welke substantie zou verhoogd zijn in bloed?
A
geconjugeerde bilirubine
B
Ongeconjugeerde bilirubine
C
pepsine
D
gastrine

Slide 31 - Quizvraag

Een 75-jarige vrouw klaagt over vermoeidheid en doofheid in de vingers. een bloedtest laat zien dat ze last heeft van anemie, ondanks dat ze ijzertabletten slikt. De symptomen verdwijnen na dagelijkse inname van multi-vitaminen.

Haar symptomen zijn te verklaren aan de hand van een leeftijd-gerelateerde verlaagde synthese van het volgende eiwit. Hoe heet dit eiwit?
A
lipase
B
amylase
C
pepsinogeen
D
intrinsieke factor

Slide 32 - Quizvraag

Twee HBO-V studenten studeren voor een AFP tentamen en krijgen er honger van. Ze hadden zin in een hamburger en ze begonnen al te watertanden bij het idee. De nerves vagus is ingeschakeld en het lichaam bereidt zich voor de hamburger.

Welk proces wordt door de nerves vagus in gang gezet?
A
maagzuur productie
B
maag bewegingen

Slide 33 - Quizvraag

Een student bekijkt de dunne darm onder een licht microscoop. Ze merkt op dat de darmcellen stekeltjes hebben.

hoe heet dit kenmerk van darmcellen?
A
Microvilli
B
mitochondrien
C
mucosa
D
spieren

Slide 34 - Quizvraag